Op zoek naar nieuwe manieren om je kinderen iets te leren en tegelijk te vermaken? Ga dan naar NatGeo@Home.
Is het mogelijk om al die maaltijden te bereiden en je kinderen tegelijkertijd les te geven?
Zeker wel. Je koppelt beide taken gewoon aan elkaar.
Jouw kinderen zullen waarschijnlijk niet erg enthousiast reageren als je met een ingelaste les in exacte vakken komt aanzetten – tenzij je die verpakt in een experiment waarvan ze kunnen smullen. Veel eenvoudige technieken die door koks worden gebruikt, berusten op natuurwetenschappelijke ideeën. We vroegen een aantal chef-koks om hun beste natuurwetenschappelijke trucs met ons te delen, zodat wij niet alleen een gezonde maaltijd op tafel kunnen zetten maar er ook wat inzicht in de exacte vakken mee kunnen overbrengen.
Kindvriendelijke techniek: het afmeten van vloeistoffen
Wat ze ervan opsteken: viscositeit
Wat ze moeten doen: laat de kinderen een doorzichtige maatbeker vullen met ongeveer één kopje vloeistof. Zet de maatbeker op een vlakke ondergrond en laat ze op ooghoogte naar de rand van vloeistof kijken. Ze zullen zien dat de vloeistof niet helemaal vlak in de maatbeker staat, maar in het midden een beetje doorbuigt. Dat is de ‘meniscus’, het punt waar scheikundigen meten hoeveel vloeistof er in een maatbeker aanwezig is. De kinderen zullen ontdekken dat de hoeveelheid vloeistof die ze van bovenaf in de maatbeker zien staan, in werkelijkheid wat meer of minder blijkt te zijn als ze de vloeistof van de zijkant bekijken.
Natuurwetenschap is leuk: viscositeit is de weerstand binnen een vloeistof tegen verschuiving van die vloeistof, met andere woorden de stroperigheid ervan. Een stof met een lage viscositeit bevat veel vloeistof, vandaar dat het exact meten van de hoeveelheid vloeistof zo belangrijk is.
Proberen is leren: “Te veel vloeistof zal de viscositeit van beslag verlagen,” zegt professor Melani W. Duffrin van de School of Interdisciplinary Health Professions van de Northern Illinois University. “Dus zal beslag voor pannenkoeken met een te lage viscositeit (oftewel met te veel vloeistof) zich meer uitspreiden, zodat je te platte pannenkoekjes krijgt,” zegt zij. “Maar als je de hoeveelheid vloeistof goed afmeet, krijg je steviger pannenkoeken.”
Kindvriendelijke techniek: zout strooien op groenten
Wat ze ervan opsteken: osmose
Wat ze moeten doen: laat de kinderen met jouw hulp een tomaat snijden en de stukjes dan in een zeef op een kom leggen. Besprenkel de stukjes tomaat met zout. Terwijl het zout in de tomaat trekt, sijpelt er water uit.
Natuurwetenschap is leuk: water en andere moleculen kunnen door celmembranen heendringen, een proces dat ‘osmose’ wordt genoemd. In dit geval is het velletje van de tomaat het membraan. De concentratie aan zout en water moet binnenin en buiten de tomaat gelijk zijn, dus als het zout in de tomaat trekt, sijpelt het water eruit.
Proberen is leren: als je zout op groenten strooit, druppelt er dankzij de osmose water uit. Dus als je bijvoorbeeld zout op wat komkommer of tomaat strooit voordat je deze groenten in een salade verwerkt, zul je merken dat je minder vocht op de bodem van je saladeschaal zult hebben.
