Elke lege schelp was ooit het huis van een weekdier. Dankzij speciale klieren is het ongewervelde diertje in staat om van kalk een schelp te maken, waarmee het zichzelf beschermt. Naarmate hij groeit, bouwt hij zijn huisje steeds groter. Sterft een weekdier? Dan blijft alleen zijn schelp achter. Dit uitwendige skelet bevat veel informatie over de voormalige bewoner. Kende jij deze feiten over schelpen al?
1. Schelpen zijn net tijdmachines
Schelpen van langlevende weekdieren leren wetenschappers veel over hoe de oceaan verandert. Zo bieden ze inzicht in de temperatuur en zuurgraad van het zeewater waarin de weekdieren groeiden. Je kunt er zelfs uit afleiden wanneer vulkanen zijn uitgebarsten en wanneer orkanen plaatsvonden.
2. De vorm van een schelp zegt iets over het weekdier
De schelpen die je vindt op het strand zijn op te delen in twee groepen: slakken (Gastropoda) en tweekleppigen (Bivalvia) zoals oesters, mosselen en kokkels. De vorm van de schelp zegt iets over het leefgebied en de manier van leven en bewegen.
Leestip: Deze 3 miljoen jaar oude schelp voorspelt: onze zomers worden alsmaar warmer
Neem penhoren (Turritella communis). De schelp van deze zeeslak is lang, slank en lijkt net op de hoorn van een eenhoorn. Dankzij zijn vorm kan het weekdier in zand en modder boren om zich in te graven. Of wat te denken van de gewone schaalhoren (Patella vulgata)? Die beschikt over een stevige schelp in de vorm van een hoedje en zuigt zich stevig vast aan een rots. Daardoor is hij een lastige prooi voor golven of roofdieren.
3. Het oudste levende weekdier werd 507 jaar
De eer van het oudst bekende levende weekdier gaat naar de noordkromp (Arctica islandica). Van deze soort is een exemplaar bekend dat maar liefst 507 jaar oud is geworden. Het ongewervelde diertje kreeg de naam Hafrún, IJslands voor ‘mysterie van de oceaan’, en is een van de langstlevende dieren waarvan de leeftijd nauwkeurig is gemeten.
4. Sommige schelpen wapenen zich
Er zijn weekdieren die hun overlevingskans weten te vergroten door ribbels en stekels aan hun schelp toe te voegen, waardoor ze moeilijker zijn te vangen door roofdieren.
Lees ook: Deze koralen in Honduras hadden allang dood moeten zijn. Waarom leven ze nog?
Neem stekeloesters (Spondylus). De schelp van dit weekdier is bedekt met stekels en is begroeid met algen en andere aangroeisels die de perfecte camouflage vormen op rotsformaties en koraalriffen.
5. Soms krijgt een lege schelp een nieuwe inwoner
Heremietkreeften kunnen zelf geen schelp aanmaken, maar hebben er wel eentje nodig om te overleven. Ze maken daarom dankbaar gebruik van lege schelpen van andere weekdieren.
Leestip: Deze inktvis gooit schelpen naar andere dieren
Daarin vormen ze echter geen uitzondering. Ook octopussen maken weleens gebruik van lege schelpen. Zo worden octopussen soms gezien met bijpassende schelpen die ze gebruiken om zich in te verstoppen wanneer ze zich bedreigd voelen.
6. Een schelp verraadt het dieet van een weekdier
Er zijn verschillende aspecten waarop je kunt letten om het dieet van weekdieren te achterhalen. Herbivoren en zeewieretende slakken hebben vaak gladde en ronde openingen in hun schelp, terwijl carnivore slakken te herkennen zijn aan een inkeping in de schelp. Dit is waar hun langwerpige neus naar buiten steekt om het water te speuren naar voedsel.
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.





