Het onderwaterleven in Nederland is diverser dan gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van Naturalis Biodiversity Center in Leiden, dat werd gepubliceerd in maart 2024. Bioloog en Naturalis-vrijwilliger Peter H. van Bragt verzamelde in het kader van het ARISE-project – waarvoor meercellige organismen worden bestudeerd – 545 dieren in de Oosterschelde, het Grevelingenmeer en het Veerse Meer in Zeeland. Uit onderzoek van het CO1-gen, dat voorkomt op het mitochondriaal DNA, bleek dat de oogst 172 bekende en acht mogelijk nieuwe soorten bevatte.
Nieuw schepje
Een van de nieuwe soorten die Van Bragt opdook, is een zeeslak van het geslacht Philine. ‘Tot nu toe was er slechts één soort bekend in Nederland: Philine quadripartita, ook wel het schepje genoemd,’ aldus Van Bragt.
Het onderzoek wees uit dat er nóg een, tot op heden onbeschreven, soort binnen hetzelfde geslacht in de Nederlandse wateren voorkomt. Deze is qua uiterlijk vrijwel identiek aan het schepje, maar wijkt op basis van het CO1-gen liefst twaalf procent af. Om te kunnen spreken van een nieuwe soort, moet dit gen minstens vier tot vijf procent afwijken van de al bekende soort.
Onbekende zeenaaktslak
Bij onderzoek naar een vermeende populatie ruwe wratslakken (Doris ocelligera) kwam naar voren dat deze in werkelijkheid behoren tot een nog onbekende soort zeenaaktslakken. Doris ocelligera werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in Oost-Italië.
‘Het CO1-gen van die soort wijkt zo’n negentien procent af van de in Nederland gevonden populatie,’ zegt Van Bragt. ‘Je kunt dus spreken van een andere soort.’ Ook blijken groepen paarse geleikorst – een kolonievormende zakpijp – onderling dusdanig te verschillen, dat deze op termijn als aparte soorten zullen worden beschreven.
Met het ARISE-project hoopt Van Bragt in de komende jaren nog tientallen of zelfs honderden nieuwe soorten boven water te krijgen.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.