Kindvriendelijke techniek: opkloppen
Wat ze ervan opsteken: emulsie
Wat ze moeten doen: laat de kinderen 1/3 kopje azijn en 1 kopje olie in een mengkom gieten en de vloeistof met een garde mengen. Giet in een andere kom dezelfde hoeveelheden azijn en olie, maar doe er anderhalve eetlepel mosterd bij. Meng het geheel met een garde. Giet de beide mengsels over in twee jampotten en laat de kinderen dan bekijken hoe de ingrediënten langzaam gaan schiften (zich van elkaar scheiden). “Je zult zien dat de mix met de mosterd langer gemengd blijft,” zegt Daniel Gritzer, culinair directeur van Serious Eats, een website voor recepten en kooktechnieken. “Als kinderen de beide potten even goed schudden (deksel erop), dan worden de ingrediënten weer goed gemixt.” Daarna kunnen ze opnieuw bekijken welk mengsel sneller gaat schiften.
Natuurwetenschap is leuk: mosterd bevat lecithine, een zogenaamde ‘emulgator’. Een emulgator is een stof die zowel ‘hydrofiele’ (watervriendelijke) als ‘lipofiele’ (vetvriendelijke) eigenschappen heeft. “De emulgator in de mosterd zorgt ervoor dat de watermoleculen in de azijn beter kunnen opschieten met de vetmoleculen in de olie,” zegt Gritzer. “Daarom schiften de olie en de azijn minder snel.”
Proberen is leren: als je een emulgator in jouw sladressing gebruikt, krijg je een romiger resultaat.
Kindvriendelijke techniek: vlees laten uitdrogen
Wat ze ervan opsteken: Maillard-reactie
Wat ze moeten doen: laat de kinderen een stuk rauw vlees in wat plasticfolie inpakken en ze een soortgelijk stuk vlees op een rekje op een bord leggen. (Zorg ervoor dat ze vóór en na het aanraken van het vlees grondig hun handen wassen.) Zet de beide stukken vlees een uur lang in de koelkast en laat de kinderen dan beide stukken onder jouw toezicht in een braadpan bakken. Op het niet-verpakte stuk vlees zal veel sneller een bruin korstje verschijnen dan op het ingepakte stuk vlees. Het niet-verpakte vlees zal ook lekkerder smaken.
Natuurwetenschap is leuk: door de hitte van het braden gaan de suiker- en eiwitmoleculen in het vlees allerlei verbindingen met elkaar aan, waarbij nieuwe moleculen en rijke smaken ontstaan. Dit proces wordt de Maillard-reactie genoemd en het is deze reactie die vlees, bijvoorbeeld biefstuk, zijn lekkere smaak geeft. “Tijdens deze reactie ontstaan er nieuwe en complexere smaken,” zegt Gritzer.
Proberen is leren: de vloeistof op het oppervlak van het vlees heeft tijdens het braden tijd nodig om te verdampen, dus is natter vlees vaak al gekookt voordat de Maillard-reactie zijn goede werk kan doen. “Maar als je het vlees vóór het braden afdroogt, wordt het vlees met al die nieuwe smaken verrijkt,” zegt chef-kok Bertram Whitman uit Los Angeles.
Kindvriendelijke techniek: zout wegen
Wat ze ervan opsteken: kristalvorming
Wat ze moeten doen: laat de kinderen met behulp van een keukenweegschaal een half kopje zout en een half kopje koosjer zout afwegen. Laat ze vervolgens beide zoutsoorten onder een vergrootglas bekijken. De koosjere zoutkristallen wegen een beetje minder en zien er groter uit.
Natuurwetenschap is leuk: zoutkristallen vormen zich wanneer water met daarin opgeloste zoutmineralen verdampt. Alle zoutkristallen vormen van nature een kubus, maar afhankelijk van de snelheid van de verdamping worden ze groter of kleiner. Water dat verdampt, produceert na verloop van tijd steeds grotere zoutkristallen. “Die grotere kristallen hebben meer volume (oftewel ruimte) nodig om hetzelfde gewicht te bereiken,” zegt Duffrin, bedenker van FoodMASTER.org, een website waar kinderen aan de hand van kookexperimenten iets kunnen leren over wiskunde en natuurwetenschap.
Proberen is leren:het afwegen van zout voor een recept kan het verschil betekenen tussen iets wat je lekker vindt en iets wat helemáál niet lekker smaakt. Duffrin wijst erop dat één theelepel zout ongeveer overeenkomt met één en een kwart theelepel koosjer zout.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com