Ruim dertien miljoen jaar geleden stierf een jonge mensaap in een weelderige jungle, op een plek die nu het noorden van Kenia is. Kort daarna werd zijn lichaam bedekt door de as van een uitbarstende vulkaan in de buurt.

Miljoenen jaren later legden wetenschappers de schedel van het aapje bloot en ontdekten dat het fossiel het best bewaarde in zijn soort is dat ooit is gevonden. De schedel biedt de experts een uitzonderlijk kijkje in de eerste stadia van de evolutie van de mensapen.

“We zoeken al jaren naar fossielen van mensapen – en dit is de eerste keer dat we een volledige schedel hebben gevonden,” zegt Isaiah Nengo, de antropoloog van het De Anza College die de opgravingen leidde; zijn academie wordt deels gefinancierd met een beurs van de National Geographic Society.

De schedel, ter grootte van een citroen, is afkomstig van een nieuwe vroege apensoort genaamd Nyanzapithecus alesi. Enkele kenmerken van de nieuwe soort doen denken aan die van moderne apen en mensapen van Afrika, Europa en Azië, terwijl het gezicht sterke overeenkomsten met moderne babygibbons vertoont.

Bovendien biedt N. alesi inzicht in de hersenen van vroege mensapen, schrijft het team in de publicatie over de vondst, die deze week in het vakblad Nature verscheen. Met een volume van ongeveer zeven eetlepels was de herseninhoud van N. alesi ruim tweemaal zo groot als die van andere mensapen uit de Oude Wereld in die periode.

Op de binnenkant van het intacte neurocranium (de hersenpan) van het mensaapje is de afdruk van het hersenvlies te zien, terwijl de schedel verder de niet-doorgekomen volwassen tanden van het dier bevat.

De schedel van de pas ontdekte soort van uitgestorven mensapen genaamd Nyanzapithecus alesi

Een gelukkige (rook)pauze

Nadat de apen van de Oude Wereld zich tussen 25 en 28 miljoen jaar geleden hadden afgescheiden van hun directe voorouders, begonnen ze zich halverwege het Mioceen te vertakken. Veel van die afstammingslijnen stierven rond zeven miljoen jaar geleden uit als gevolg van plotselinge klimaatveranderingen. De moderne mensapen en ook de mens zijn de nazaten van deze vroege apensoorten uit het Mioceen.

De details van dit evolutionaire verhaal zijn nog zeer vaag, deels omdat de eerste mensapen in het regenwoud leefden, waar zelden omstandigheden heersen die gunstig zijn voor de vorming van fossielen. Vóór de vondst van N. alesi was er slechts één andere schedel van een mensaap met een intacte hersenpan uit het Mioceen ontdekt.

“Bij de soorten waarvan we iets van de schedel hebben gevonden, gaat het vaak om kaakbotten, het gezicht en soms het uiterste puntje van het voorhoofdsbeen,” zegt Brenda Benefit, een antropologe van de New Mexico State University die de publicatie over de studie voor het vakblad moest beoordelen. “Je vindt niet vaak een compleet neurocranium – dat is ongekend.”

De ontdekking van N. alesi is te danken aan vasthoudendheid, maar ook puur geluk. Eerder al hadden de Leakey’s, de beroemde familie van paleoantropologen, op de vindplaats van Napudet in het noorden van Kenia opgravingen gedaan. Toen Nengo in 2013 de verantwoordelijkheid over de plek kreeg, gingen maar weinig mensen ervan uit dat er iets van belang zou worden gevonden.

Maar op een dag, begin 2014, ging John Ekusi, een van de assistenten, een stukje verderop staan om een sjekkie te roken. Na een tijdje vroeg de rest van het team zich verbaasd af wat Ekusi daar toch aan het doen was: hij liep rond iets wat hem op de grond was opgevallen.

Ekusi vertelde de rest van het team dat hij mogelijk de dijbeenkop van een olifant had zien liggen en wees het team op een rond stuk bot dat uit de rotsige bodem stak. Maar bij nadere inspectie bleek dat het om iets veel zeldzamers ging: de schedel van een mensaapje, dat vergeleken met zijn oorspronkelijke driedimensionale vorm slechts een beetje was platgedrukt. Opgewonden deed het team een rondedansje.

Maar omdat het donker begon te worden, moesten de archeologen de schedel weer onder een laag aarde begraven en tot de volgende ochtend wachten voordat ze het fossiel konden uitgraven. “Ik kan je zeggen dat niemand van ons die nacht een oog heeft dichtgedaan,” vertelt Nengo.

Bevrijd uit zijn harnas van zandsteen blijkt het schedeltje vergeleken met zijn oorspronkelijke vorm slechts een beetje te zijn platgedrukt
Bevrijd uit zijn harnas van zandsteen, blijkt het schedeltje vergeleken met zijn oorspronkelijke vorm slechts een beetje te zijn platgedrukt.
Isaiah Nengo, Leakey Foundation

Aan de tand voelen

Het sediment waarin het fossiel werd aangetroffen, kon worden gedateerd op een ouderdom van dertien miljoen jaar, waarmee ook de ouderdom van het fossiel zelf bekend was. Maar hoewel de schedel perfect bewaard was gebleven, kon uit een eerste onderzoek van het geprepareerde fossiel niet worden afgeleid waar deze soort in de stamboom van de primaten paste.

Om dat te kunnen doen, hadden Nengo en zijn collega’s aanwijzingen van de nog niet-doorgekomen blijvende tanden van het mensaapje nodig. Dus brachten ze hun vondst naar het European Synchrotron Radiation Facility (ESRF) in het Franse Grenoble, waar technici het fossiel met krachtige röntgenstraling bombardeerden om een kijkje in de schedel te kunnen nemen zonder het fossiel daarbij te beschadigen.

De scans toonden het team van Nengo een driedimensionale reconstructie van de tanden. Hun opvallende vorm maakte duidelijk dat het hier ging om een soort uit het geslacht van de nyanzapitheken, een uitgestorven zustergroep van de gibbons, grote mensapen en mensen.

“Als ze de synchrotron-scans niet hadden laten maken, zouden ze dit nooit hebben kunnen vaststellen,” zegt Benefit. “Voor mij is dat het wonder van de moderne technologie.”

Nu N. alesi eenmaal is geïdentificeerd, zit Nengo al vol ideeën over de volgende aspecten van de vondst die bestudeerd moeten worden. Hij en zijn collega’s maken zich op om de hersenafdruk op de binnenkant van de schedel te analyseren. Ook willen ze opnieuw kijken naar het prachtig bewaard gebleven oor van het mensaapje en proberen ze te reconstrueren hoe N. alesi er in het echt zou hebben uitgezien.

Nengo wil ook terugkeren naar Napudet om er naar andere fossielen te zoeken waarvan hij aanwijzingen in de oeroude rotsen heeft gezien.

“Dat is het plan,” zegt hij. “We hebben nog de nodige interessante dingen te doen.”