Na haar scheiding onderging Margaretha Zelle een diepgaande transformatie. De jonge vrouw vond zichzelf opnieuw uit als een opzienbarende nieuwe persoonlijkheid: de exotische danseres Mata Hari. In 1905 brak Mata Hari (Maleis voor ‘oog van de dag’, oftewel dageraad) door met een optreden in het Musée Guimet voor oosterse kunst in Parijs. Zeshonderd mensen uit de Parijse elite waren uitgenodigd. Mata Hari voerde volledig nieuwe dansen uit, gekleed in doorzichtige gewaden, een met juwelen bezette bh en een spectaculaire hoofdtooi.

Mata Hari reisde veel, wat de aandacht trok van de wereld van de contraspionage. Herfst 1915 was de exotische danseres in Den Haag, waar ze bezoek kreeg van Karl Kroemer, Duits honorair consul in Amsterdam. Hij bood haar twintigduizend franc (nu zo’n vijftigduizend euro) om voor Duitsland te spioneren. Ze accepteerde het geld, dat ze beschouwde als compensatie voor haar bont, juwelen en geld dat de Duitsers bij het begin van de oorlog in beslag hadden genomen. Maar de baan accepteerde ze niet.

Toen ze in december dat jaar per boot van Nederland naar Frankrijk reisde, werd ze net als de andere passagiers in de Britse haven Folkestone ondervraagd door een inlichtingenofficier. Haar taaltalent in combinatie met haar pracht en praal was genoeg reden om haar in twijfel te trekken. In opdracht van Georges Ladoux, hoofd van het net opgerichte Deuxième Bureau (voor contraspionage) van het Ministerie van Oorlog, volgde zijn agenten haar op weg naar restaurants, parken, theesalons en nachtclubs. Ze openden haar post, luisterden haar telefoon af en hielden bij wie ze ontmoette. Maar ze konden niet bewijzen dat ze belangrijke informatie verzamelde of aan Duitse agenten doorgaf.

Mata Hari had geen idee wat haar te wachten stond en was met hele andere dingen bezig: ze was verliefd geworden op een veelvuldig onderscheiden, jonge Russische kapitein, Vladimir de Massloff, die voor de Fransen vocht. Om dicht bij haar geliefde te kunnen zijn, sloot ze een deal met het Deuxième Bureau. Agenten vertelden haar dat ze haar geliefde kon bezoeken als ze voor Frankrijk zou spioneren. Ze stemde in en kreeg een miljoen franc, genoeg voor Vadime en haar voor het geval zijn familie zich na hun huwelijk van hem af zou keren. Ze wilde hem niet bedriegen met andere mannen, schreef ze.

Ladoux gaf Mata Hari opdracht om via Spanje naar Den Haag terug te gaan en op verdere instructies te wachten. Het is veelzeggend dat hij haar, ondanks verschillende ontmoetingen, nooit om specifieke informatie vroeg, haar nooit een specifieke man liet verleiden en nooit duidelijk maakte hoe ze informatie moest doorgeven. Uiteindelijk verstuurde ze, via de normale post, een brief waarin ze om een voorschot vroeg voor een nieuwe garderobe voor het geval ze belangrijke mannen moest verleiden.

Zoals Ladoux had opgedragen, vertrok Mata Hari naar Spanje, vanwaar ze aan boord van de SS Hollandia richting Nederland voer. Onderweg werden de passagiers aangehouden en Mata Hari werd opnieuw ondervraagd in een Britse haven. Dit zou haar laatste reis worden.

In 1917 werd Mata Hari werd op acht aanklachten schuldig verklaard en veroordeeld tot executie door een vuurpeloton. Pogingen om de straf om te zetten in gevangenisstraf liepen stuk, evenals een beroep op presidentiële gratie. Het doodvonnis werd in het diepste geheim voltrokken op de ochtend van 15 oktober 1917. Mata Hari gaf een briljante voorstelling, misschien wel haar mooiste, bewoog zich gracieus en waardig en weigerde, in haar trots en grootheid, zich te laten vastbinden. De sergeantmajoor die het peloton leidde merkte op: ‘Mijn God! Deze vrouw weet hoe ze moet sterven.’

Het complete verhaal is te lezen in het oktobernummer van National Geographic Historia.