‘Ik maak geen grap,’ verzekert president Mokgweetsi Masisi van Botswana, wanneer hij in april dit jaar een opmerkelijke mededeling doet in de Duitse krant Bild. Hij zegt twintigduizend olifanten naar Duitsland te willen sturen.
De reden? De Duitsers dwingen met de dieren samen te leven ‘op dezelfde manier die zij ons in Botswana proberen voor te schrijven’. Dat houdt onder meer in dat de olifanten er vrij rond moeten kunnen lopen. ‘Ik accepteer geen nee als antwoord.’
Meer confrontaties tussen olifant en mens
Masisi doet zijn uitspraken naar aanleiding van het Duitse voornemen om de import van jachttrofeeën te beperken. Botswana staat sinds 2019 tegen betaling jacht op olifanten weer toe, naar eigen zeggen om de olifantenpopulatie in het noorden van het land onder controle te houden.
Het aantal olifanten in Noord-Botswana is de afgelopen decennia verdrievoudigd, maar door de uitdijende landbouw is hun leefgebied er tegelijk sterk gekrompen. Bovendien kunnen ze er niet makkelijk weg: hekken, die wild en vee van elkaar moeten scheiden, en andere obstakels hebben de routes naar andere natuurgebieden afgesneden.
In hun zoektocht naar water en voedsel komen de olifanten zo in door mensen bewoond gebied, waar ze schade aanrichten aan gewassen en gebouwen. Tussen 2009 en 2019 vielen er daarbij 57 doden in het land, meer dan door confrontaties met alle andere wilde dieren bij elkaar. ‘Wij betalen de prijs voor het behoud van deze dieren voor de wereld,’ aldus Masisi.
Niet alleen in Botswana, maar in de hele regio komt het steeds vaker tot confrontaties tussen de olifanten en de bevolking. ‘Het aantal botsingen tussen mensen en wilde dieren neemt overal ter wereld toe,’ zegt Christiaan van der Hoeven, gedragsbioloog en coördinator van de projecten van de Nederlandse tak van het Wereld Natuur Fonds (WWF) in zuidelijk Afrika.
De oorzaken: bevolkingsgroei, klimaatverandering en, ironisch genoeg, succesvolle natuurbescherming. In de Kavango-Zambezi Trans-frontier Conservation Area (KAZA, zie het kader hieronder) hebben zulke conflicten stroperij ingehaald als grootste bedreiging voor de dieren, vertelt Van der Hoeven, en mens-dierconflicten staan dan ook steeds hoger op de agenda van natuurbeschermingsorganisaties als WWF. ‘En om hier aandacht voor te vragen willen we bewustzijn creëren voor de gevolgen aan beide kanten.’
Met dat doel nam hij contact op met National Geographic-fotograaf Jasper Doest, bekend om zijn werk over de relatie tussen mens en natuur. Samen met twee documentairemakers reisden ze drie weken lang door Zambia – om te laten zien dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om samen te leven met wilde dieren. In KAZA maar ook daarbuiten. Het leverde de prachtige documentaire In de weg van de olifant op, die hier te bekijken is.
De olifanten komen ’s nachts tevoorschijn
De avond valt in Dambwa South, een buitenwijk van de Zambiaanse stad Livingstone die grenst aan het Nationaal Park Mosi-oa-Tunya, met de beroemde Victoriawatervallen. Op de stoffige straatjes was het overdag nog een drukte van belang, maar nu lijkt het er wel uitgestorven. Zodra de duisternis intreedt, geldt er een avondklok. De reden laat niet lang op zich wachten.
Plots verschijnen in de schemering grote donkere gedaanten, die bijna boven de huizen uittorenen. Anders dan hun formaat doet vermoeden, bewegen ze zich vrijwel geruisloos voort door de smalste steegjes, op jacht naar moestuintjes en mangobomen. En soms ook afval.
Waar zitten jullie dan ’s nachts, wanneer de olifanten komen die jullie willen vastleggen? vroegen wijkbewoners bezorgd aan Doest. De duisternis dwong hem de olifanten van vrij dichtbij te fotograferen. ‘Soms moesten we een sprintje trekken,’ vertelt de fotograaf. ‘Dan ben je je wel bewust van de dreiging die mensen hier dagelijks voelen, en dat je echt niet moet struikelen.’
