Diep in de Everglades, het subtropisch moeraslandschap in het zuiden van de Amerikaanse staat Florida, probeert een agressieve indringer met een fraai patroon op zijn schubben poot aan de grond te krijgen. De Argentijnse zwart-witte teju, een hagedis die ruim een meter lang kan worden, heeft zich al over grote delen van het zuiden van Florida verspreid. Maar daar blijft het niet bij. De indringers laten zich de laatste tijd ook op andere plekken in het zuidoosten van de VS zien. Ze vormen een mogelijke bedreiging voor inheemse soorten en boeren.

De oorspronkelijk uit Zuid-Amerika afstammende dieren zijn omnivoor; ze eten zo'n beetje alles met enige voedingswaarde dat in hun bek past. Ze doen zich tegoed aan de eieren van dieren met een nest op de grond, zoals vogels en reptielen, waaronder ook bedreigde zeeschildpadden. Ze eten duiven en andere kleine dieren als snack. Ze verorberen aardbeien en andere fruit en groente die laag bij de grond groeien.

En het is een extreem sterke soort, waardoor het lastig is om de verspreiding van de dieren onder controle te houden of af te remmen als ze zich eenmaal ergens hebben gevestigd.

In het zuiden van Florida komen teju's al meer dan tien jaar voor (nadat ze uit gevangenschap ontsnapten of werden vrijgelaten door hun baasjes), maar onlangs bleken ze zich ook te hebben verspreid naar minstens twee county's in de staat Georgia. Bovendien werden de reptielen in de afgelopen maanden ook gezien in vier county's in de staat South Carolina. Biologen vermoeden dat de dieren zich hier ook voortplanten. Daarnaast werden er ook enkele meldingen gedaan van waarnemingen van de dieren in de staten Alabama, Louisiana en Texas en werden er vaste populaties aangetroffen in het midden van Florida.

De slimme en tamme teju's zijn gewilde huisdieren voor liefhebbers van het houden van exotische dieren. De meeste exemplaren die in de Verenigde Staten leven zijn afkomstig van Amerikaanse fokkers, maar alleen al tussen 2000 en 2010 werden meer dan 79.000 levende teju's vanuit Zuid-Amerika in de VS geïmporteerd, aldus Amy Yackel Adams, die als bioloog bij het Amerikaanse wetenschappelijke bureau USGS (U.S. Geological Survey) onderzoek doet naar de dieren. Hoewel slechts een heel klein deel van alle dieren ontsnapt of wordt vrijgelaten, vormt dit volgens biologen wel een steeds groter probleem.

Als nog veel meer van de dieren worden vrijgelaten “is er een risico dat er een heel grote wilde populatie ontstaat,” aldus Adams.

In een in 2018 door de USGS uitgevoerd onderzoek werd informatie over teju's in Zuid-Amerika toegepast om iets te kunnen zeggen over de mogelijkheid dat de dieren zich naar de VS zouden verspreiden. Volgens Adams “loopt het hele zuidoosten van de Verenigde Staten een risico. Een groot deel van deze regio kent een klimaat dat geschikt is voor teju's.” Op dit moment zijn er geen officiële schattingen van het aantal teju's dat in Amerika voorkomt.

De dieren voelen zich het meest op hun gemak in gebieden in het binnenland met bossen en grasland, en dan met name in gebieden die in bepaalde seizoenen een flinke regenval kennen, zoals de (subtropische) bossen in Florida. Naarmate de tropische en subtropische klimaatzones onder invloed van de klimaatverandering richting het noorden opschuiven, ontstaat er ook mogelijk meer leefgebied voor de teju's in Noord-Amerika, zegt Adams.

De onderzoekers maken zich vooral zorgen om de gewoonte van de hagedissen om zich aan eieren tegoed te doen. In Venezuela staan de dieren erom bekend dat ze inbreken in kippenhokken om eieren te stelen. De soort wordt daar dan ook wel “el lobo pollero” oftewel ‘de kippenwolf’ genoemd. De Amerikaanse pluimveehouders moeten op hun hoede zijn.

