Je hoeft tegenwoordig niet lang te zoeken om narwallen te vinden. Deze ‘eenhoorns van de zee’ worden overal op afgebeeld: kinderpyjama’s en lunchtrommeltjes, speelgoed en Lego-dozen. Maar een heel andere zaak is het om de dieren in het wild te zien.
Als een echte noordse walvisachtige komen narwallen vooral voor in de ijskoude wateren voor de kusten van Canada en Groenland. En hoewel de mannetjes een bijna tweeënhalve meter lange schroefvormige slagtand hebben, die hun totale lengte vergroot tot die van een stadsbus, staan deze dieren ondanks hun opmerkelijke uiterlijk niet graag in de schijnwerpers.
“Het is echt een heel schuwe walvissoort,” zegt Kristin Laidre, een expert in de Arctische ecologie van de University of Washington die al twintig jaar onderzoek naar narwallen doet. “Ze zijn erg voorzichtig, ik zou zelfs zeggen: geniepig. Ze worden snel opgeschrikt, dus het is geen soort die zich rond jouw boot zal verzamelen of andere gelegenheden tot ‘walvissen kijken’ zal bieden.”
Dat maakt het spotten van narwallen in hun natuurlijke omgeving weliswaar lastig, maar het is niet onmogelijk – als je maar weet waar je de dieren kunt vinden.
Aan de rand van het pakijs
Als zoogdieren moeten narwallen geregeld aan de oppervlakte komen, letterlijk om ‘adem te halen’. En hoewel ze op zoek naar Groenlandse heilbot, kabeljauw, pijlinktvis en garnalen tot ver onder de ijsschotsen kunnen zwemmen, worden de afstanden die ze kunnen afleggen beperkt door het aantal openingen in het pakijs dat ze onderweg kunnen vinden.
Daar waar ijs en water aan elkaar grenzen, vind je het ideale foerageergebied van de narwal, zegt David Briggs, expeditieleider van de firma Arctic Kingdom, een touroperator die is gespecialiseerd in safari’s, private poolexpedities en logistieke operaties in het Noordpoolgebied.
“Ze bevinden zich op hun trekroute en die route wordt onderbroken door het pakijs,” zegt Briggs, die al zo’n tien jaar in de regio werkt. “Dus terwijl ze zich aan de rand van het pakijs ophouden, blijven ze foerageren en wachten ze totdat het ijs opbreekt, zodat ze verder kunnen trekken naar de baaien waar ze hun kalveren krijgen.”
Om een narwal in het echt te zien moet je dus met een sneeuwscooter naar de rand van het pakijs rijden om daar in een gemakkelijke tuinstoel met de verrekijker urenlang (soms dagenlang) de zee af te speuren. Het goede nieuws is dat er nog heel wat andere soorten de rand van het pakijs opzoeken, van kortbekzeekoeten, drieteenmeeuwen en noordse stormvogels tot witte dolfijnen, ijsberen, walrussen en drie zeehondensoorten.
Uniek geluid
Uiteraard worden degenen die zo’n tocht over het pakijs ondernemen en geduld kunnen opbrengen, beloond met een ervaring die hun leven kan veranderen.
Volgens Briggs is het absoluut fascinerend om een narwal voor het eerst lucht te horen uitblazen. Dit luide ‘stoom afblazen’ duidt erop dat de narwal zojuist is opgedoken van een diepe duik en zijn verbruikte lucht uitademt. Net als bij andere walvissen kun je soms mistwolkjes zien hangen boven de plek waar de narwallen opduiken. En op een uitzonderlijk geslaagde dag zou je zelfs een troep van vijftig tot honderd exemplaren tegelijkertijd aan de oppervlakte kunnen zien komen, zegt Briggs.
Als een troep de rand van het pakijs eenmaal tot op de afstand van een voetbalveld is genaderd, houden de dieren halt en beginnen volgens Briggs luid brommend in- en uit te ademen. Als hij probeert het geluid over de telefoon na te bootsen, klinkt het een beetje alsof Darth Vader zich zojuist in het gesprek heeft gemengd.
“Het is gewoon verbluffend om daar te zitten en dat geluid te horen,” zegt Briggs.
Zwemmen of peddelen met walvissen
Wanneer de gevlekte walvissen nog dichter bij de rand van het pakijs komen, heb je soms de gelegenheid om in kajak het water op te gaan en zelfs wat te gaan snorkelen. Echte duikuitrusting is niet aan te bevelen, want de dieren houden niet van de belletjes die daarbij worden geproduceerd, zegt Briggs.
“Het is heel magisch,” zegt Todd Mintz, een accountant die tijdens een expeditie met Arctic Kingdom meerdere keren met narwallen heeft gezwommen.
Mintz is in zijn vrijetijd ook natuurfotograaf en zegt dat het iets verbluffends heeft wanneer de walvissen je in het voorbijgaan nauwkeurig opnemen. “Een dier dat jou aankijkt zoals jij dat dier aankijkt, moet wel bijzonder zijn,” zegt hij.
Omdat narwallen van nature liever geen mensen in de buurt hebben, moeten bezoekers er alles aan doen om de dieren niet te verjagen van hun rijke foerageergronden of hun verplaatsingen op andere manieren te beïnvloeden.
Natuurbehoud
Wie een reis naar het Noordpoolgebied plant, moet nog aan iets anders denken: de uitwerking die jouw uitstapje heeft op de dieren, het milieu en de planeet als geheel. Maar als ze op verantwoorde wijze worden aangepakt, kunnen expedities naar het Noordpoolgebied dankzij hun financiële bijdrage aan de plaatselijke economie veel betekenen voor gemeenschappen, nationale parken en de dieren die daar leven. Vraag voordat je een reis boekt jouw reisbureau welke maatregelen er zijn genomen om de impact van deze trips te compenseren en hoe de firma met gemeenschappen in de regio samenwerkt. Lees ook beoordelingen van eerdere reizigers, zodat je kunt inschatten of die maatregelen ook echt iets voorstellen.
Volgens beide experts moeten reizigers die hopen om narwallen te spotten, niet al te hoge verwachtingen hebben. “Ik heb een maand in het veld doorgebracht, bijvoorbeeld door te kamperen op stranden langs kusten waar we weten dat er narwallen leven, maar toch heb ik daar geen enkele narwal gespot,” zegt Laidre. “Je moet echt geluk hebben om er eentje te zien.”
Helaas is het spotten van narwallen in het wild door de wereldwijde coronapandemie nog moeilijker geworden. Nunavut, het noordse Canadese territorium waar Arctic Expeditions zijn narwal-expedities organiseert, heeft als voorzorg de noodtoestand uitgeroepen, wat betekent dat de scholen en overheidsgebouwen in de regio zijn gesloten. Uit respect voor de plaatselijke gemeenschappen heeft de touroperator al haar expedities tot en met juni 2020 opgeschort en de voorraden die al waren ingeslagen aan plaatselijke voedselbanken geschonken.
Journalist Jason Bittel schrijft voor National Geographic geregeld over de natuur. Volg hem op Twitter.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com