Uit een stuk bovenkaak dat in Israël werd gevonden, blijkt dat de moderne mens Afrika veel eerder verliet dan werd aangenomen. De vondst draagt bij aan het bewijs dat onze soort langer dan gedacht tegelijk met verre familieleden zoals neanderthalers door de Levant zwierf.

Tot voor kort werd aan de hand van gevonden fossielen gesteld dat onze soort, homo sapiens, zo'n tweehonderdduizend jaar geleden voor het eerst voorkwam in Oost-Afrika. Op basis van fossielvondsten werd verder aangenomen dat kleine groepjes mensen al zo'n 120.000 jaar geleden op pad gingen vanuit Afrika. Pas zo'n vijftig- tot zestigduizend jaar geleden zou een grote migratiegolf uit het continent op gang zijn gekomen.

Maar afgelopen juni kwamen die aannamen op losse schroeven te staan door een onderzoek naar fossielen die werden gevonden in Jebel Irhoud in Marokko. Wetenschappers ontdekten dat die modern uitziende vroege mensen zo'n 350.000 jaar oud zijn, wat zou betekenen dat onze soort veel ouder is dan gedacht.

De nieuwe ontdekking uit het Midden-Oosten, die vandaag uitgebreid werd beschreven in Science vormt een aanvulling op de vondst in Marokko. Nu blijkt namelijk dat de eerste stappen van homo sapiens in Eurazië ook van veel eerder dateren: zo’n 180.000 jaar geleden.

“Dit is een belangrijke ontdekking, die ervoor zorgt dat het moment dat de moderne mens op pad ging uit Afrika veel vroeger komt te liggen,” zegt Darren Curnoe, een deskundige op het gebied van de herkomst van de mens aan de University of New South Wales in het Australische Sydney.

“Samen met de ontdekking van vorig jaar, van de eerste moderne mensen in Afrika, zorgt dit ineens voor een verschuiving in het denken over onze herkomst, terwijl dat al tientallen jaren onveranderd was gebleven.”

Het fossiel werd gevonden in de Misliyagrot Dit is een van de belangrijke prehistorische grotten die liggen aan de westkant van het Karmelgebergte in Isral
Het fossiel werd gevonden in de Misliya-grot, Dit is een van de belangrijke prehistorische grotten die liggen aan de westkant van het Karmelgebergte in Israël.
Gerhard Weber, University of Vienna

Nauwkeurige datering

Het fossiel van de bovenkaak werd in 2002 ontdekt bij een archeologische opgraving bij Misliya in het Karmelgebergte in het noorden van Israël. Op deze locatie deed een rots in de loop van honderdduizenden jaren dienst als schuilplaats voor verschillende prehistorische menssoorten.

“Mensen vinden het prettig om in open schuilplaatsen onder rotsen te leven. Zo kunnen ze gevaar of prooien zien, maar toch droog blijven. Vanaf dit terras konden ze het gebied voor zich overzien,” vertelt Rainer Grün. Hij is een van de coauteurs van het onderzoek en is directeur van het Australian Research Centre for Human Evolution aan de Griffith University in Queensland.

De onderzoekers voerden een nauwkeurige analyse uit om er zeker van te zijn dat de vorm van de tanden en de kaak die van een moderne mens waren, en niet van een neanderthaler, vertelt Grün.

Hoewel het fossiel al aan het begin van de opgravingen werd gevonden, vond de datering pas plaats in 2014 en 2015. De eerste resultaten waren zo verrassend dat het team besloot ze zorgvuldig te controleren. Uiteindelijk werden vier verschillende dateringsmethoden gebruikt voor het tandbeen van de gevonden tanden, het glazuur, het sediment dat aan de kaak vastzat en het gesteente dat naast het fossiel werd gevonden.

Uit de combinatie van die methoden blijkt een geschatte leeftijd van zon 177.000 tot 194.000 jaar, stelt het team, dat werd geleid door de paleoantropoloog Israel Hershkovitz van de Israëlische Tel Aviv University.

Een dergelijke leeftijd “past goed in het model dat nu lijkt te ontstaan, van een heel oude geschiedenis van onze soort, veel ouder dan we dachten,” zegt Jean-Jacques Hublin van het Duitse Max-Planck-Institut für evolutionäre Anthropologie in Leipzig. Hij stond aan het hoofd van het team dat in 2017 de vondst bij Jebel Irhoud deed.

“Het verhaal van de ‘out-of-Africa’-tocht van onze soort is complexer dan we altijd hebben gedacht.”