Door de eeuwen heen werden zeelieden en vissers geconfronteerd met de gevaren van de zee. Onverwachte stormen en hoge golven konden een schip doen vergaan, terwijl slechte hygiëne en het zware werk hun tol eisten van de gezondheid van de bemanning. Omdat de zee gevaarlijk en onvoorspelbaar was, boden bijgeloven houvast. En daar zitten overtuigingen tussen die ons vandaag de dag misschien vreemd in de oren klinken.
Scheepsnamen en bijgeloof
Om maar gelijk te beginnen met een bijgeloof dat tot op de dag van vandaag voortleeft: de naam van een schip kon je maar beter niet veranderen. Tenminste, als je ongeluk wilde voorkomen. Gebeurde dat toch, dan moest het eerst van zijn oude naam worden ontdaan en opnieuw worden gedoopt.
Zeelieden en vissers moesten bovendien hun woorden zorgvuldig kiezen om te voorkomen dat ze het ongeluk over zichzelf afriepen. Bepaalde woorden en uitdrukkingen golden namelijk als onheilspellend. Zo vermeed men termen als ‘verdronken’, ‘vaarwel’ en zelfs ‘veel geluk’. Ook alles wat met het land te maken had, werd gezien als glad ijs: kerken, varkens, vossen, katten en konijnen dienden aan boord niet te worden genoemd.
Leestip: Hoe hield de VOC haar bemanning gezond? ‘Chirurgijns konden behoorlijk arrogant zijn’
Daarnaast kon de vrouw van een zeeman hem beter niet naroepen of uitzwaaien zodra hij de deur uitging. En fluiten of zingen in de wind? Strikt verboden, want men geloofde dat dit een storm zou aanwakkeren.
Eten en drinken: bananen, thee en brood
Rondom eten en drinken zijn veel bijgeloven ontstaan. Zo zou het ongeluk brengen als je thee roerde met een mes of vork, of een aangesneden brood omdraaide. Ook mocht een zeeman zijn zoutvaatje nooit rechtstreeks aan een collega overhandigen: hij moest het eerst neerzetten, waarna de ander het pas mocht oppakken.
Eierschalen werden na het breken tot kleine stukjes verkruimeld, om te voorkomen dat heksen de schalen zouden gebruiken om naar het schip te varen. En bananen aan boord? Dat was uit den boze. Dit zou zo veel ongeluk brengen dat het schip kon vergaan.
Overboord voor geluk en onheilspellende dagen
Ook over de manier van vissen bestond veel bijgeloof. Bij het uitzetten van netten bracht een oneven aantal geluk. Schotse vissers gingen nog een stap verder. Zo vertelde men dat ze eerst een bemanningslid overboord gooien om hem daarna weer aan boord te hijsen, in de hoop op geluk bij het vissen. En waaide je hoed overboord? Dan was dat een teken dat de reis bijzonder lang zou duren.
Leestip: Carta Marina: deze zestiende-eeuwse zeekaart staat vol zeemonsters
Bovendien was niet elke dag geschikt om te varen. Donderdag (de dag van stormgod Thor) en vrijdag (de dag van Jezus’ kruisiging) golden als ongeluksdagen. Evenmin was het verstandig de zeilen te hijsen op de eerste maandag in april (toen Kaïn Abel doodde), de tweede maandag in augustus (de verwoesting van Sodom en Gomorra) of op 31 december (de dag waarop Judas Iskariot zichzelf ophing).
Ruige rituelen op zee
Het ruige uiterlijk en karakter van scheepslieden en vissers had naar verluidt ook een functie. Wie aan boord zijn nagels knipte, zijn haar knipte of zijn baard schoor, riep ongeluk af over het schip.
Op het moment dat tatoeages op zee populair werden, kozen zeelieden vaak voor een haan en een varken op hun voeten. Men geloofde dat deze dieren hen zouden behoeden voor verdrinking door hun de weg naar de kust te wijzen.
Leestip: Bijgeloof in de Middeleeuwen: ‘De priester bad voor de sperzieboontjes op het veld’
En begon het visseizoen? Dan was het een slecht voorteken om uit te varen zonder eerst bloed te hebben vergoten. Dit kon gebeuren in een gevecht of door een ongeluk.
Verboden toegang voor vrouwen, platvoeten en roodharigen
Niet iedereen was welkom aan boord. Mensen met platvoeten brachten ongeluk en werden daarom zelfs al op het land gemeden, nog voordat er werd gevaren. Ook roodharigen hield men liever op afstand. Kwam je voor vertrek een roodharige tegen, dan kon je het ongeluk alleen afwenden door hem of haar als eerste aan te spreken, nog vóórdat diegene jou aansprak.
Vrouwen konden al helemaal beter thuisblijven, want hun aanwezigheid zou de bemanning afleiden en de zee kwaad maken. Naakte vrouwen daarentegen zouden de zee juist kalmeren. Dit is ook de reden waarom zo veel boegbeelden bestonden uit een vrouw met een ontbloot bovenlijf.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!