Adams stelt dat, als de hagedissen zich in het zuidoosten blijven verspreiden, ze een bedreiging kunnen worden voor talloze dieren die op de grond leven of daar hun nest hebben. Ze noemt onder meer de indigoslang (drymarchon couperi), die op de lijst voor bedreigde diersoorten staat. Adams vreest ook dat de hagedissen de eieren van onder meer mississippi-alligators, spitssnuitkrokodillen en (de ook bedreigde) gopherschildpadden zullen eten.

Zijn ze nog te stoppen?

Teju's zijn een sterke soort. Ze kunnen bij lagere temperaturen overleven dan sommige andere reptielen, omdat ze hun lichaamstemperatuur kunnen verhogen tot wel 10 graden Celsius boven de omgevingstemperatuur. Als het in de winter te koud wordt, gaan ze in winterslaap, ze worden slap en sloom en verschuilen zich in holen van gopherschildpadden of ander dieren.

De soort herstelt snel van mogelijke bedreigingen, zoals de jacht. “In de jaren tachtig was de teju het meest verhandelde reptiel ter wereld,” vertelt Lee Fitzgerald, hoogleraar zoölogie aan de Texas A&M University. In die tijd exporteerde Argentinië jaarlijks zo'n twee miljoen teju-huiden voor de leerindustrie. “En toch raakten ze nergens lokaal uitgestorven,” zegt Fitzgerald.

In de staten waar inmiddels teju's voorkomen zijn de autoriteiten op het gebied van natuurbeheer en anderen op zoek naar oplossingen om te voorkomen dat de dieren zich nog verder vestigen en zich verspreiden naar de rest van de VS.

Alleen al dit jaar werden in het zuiden van Florida meer dan negenhonderd teju's gevangen in vallen die de USGS uitzette in het nationaal park Everglades. Maar volgens Adams zijn er nog geen tekenen dat het aantal dieren in het gebied afneemt. De USGS moet meer inzicht krijgen in de populatie die in het moerasgebied leeft voordat de plannen om de dieren af te voeren kunnen worden geëvalueerd. In dat kader hebben ze hagedissen voorzien van radio-tags en volgen ze nu hun leefpatronen.

Biologen in dienst van de staat Georgia zijn in de county's Toombs en Tattnall begonnen teju's te vangen en zij melden dat ze minder dieren aantreffen. Daniel Sollenberger, die als herpetoloog werkt bij de Georgia Department of Natural Resources, stelt dat de staat mogelijk op tijd heeft gereageerd op het teju-probleem.

“We vangen ze al een aantal jaar,” aldus Sollenberger. “Afgelopen jaar troffen we iets meer dan tien dieren aan, dit jaar waren het er ongeveer de helft. Het zou kunnen dat er in ieder geval op die locatie minder dieren zijn.”

Bewustwordingscampagnes onder de inwoners van Georgia, waarbij mensen werden opgeroepen om een melding te doen als ze een teju zagen, vormden een deel van de oplossing. The Georgia Reptile Society heeft een taskforce speciaal voor teju's. Inwoners kunnen foto's insturen als ze denken dat ze een teju hebben gezien. Wanneer de waarneming wordt bevestigd, gaan de vrijwilligers van de vereniging eropuit om het dier te vangen en naar een opvangcentrum te brengen. Vervolgens worden de dieren geschonken aan mensen die ze als huisdier willen.

“We doen onze uiterste best om het dier te pakken te krijgen en er een thuis voor te vinden,” vertelt Justyne Lobello, de voorzitter van de Georgia Reptile Society.

“We willen ze op een zo diervriendelijk mogelijke manier uit hun omgeving halen. Het helpt dat we een lange wachtlijst hebben van mensen die ze als huisdier willen.”

Toch is voorkomen dat de dieren zich überhaupt in het wild kunnen verspreiden de beste aanpak van het probleem, aldus experts. Sommige staten, zoals Alabama, hebben een wettelijk verbod ingesteld op de invoer van de dieren en mogelijk volgen andere staten dit voorbeeld. Daarnaast adviseren sommige biologen om de dieren gewoon helemaal niet aan te schaffen.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com