De gevolgen van de confrontaties
Alleen al in Livingstone komen jaarlijks vijf tot tien mensen om door confrontaties met olifanten – vooral in de droge tijd (augustus tot november), wanneer de olifanten migreren op zoek naar water en voedsel, zegt Van der Hoeven. Ook veroorzaken ze veel materiële schade aan gewassen, gebouwen en infrastructuur.
Leestip: Houden olifanten begrafenissen voor hun kalveren?
WWF heeft becijferd dat het in de hele regio om tientallen miljoenen euro’s per jaar gaat. In de meeste gevallen zoeken de olifanten niet bewust mensen op, maar volgen ze gewoon hun vertrouwde routes, die zijn doorgegeven van generatie op generatie. Op hun pad vinden ze echter steeds vaker mensen, een gevolg van de sterke bevolkingsgroei.
Een oudere inwoner van Dambwa South vertelde aan Doest dat er in zijn jeugd slechts een paar huisjes langs de rivier stonden, waar de olifanten makkelijk langs konden. Inmiddels is de wijk flink uitgedijd en dichtbevolkt, maar de olifanten leggen nog steeds dezelfde migratie route af, nu dwars tussen de huizen door. In een situatie van aanzienlijke armoede en dringende behoefte aan (landbouw)grond had het eerbiedigen van de olifantenroute simpelweg geen prioriteit.
Waarom we olifanten moeten beschermen
Olifanten zijn belangrijk om te beschermen, zegt Van der Hoeven – en niet alleen omdat zij vaker dan andere dieren in KAZA in botsing komen met mensen. ‘Als het ergens goed gaat met de olifant, dan gaat het waarschijnlijk ook goed met de meeste andere soorten,’ zegt hij.
‘Als het ergens goed gaat met de olifant, dan gaat het waarschijnlijk ook goed met de meeste andere soorten.’ – Christiaan van der Hoeven, gedragsbioloog en coördinator van bij het Wereld Natuur Fonds in zuidelijk Afrika.
Olifanten zijn de tuinmannen van het ecosysteem: ze maken paden en open plekken waarvan andere soorten, zowel dieren als planten, afhankelijk zijn. Ze graven waterkuilen uit waar andere dieren uit drinken en verspreiden via hun uitwerpselen zaden over een groot gebied.
Gezonde ecosystemen komen uiteindelijk ook mensen ten goede, aldus Van der Hoeven, want ze vormen een natuurlijke bescherming tegen klimaatverandering, plagen en zelfs pandemieën.
Leestip: Achter de schermen: met deze cameraval legde fotograaf Jasper Doest wilde olifanten vast
Uit een recente telling blijkt dat de inspanningen voor de savanneolifant in KAZA vruchten hebben afgeworpen: de populatie was in 2022 met 228.000 dieren stabiel. Maar tegelijk is het leefgebied van Loxodonta africana in de regio door onder meer ontbossing, de aanleg van wegen en bebouwing en door landbouwpraktijken steeds verder versnipperd geraakt.
Dieren kunnen daardoor moeilijker voedsel- en waterbronnen bereiken, iets wat door de invloeden van klimaatverandering juist steeds belangrijker wordt.
Een ander probleem is dat de olifanten zich niet gelijkelijk kunnen verdelen over de natuurgebieden. Nu bevindt bijvoorbeeld meer dan de helft van alle olifanten in KAZA zich in Botswana, omdat daar de antistroperijmaatregelen effect hebben gesorteerd en er al langere tijd vrede heerst – in tegenstelling tot Angola, waar door een burgeroorlog de meeste olifanten zijn verdreven. Maar ze kunnen er nu niet makkelijk wegtrekken naar legere gebieden in het noorden.
Welke oplossingen zijn er?
‘Alleen corridors kunnen dit probleem verhelpen,’ zegt John Loudon, bestuurder bij de Peace Parks Foundation. Deze organisatie richt zich primair op het opzetten en onderhouden van grensoverschrijdende natuurgebieden in zuidelijk Afrika, waaronder KAZA.
Zeker in het geval van corridors – verbindingen tussen verschillende natuurgebieden die zo veel mogelijk vrij zijn van menselijke barrières – is die grensoverschrijdende aanpak nodig. Want ecosystemen houden zich niet aan landsgrenzen.
Volgens Loudon is het plan om een deel van de olifanten vanuit Botswana via corridors naar Nationaal Park Kafue in Zambia te krijgen, waar nog veel ruimte is.
