Toen Glo Lindenmuth in december 2021 COVID-19 kreeg, had ze last van verkoudheid en voelde zich ongeveer een week lang uitgeput, terwijl ze ook haar reuk- en smaakzin circa twee weken lang kwijt was. Voordat ze het coronavirus opliep, had ze van deze symptomen gehoord en was er dus niet door verbaasd. Maar de somberheid en slaapproblemen waar ze in de weken na haar ziekte last van had, verrasten haar wél.

‘Ik had als tiener last van depressie gehad, maar dit was veel erger,’ zegt Lindenmuth (30), die in New York in de bedrijfscommunicatie werkt. Naast het plotselinge gevoel van somberheid had ze ook nachtmerries en moeite met slapen. Als ze wakker was, voelde het alsof er een mist in haar hersenen hing en drongen zich nare gedachten aan haar op, vaak over de mogelijkheid om zichzelf iets aan te doen. En hoewel ze normaliter opgewekt en extrovert was, was ze opeens bang om aan sociale activiteiten deel te nemen. ‘Ik zegde afspraken met vrienden af, sliep in het weekend de hele dag door en negeerde de meerderheid van de telefoontjes en berichtjes die ik kreeg,’ vertelt ze. Haar klachten hielden ruim twee maanden lang aan.

In het voorjaar begon Lindenmuth zich wat beter te voelen, maar daarna werd ze van half juni tot half augustus door een tweede golf van depressie overspoeld. Ze besloot om te rade te gaan bij een gedragspsychiater, die een depressie bij haar vaststelde.

Ook nadat ze ogenschijnlijk van hun COVID-19-klachten zijn hersteld, blijven miljoenen mensen last houden van somberheid, vermoeidheid, apathie en overbezorgdheid of zijn anderszins emotioneel van slag.

Tijdens het opstellen van een rapport dat berustte op gegevens van miljoenen Amerikanen die door het gezondheidsnetwerk van het Amerikaanse ministerie van Veteranenzaken waren geholpen, ‘beseften we dat we te maken hadden met een land dat door alle ophef van de pandemie en de lockdowns diep was geschokt,’ zegt Ziyad Al-Aly, directeur klinische epidemiologie aan de Washington University in St. Louis, Missouri, en medeauteur van het rapport. Al-Aly en zijn collega’s wilden weten of mensen die COVID-19 hadden gehad na hun herstel een hoger risico liepen op het ontwikkelen van mentale problemen. ‘Het antwoord was absoluut bevestigend. Mensen met COVID-19 liepen een veel grotere kans op dat soort problemen.’

Volgens een onderzoek dat in juni 2022 in het vakblad CNS Drugs verscheen, meldde 35 procent van de ondervraagde patiënten die van een COVID-19-besmetting waren hersteld dat ze ook na hun ziekte last bleven houden van depressieve klachten. En dat kwam niet alleen door het feit dat ze meerdere dagen of weken van hun geregelde leven waren krijtgeraakt, maar door een vrij onbekend fenomeen dat postvirale wordt genoemd. Deze vorm van depressie wordt vermoedelijk veroorzaakt door ontstekingsreacties, psychische stress en andere factoren.

De symptomen beginnen doorgaans ‘twee à drie maanden na het begin van de COVID-19-besmetting en lijken meerdere maanden aan te houden,’ zegt Madhukar Trivedi, psychiater en oprichter-directeur van het Center for Depression Research and Clinical Care, onderdeel van het Southwestern Medical Center van de University of Texas in Dallas. ‘Het is onmogelijk om te voorspellen wie door klachten van voorbijgaande aard en wie door langer aanhoudende stoornissen getroffen zullen worden.’

