Buiten de kust van Frans-Polynesië werd een tuimelaarmoeder gespot die voor een witlipgriend zorgde.

Tuimelaars zijn toegewijde moeders. Zes jaar lang zogen, beschermen en spelen ze met hun jongen.

Nu is er een nieuw onderzoek waarin voor het eerst bekend is gemaakt dat een tuimelaar in het wild het kalf van een andere soort adopteerde.

In 2014 zagen onderzoekers bij de kust van Frans-Polynesië een tuimelaar naast haar biologische jong ook een wel heel vreemd mannetjeskalf verzorgen.

Tuimelaars hebben een lange, slanke bek. Maar de bek van dit mysterieuze, één maand oude kalf was kort en stomp. De wetenschappers herkenden er tenslotte een witlipgriend in. Dit is een dolfijn van een heel andere soort en uit een ander geslacht.

“We vonden het fantastisch dat we zo’n zeldzaam fenomeen mochten aanschouwen,” zegt Pamela Carzon, hoofdauteur van het onderzoek en wetenschappelijk leider van Groupe d’Étude des Mammifères Marins (GEMM) de Polynésie in Tiputa in Frans-Polynesië.

Adoptie is heel ongewoon onder wilde zoogdieren. Als het al voorkomt, dan gebeurt het onder verwante leden van dezelfde soort. Het enige andere wetenschappelijk gedocumenteerde geval van een geadopteerde wees van een andere soort en uit een ander geslacht stamt uit 2006. Toen bestudeerde Patrícia Izar, primatoloog aan de Universiteit van São Paulo, een groep kapucijnapen die voor een jong zijdeaapje zorgde. “We stonden toen echt perplex,” vertelt ze.

Izar, die niet bij het onderzoek betrokken was, voegt eraan toe dat wetenschappers geïntrigeerd zijn door adoptie in de dierenwereld. Dit werd namelijk ooit gezien als gedrag dat alleen onder mensen voorkwam.

Rivaliteit tussen broers en zussen

Carzon en haar team filmden en fotografeerden de dolfijnenfamilie die uit twee soorten bestond vanaf land, vanaf een schip en onder water. Dat gebeurde in het kader van langdurig onderzoek naar deze groep van ongeveer dertig tuimelaars, dat in 2009 werd gestart.

Ondanks dat de moeder al een jong had, week het eenzame witlipgriendkalf niet meer van de zijde van zijn nieuwe moeder. Ze werden vaak met zijn drieën gespot. Dat is heel ongebruikelijk, aangezien dolfijnenmoeders normaal gesproken maar één zuigeling tegelijk hebben.

Het was overigens niet altijd een gelukzalig familieplaatje. Het witlipgriendkalf duwde zijn adoptiezus regelmatig onder de buik van haar moeder vandaan.

De volhardende wees had niet alleen de intentie om in het gezin te integreren, maar leerde ook hoe hij in de hele groep dolfijnen zou passen.

“De witlipgriend gedroeg zich precies zoals tuimelaars,” aldus Carzon, die de waarnemingen in juni meldde in het tijdschrift Ethology.

Zo ging hij regelmatig om met andere jongen en deed hij zelfs mee aan hun favoriete tijdverdrijf, namelijk surfen en in de golven duiken.

Toegewijde moeder

Vrouwelijke tuimelaars staan erom bekend dat ze tijdens een conflict korte tijd jongen van andere soorten ‘stelen’. Het enthousiasme van het geadopteerde kalf en de toewijding van de moeder duiden er echter op dat het hier geen kidnapping betrof.

In dit geval besteedde de moeder heel veel tijd aan de wees. De twee werden bijna drie jaar lang samen gezien. Het kalf verdween rond april 2018, de tijd dat het zou gaan spenen. Ze bleven nog lang samen nadat het biologische kalf om onbekende redenen op anderhalfjarige leeftijd verdween.

Kirsty MacLeod, gedragsecoloog aan de Universiteit van Lund in Zweden, vertelt dat de onderzoekers het geadopteerde kalf twee keer bij de tuimelaar hebben zien zogen. Dat wijst erop dat de moeder echt in het dier investeerde. MacLeod was niet bij het onderzoek betrokken. “Moedermelk is een kostbaar goed bij zoogdieren. Het is een waardevolle hulpbron.”

Waarom adopteren?

Toch blijft de grote vraag: Waarom zou een tuimelaar investeren in een jong dat geen genetische banden met haar heeft?

Een mogelijkheid is dat de recente geboorte van haar kalf haar moederinstinct heeft getriggerd. MacLeod: “Het kalf kwam waarschijnlijk precies op het juiste moment voorbij. De moeder was zeer ontvankelijk om een band met haar eigen nageslacht aan te gaan en dit leidde tot deze enigszins vreemde situatie.”

Een andere belangrijke factor was de persoonlijkheid van de moeder. Deze dolfijn stond al bekend om haar tolerantie ten opzichte van duikers in zee. Haar relaxte aard heeft er mogelijk voor gezorgd dat ze niet het typische agressieve gedrag vertoonde dat tuimelaars aannemen naar jongen die niet hun nakomelingen zijn.

En dan was er natuurlijk de witlipgriend zelf. Volgens de onderzoekers heeft zijn vastberadenheid om deel uit te maken van de groep tuimelaars, en zich net als hen te gedragen, een essentiële rol gespeeld bij deze geslaagde adoptie.

“Hieruit blijkt dat jonge dolfijnen zich opvallend flexibel kunnen gedragen,” aldus Carzon.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com