Behalve het verwijderen van fysieke obstakels zoals hekken, moeten de olifanten ook erop kunnen vertrouwen dat het in het noorden beter is, aldus Loudon. ‘Ze weten bijvoorbeeld nog dat er daar veel werd gestroopt, dus de stroperij moet er eerst nog verder worden teruggedrongen,’ vertelt hij.
‘Wat doe je als er een kudde van honderd olifanten over je akker walst?’ – Christiaan van der Hoeven.
Een belangrijke corridor vanuit Botswana richting Kafue loopt vlak langs Livingstone, waar het een uitdaging is de dieren om de stad heen te leiden. Maar zo indrukwekkend als de beelden van door de straten marcherende olifanten daar zijn, zo veel groter is het probleem volgens Van der Hoeven juist in de plattelandsgebieden, waar schijnbaar veel meer ruimte is. ‘Want,’ zegt hij, ‘wat doe je als er een kudde van honderd olifanten over je akker walst?’
De juiste hulp voor de boeren
Francis L. Liwoyo herkent dit probleem. Hij schrikt op een nacht wakker van een luid gekraak. Het duurt even voordat hij uit het raam kijkt, want als gevolg van polio is hij slecht ter been. Maar als hij eenmaal ziet hoe een olifant bezig is zijn graanopslag omver te duwen, kan hij alleen maar lijdzaam toekijken. Zijn vrouw is niet thuis, en ook elders kan hij geen hulp inroepen, want op zijn afgelegen boerderij heeft zijn telefoon geen bereik.
‘Ondanks alles zei Liwoyo dat hij begrip had voor de olifanten. Dat ontroerde me,’ vertelt Van der Hoeven. ‘Dat hij ze niet weg wil hebben, maar dat hij alleen de middelen wil om een stevigere graanopslag te kunnen bouwen.’ De boeren in de KAZA-regio hebben het namelijk zwaar, legt hij uit.
Klimaatverandering zorgt voor steeds extremere droogte, en die werd in 2023 nog verergerd door natuurverschijnsel El Niño. Hierdoor ging negentig procent van de oogst verloren. Bovendien ontstaan er meer conflicten bij het steeds geringere aantal drinkplaatsen dat rest.
WWF en andere organisaties helpen de boeren om de olifanten van hun erf te houden, bijvoorbeeld met elektrische hekken, bijenkorven en het verbranden van chilipepers. Maar voor het samenleven van mensen en olifanten zijn structurelere maatregelen nodig, zegt Van der Hoeven.
Daartoe moeten eerst de migratieroutes van de olifanten in kaart worden gebracht – door olifanten met een zender uit te rusten, door ze te observeren vanuit vliegtuigen en door het interviewen van lokale experts, zoals stamhoofden. Zo wordt duidelijk waar ruimte moet worden gemaakt voor de corridors. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, erkent Van der Hoeven.
Het voordeel van ‘agro-ecologische’ landbouw
‘Voor landbouw is vruchtbare grond nodig, bijvoorbeeld langs rivieroevers, maar dat is vaak dezelfde grond waar dieren graag komen,’ zegt hij. Ook wonen mensen liefst langs de wegen voor de bereikbaarheid, waardoor zich lange linten van bebouwing vormen waar de olifanten niet omheen kunnen.
De meeste boeren verbouwen kleinschalig en vooral voor eigen consumptie. Meestal gaat het om slash-and-burn (zwerflandbouw), waarbij steeds weer een nieuw stukje wilde, nog vruchtbare grond met gecontroleerde brandjes wordt vrijgemaakt van begroeiing. Hierdoor wordt uiteindelijk per boer veel meer grond gebruikt dan nodig.
‘Het liefst wil je dat een boer dezelfde grond steeds opnieuw gebruikt, en wel met zo min mogelijk kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Dat laatste is niet alleen duurzaam, maar houdt het ook betaalbaar,’ aldus Van der Hoeven. WWF en andere organisaties trainen plaatselijke boeren daarom in ‘agro-ecologische’ landbouw.
Dit houdt onder meer in dat het zaad geschikt is voor de omstandigheden, er zo min mogelijk wordt geploegd, de gewassoorten worden afgewisseld of door elkaar groeien en dat ook tijdelijk ongebruikte grond met begroeiing of plantenresten is bedekt. Hierdoor blijft de bodem vruchtbaar en zijn de gewassen weerbaarder tegen ziekten en plagen.
