Het vogelbekdier is in veel opzichten een evolutionair wonder. Het heeft een snavel en legt eieren, maar toch is het een zoogdier. Dat maakt ze tegenwoordig heel bijzonder: samen met de mierenegel zijn ze de enige eierleggende zoogdieren, cloacadieren genoemd. Tijdens het Krijt waren er een stuk meer van deze opvallende verschijningen in Australië. Dat blijkt uit een studie die in 2024 werd gepubliceerd in vakblad Alcheringa.

Een opvallende verschijning

De bioloog George Shaw was één van de eerste wetenschappers die een vogelbekdier onder ogen kreeg. Hij dacht in eerste instantie dat ze hem in de maling namen. Een dier met een tandeloze snavel, de staart van een bever en de poten van een otter? Dat moet handmatig in elkaar gezet zijn. Maar nee, het dier bestaat écht, moest hij toch concluderen.

Inmiddels twijfelt niemand meer aan het bestaan van het vogelbekdier, maar het blijven vreemde wezens. Het heeft zowel eigenschappen van reptielen (een cloaca) als van zoogdieren (warmbloedigheid en melkproductie). Hoe verliep de evolutie van dit dier? Daarover is dankzij een ontdekking van ruim twintig jaar geleden veel meer duidelijkheid ontstaan.

In de opaalmijnen van het Australische plaatsje Lightning Ridge vonden paleontoloog Elizabeth Smith en haar dochter gefossiliseerde tanden en kaakbeenderen. Ze doneerden ze aan het Australian Museum, maar daar werden ze in een la gestopt en vergeten. Tot twee jaar geleden. Na een uitgebreide analyse komen de onderzoekers, onder wie Smith, nu met hun bevindingen.

Nieuwe soorten cloacadieren

De gefossiliseerde resten bleken afkomstig van zes cloacadieren, waarvan er drie tot op heden onbekend waren. De opvallendste soort kreeg de naam Opalios splendens. Zijn anatomie lijkt nog het meest op het vogelbekdier (‘platypus’ in het Engels), maar zijn kaak en snuit hebben meer weg van een mierenegel (‘echidna’). De onderzoekers noemden hem daarom gekscherend een ‘echidnapus’.

De resten zijn zo’n honderd miljoen jaar oud. Dat maakt ze iets jonger dan het oudst bekende cloacadier, Teinolophos trusleri, dat honderddertig miljoen jaar geleden op aarde liep. Deze soort had nog vijf kiezen, terwijl de moderne cloacadieren tandloos zijn. Die overgang is terug te zien in de pas gevonden fossielen. Een aantal van hen had maar drie kiezen, terwijl sommige er wel nog vijf hadden.

De definitieve overgang naar een tandeloos bestaan werd waarschijnlijk zo’n twee miljoen jaar geleden ingezet. Toen verscheen de Australische waterrat op het toneel, die eenzelfde dieet had als het vogelbekdier. Dat week toen uit naar meer zacht en glibberig voedsel, zoals wormen, larven en kleine visjes. Daarvoor is een snavel die is bedekt met een stugge, leerachtige huid veel geschikter.

Continent met vogelbekdieren

Wat de studie volgens de onderzoekers verder nog laat zien, is dat eierleggende zoogdieren tijdens het Krijt veel minder zeldzaam waren dan gedacht. Dat er drie nieuwe soorten zijn gevonden – die allemaal een tot nog toe onbekende combinatie van kenmerken hebben – bewijst dat de familie van eierleggende zoogdieren heel complex is. Waarschijnlijk liepen er talloze verschillende soorten cloacadieren rond in Australië. Zoals onderzoeksleider Tim Flannery het zegt: ‘Het is alsof je een compleet nieuwe beschaving ontdekt.’

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.