Op 28 december 1895 vertonen twee broers in een Parijse kelder voor het eerst bewegende beelden aan een betalend publiek. Dat experiment markeert het begin van de cinema zoals we die nu kennen. De technologische doorbraak was te danken aan de familie Lumière – een naam die letterlijk ‘licht’ betekent, en nauwelijks toepasselijker had kunnen zijn.

Vluchten voor oorlog, bouwen aan toekomst

Het verhaal van de Lumières begint met onrust. Tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) leed Frankrijk een zware nederlaag en werd Parijs getroffen door de bloedige bezetting (die in 1870 een merkwaardig kerstdiner opleverde). Om aan de chaos te ontsnappen, verliet het gezin Lumière de stad Besançon en vestigde zich in Lyon, verder van de grens.

Die verhuizing bleek van grote invloed. In Lyon bloeide een ondernemende middenklasse op, en vader Antoine Lumière wist zijn artistieke talent te combineren met zakelijk inzicht. Hij opende een fotostudio in het stadscentrum, waar zowel welgestelde burgers als mensen uit volksbuurten hun portret lieten maken.

Twee zonen met verschillende talenten

Antoines zonen Auguste en Louis kregen een gedegen technische opleiding aan La Martinière, de prestigieuze vakschool van Lyon. Auguste voelde zich aangetrokken tot geneeskunde en biologie; Louis combineerde natuur- en scheikunde met een passie voor muziek.

Die combinatie van wetenschap en verbeelding zou cruciaal blijken. In 1881, nog maar zestien jaar oud, begon Louis te experimenteren met het vastleggen van beweging op foto’s. Hij fotografeerde rook, spelende dieren en eenvoudige handelingen. Die pogingen mondden uit in een revolutie: de momentopname.

Van foto naar beweging

Gevoeligere fotografische platen maakten het mogelijk om vluchtige momenten vast te leggen, net zoals impressionistische schilders dat met verf deden. De bevindingen van Louis werden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en oogstten internationale bewondering.

Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!

In de jaren die volgden groeide het familiebedrijf explosief. In Monplaisir, aan de rand van Lyon, bouwden de Lumières de grootste fotoplaatfabriek van Europa. Hun producten, herkenbaar aan de blauwe verpakking, werden wereldwijd verkocht en financierden nieuwe experimenten.

De uitvinding van de cinematograaf

Terwijl overal ter wereld werd geëxperimenteerd met bewegend beeld, zette Louis Lumière een beslissende stap. Hij ontwikkelde de cinematograaf: een compact apparaat dat kon filmen, kopiëren én projecteren.

poster waarmee reclame werd gemaakt voor de cinematograaf van lumière
ORONOZ/ALBUM
Poster waarmee reclame werd gemaakt voor de cinematograaf van Lumière.

Vanaf 1894 maakten de broers testfilms. Een van de bekendste toont arbeiders die aan het einde van de werkdag hun fabriek verlaten. Op 28 december 1895 werd deze film, La Sortie de l’usine Lumière à Lyon, voor het eerst publiek vertoond in de Salon Indien du Grand Café in Parijs. De cinema was geboren.

Op zoek naar kleur

Na het succes van die avond schakelden de Lumières snel op. Camera’s werden in serie geproduceerd, en technici opgeleid om de cinematograaf wereldwijd te demonstreren. Binnen enkele jaren reisden medewerkers naar Europa, de Verenigde Staten, Rusland, Spanje en Latijns-Amerika om films te vertonen en op te nemen. Zo ontstond voor het eerst een mondiale filmcultuur, zorgvuldig gecoördineerd vanuit Lyon.

cinematograaf, uitgevonden door de broers lumière in 1895
SSPL/Getty Images
De cinematograaf, uitgevonden door de broers Lumière in 1895.
een pakje autochroom lumière
SSPL/Getty Images
In 1903 patenteerde Louis Lumière autochroom, waarmee kleurenfotografie mogelijk werd. Met dit ­procedé, dat in 1907 op de markt kwam, werd er een fotografisch vervolg gegeven aan het impressionisme. Fotograaf Alfred Stieglitz was echter niet gecharmeerd: ‘De hele wereld zal gek worden van kleur en daar zijn de­ Lumières verantwoordelijk voor.’ Op de afbeelding een pakje met autochroom Lumière. 1907-’20.

De broers bleven experimenteren. Naast film richtten ze zich opnieuw op fotografie, met één grote ambitie: kleur. Hun onderzoek leidde in 1903 tot de uitvinding van autochroom, het eerste commercieel succesvolle procédé voor kleurenfotografie. Tot 1935 was autochroom de standaard voor kleurenbeelden. Politici, kunstenaars en industriëlen lieten zich ermee portretteren – in kleur, voor het eerst in de geschiedenis.

Beelden voor de eeuwigheid

Schilderkunst, fotografie en film deelden volgens de Lumières een doel: het vastleggen van vergankelijke momenten. Hun werk bood een manier om de tijd stil te zetten – en zelfs generaties te overstijgen.

Dat ideaal kwam abrupt tot stilstand met de Eerste Wereldoorlog, die de wereld opnieuw in grijstinten hulde. Maar de basis was gelegd. Wat begon met een film van fabrieksarbeiders op een winteravond in Parijs, groeide uit tot een van de krachtigste kunstvormen ooit.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!