‘Het succes van zulke oplossingen is indrukwekkend,’ vertelt Jasper Doest. Op hun reis ontmoette hij ‘meneer Davie’, een boer die met steun was verhuisd naar een locatie buiten een olifantenroute.
Op zijn nieuwe woonplek paste hij de bijgebrachte landbouwmethode toe, wat leidde tot een verdrievoudiging van zijn opbrengst op een veel kleiner oppervlak. Ook had hij er geen last van de olifanten meer. ‘Het bewijst dat het gewoon mogelijk is om samen te leven, als je maar weg van die routes blijft.’
De rol van de toeristische sector
Hoewel KAZA met de Okavangodelta en de Victoriawatervallen over grote trekpleisters beschikt, werken relatief weinig mensen in de toeristische sector. De rest van de overwegend zeer arme bevolking profiteert bovendien amper van de aanwezigheid van toeristen, die meestal in grote lodges zitten.
‘We stimuleren de organisatie van tours vanuit de lodges naar lokale buurtschappen, zodat daar ook geld uit het toerisme terechtkomt,’ zegt Van der Hoeven. Ook zou het volgens hem goed zijn als meer voedsel in de lodges van boeren uit de omgeving afkomstig is; nu wordt er vaak gebruikgemaakt van grote Zuid-Afrikaanse supermarktketens.
Leestip: Door de komst van een mier eten de leeuwen in Kenia minder zebra’s
Ook op andere manieren wordt geprobeerd om boeren te laten meeprofiteren van de wilde dieren. In Namibië loopt een proefproject waarbij leeuwen worden gezenderd om bij te houden waar ze zich bevinden. Voor de hoeveelheid tijd die een leeuw zich op het land van een boer bevindt, krijgt de boer betaald. Het geld hiervoor is afkomstig van partijen die aan die leeuw verdienen, zoals uit de toerismesector.
Voor de boer is het mogelijk een extra verdienmodel. ‘Het is dan een economische keuze voor de boer om wat land vrij te houden voor de leeuw,’ zegt Van der Hoeven. ‘Met de opbrengsten kan hij bijvoorbeeld maatregelen nemen om zijn vee tegen die leeuw te beschermen.’
Een herkenbaar probleem
Conflicten met wilde dieren komen overal ter wereld voor. Ook in Nederland is er bijvoorbeeld veel discussie over hoe we moeten omgaan met de wolf, nu hij zich definitief in de Lage Landen lijkt te hebben gevestigd. ‘Oplossingen die we elders goed vinden klinken, stuiten in eigen land nog weleens op weerstand,’ zegt Doest. Dat laatste punt wilde president Masisi van Botswana wellicht maken, door duizenden olifanten naar Duitsland te sturen.
Volgens Doest ligt de oplossing voor botsingen tussen mensen en dieren eerder in het stoppen van de oorzaken dan in het voorkomen van de gevolgen. ‘Je moet niet alleen vaststellen dat je last hebt van een dier, en op welke manier, maar ook hoe die hinder is ontstaan.’
Voor de olifanten betekent dat het vrijhouden van corridors op de plaatsen die ze altijd al hebben gebruikt voor hun migratie.
‘Je moet niet alleen vaststellen dat je last hebt van een dier, en op welke manier, maar ook hoe die hinder is ontstaan.’ – Jasper Doest, fotograaf.
En om dat te realiseren, kun je niet om de behoeften van de lokale bevolking heen, stelt Loudon. ‘Daarom richten natuurbeschermingsorganisaties nu steeds vaker hun inspanningen op mensen: door hun problemen op te lossen, veroorzaken zij zelf ook minder problemen,’ zegt hij.
In het ideaalplaatje van Van der Hoeven trekken er ooit weer olifanten vanuit het zuiden KAZA binnen, om het gebied later weer in het noorden te verlaten. Zo kan KAZA het begin zijn van nog iets groters. ‘Er liggen zo veel kansen,’ zegt hij. ‘Als er ergens een plek is waar we kunnen bewijzen dat samenleven met wilde dieren mogelijk is, dan is het daar wel.’
Deze reportage kwam tot stand met steun van het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij aan ‘Onbegrensd door Afrika’, een gezamenlijk project van WWF, Peace Parks Foundation en African Parks gericht op de bescherming van Kavango-Zambezi TFCA.
Meer zien van het werk van Jasper Doest? Bekijk ook de documentaire In de weg van de olifant, waarin hij ondervindt hoe de mens en olifant proberen samen te leven.