Het gaat steeds slechter met de wereldwijde bijenpopulatie. Sinds de jaren negentig is maar liefst een kwart van de bijensoorten niet meer waargenomen. Dat is zorgelijk, want ongeveer 75 procent van de belangrijkste voedselgewassen wereldwijd is afhankelijk van bestuivers, zoals bijen.
Op Wereldbijendag (20 mei) duiken we in het laatste onderzoek naar bijen. Wat zorgt ervoor dat het zo slecht gaat met deze insecten? En wist je bijvoorbeeld dat bijen een duidelijke voorkeur kunnen hebben voor een bepaalde kleur bloemen? Dit zijn zes van de laatste inzichten.
1. Afname van de bijenpopulatie kent vele oorzaken
Hoewel de landbouw wereldwijd vaak als hoofdschuldige wordt aangewezen, blijkt uit nieuw onderzoek dat de oorzaken voor de afname van bijen veel breder zijn. Wetenschappers van Binghamton University (VS) analyseerden meer dan 175 overzichtsstudies en kwamen ruim 500 mogelijke redenen voor insectensterfte tegen.
Leestip: In Amsterdam zoemen 33 miljoen bijen – maar je ziet ze niet
Landbouwintensivering kwam zoals verwacht het vaakst voor, maar ook factoren als klimaatverandering, vervuiling en verstedelijking spelen een grote rol. Toch blijven veel oorzaken onderbelicht. Denk aan natuurrampen, oorlogen of zelfs spoorlijnen — factoren die zelden worden genoemd. Dat laat zien dat we ons vooral richten op bekende boosdoeners, terwijl andere risico’s nog te weinig aandacht krijgen.
2. Bijen lijden onder de stijgende temperaturen
Naast de intensivering van de landbouw blijken bijen bijzonder veel te lijden onder de stijgende temperaturen wereldwijd. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Würzburg (Duitsland). Vooral de stijging van de nachttemperatuur speelt een grote rol: in alle onderzochte leefgebieden leidde dit tot een afname van het aantal bijensoorten.
Opvallend is dat hogere dagtemperaturen juist leiden tot méér en diversere bijenpopulaties – maar alleen in ongerepte natuurgebieden, zoals bossen en graslanden. In steden en landbouwgebieden namen de aantallen juist sterk af. De onderzoekers benadrukken daarom hoe belangrijk het is dat we de wilde natuur blijven beschermen.
3. Honingbijen bezoeken liever gele bloemen dan rode bloemen
In een laboratorium van het John Innes Centre in het Verenigd Koninkrijk zagen wetenschappers een opvallend gedrag bij hommels. Wanneer ze konden kiezen tussen rode en gele maskerbloemen (Mimulus), kozen de grote bestuivers bijna twee keer zo vaak voor de gele variant.
De onderzoekers ontdekten dat het niet alleen de kleur was waar hommels op afkwamen, maar ook de geur. De gele versie van de ,askerbloem had een sterkere geur, iets waar hommels gevoelig voor zijn.
Leestip: Bijen gebruiken dierenmest om hoornaars weg te jagen
De plant lijkt in sommige gebieden een langzame, evolutionaire verandering door te maken. Oorspronkelijk werden de bloemen bestoven door kolibries, die zich vooral laten leiden door kleur - en dol zijn op rood. Maar in gebieden waar weinig kolibries voorkomen, nemen hommels de bestuiversrol over. Zij geven de voorkeur aan geurige, gele bloemen, en dus verandert de kleur langzaam van rood naar geel.
4. Hebben hommels de voorkeur voor één soort bloem?
Onderzoekers van de Universiteit van Tsukuba (Japan) onderzochten welke voorkeur hommels hebben bij het bezoeken van bloemen. Het is bekend dat deze insecten zich doorgaans specialiseren in één type bloem. Zelfs als er meerdere soorten bloemen bij elkaar groeien, geven hommels meestal de voorkeur aan hun vertrouwde soort.
Leestip: Raar maar waar: we kunnen bijen vaccineren
Dit fenomeen staat bekend als ‘bloemconstantie’. Lange tijd ging men ervan uit dat bloemconstantie voortkomt uit het onvermogen van hommels om meerdere bloemsoorten tegelijk te onthouden. Het zou simpelweg makkelijker zijn om zich op één soort te concentreren.
Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat die theorie niet helemaal klopt. Hommels bezoeken wél andere bloemsoorten, maar alleen als dat hen goed uitkomt. Ze wegen daarbij af hoeveel tijd het kost om verschillende bloemen te herkennen, én hoeveel tijd het kost om van bloem naar bloem te vliegen. Afhankelijk van welke bloemen bij elkaar staan, passen ze hun gedrag aan.
5. Niet elke bij heeft dezelfde persoonlijkheid
Hoewel sommige bijen hun koningin en kolonie met hun leven zullen verdedigen, geldt dat zeker niet voor allemaal. Uit onderzoek van de Universiteit van Konstanz (Duitsland) blijkt dat zelfs binnen één bijenkolonie sommige wachterbijen sneller tot de aanval overgaan dan andere.
Dit verschil heeft verschillende oorzaken, zoals bepaalde feromonen en de samenstelling van de kolonie. De onderzoekers benadrukken echter dat het karakter van de bij de grootste rol speelt. Net als mensen kunnen bijen dus een meer zachtaardig of een meer gewelddadig karakter hebben.
6. Eerlijkheid loont bij bloemen en bijen
De felle kleuren en zoete geuren van bloemen zijn geëvolueerd om insecten aan te trekken. Deze insecten verspreiden hun stuifmeel, en maken zo de voortplanting van de plant mogelijk. Toch spelen sommige bloemen een ‘oneerlijk’ spel: ze lokken insecten, maar bieden geen nectar als beloning.
Uit een studie van de Universiteit Zürich (Zwitserland) blijkt dat dit niet altijd de beste strategie is. Onderzoek naar de Mexicaanse plant Turnera velutina laat juist zien dat eerlijkheid loont: bloemen die nectar geven, worden vaker bezocht door bijen en produceren daardoor meer zaden. Zo vergroten ze hun kans om zich voort te planten.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!