Reikwijdte van het probleem

De link tussen infectieziekten en depressie is niet nieuw, maar is in de afgelopen decennia wel beter herkenbaar geworden en grondiger onderzocht. Zo bleek in 2016 uit een studie in het vakblad Brain, Behavior, and Immunity dat mensen die in de 30 tot 180 dagen voorafgaande aan het onderzoek COVID-19 hadden gehad, een 57 procent hogere kans liepen om een nieuwe depressie te ontwikkelen, vergeleken met degenen die de ziekte niet hadden opgelopen. Volgens experts kan postvirale depressie ook optreden na besmetting met andere virussen, waaronder het Epstein-Barr-virus, dat klierkoorts veroorzaakt.

Uit het onderzoek van Al-Aly, dat in februari 2022 in het British Medical Journal verscheen, bleek dat mensen die COVID-19 hadden gehad een maand na herstel van hun ziekte een 35 procent hogere kans liepen om een angststoornis te ontwikkelen en een 39 procent hogere kans hadden op een aanval van depressie; ook gingen die aanvallen gepaard met een toegenomen gebruik van antidepressiva en kalmeringsmiddelen.

Deze bevindingen staan zeker niet op zichzelf. Uit een andere studie, die in april 2022 in het Journal of Neurology verscheen, bleek dat patiënten die van COVID-19 waren hersteld maar niettemin acht maanden na hun ziekte nog last hadden van vermoeidheid, ook last hadden van apathie en bezorgdheid. En voor een onderzoek dat in mei 2022 in The Lancet verscheen, volgden de onderzoekers de geestelijke gezondheid van COVID-19-patiënten in zes Europese landen, waarbij ze ontdekten dat deze patiënten met milde klachten, die vanwege hun ziekte niet opgenomen hoefden te worden, in de maanden na hun herstel een hogere kans op depressie liepen, vooral als ze tijdens hun ziekte een tijdlang bedrust hadden moeten houden.

Mysterieus mechanisme

De precieze manier waarop COVID-19 deze vorm van depressie veroorzaakt, is nog niet bekend, maar er doen diverse hypotheses de ronde. Volgens Al-Aly roept het SARS-CoV-2-virus mogelijk meer ontstekingsreacties in de hersenen op dan andere virussen en activeert het daar zogenaamde microgliacellen, immuuncellen van het centraal zenuwstelsel die ontstekingscellen aanmaken. ‘Ontstekingsreacties kunnen gebieden in het brein aantasten die verantwoordelijk zijn voor onze emoties en die emoties als het ware opvoeren of afzwakken.’

Een andere hypothese luidt volgens Al-Aly dat het virus de binnenbekleding van de bloedvaten aantast, waardoor de bloed- en zuurstoftoevoer naar regio’s in de hersenen wordt verstoord waar onze gevoelens worden gereguleerd. Volgens weer een andere hypothese zou het virus de diversiteit en balans van het microbioom van darmbacteriën verstoren, en daarmee ook het niveau aan bepaalde neurotransmitters, chemische boodschappers die in de hersenen en de rest van het lichaam zenuwsignalen overbrengen en verantwoordelijk zijn voor de regulering van mentale stemmingen. ‘Wat heel erg duidelijk is, is dat de invloed van het coronavirus op de geestelijke gezondheid reëel en biologisch is, dus geen inbeelding,’ zegt Al-Aly.

Dat wil niet zeggen dat er niet ook psychologische factoren een rol spelen. De langdurige isolatie en gevoelens van eenzaamheid die patiënten tijdens het doormaken van de ziekte kunnen ervaren, kunnen bijdragen aan post-COVID-19-depressie, zegt Pravesh Sharma, psychiater aan het Mayo Clinic College of Medicine and Sciences in Eau Claire, Wisconsin. Volgens Sharma vragen mensen zich bij deze depressie soms af: ‘Waarom ik? Dat roept veel negatieve gedachten op en beïnvloedt de manier waarop mensen in hun dagelijks leven functioneren.’ Zulke factoren kunnen een vicieuze cirkel op gang brengen die mensen in een staat van depressie gevangen houdt.

Het probleem wordt nog verergerd door het feit dat patiënten met post-COVID-19-depressie zich vaak onbegrepen voelen. ‘Hun familie begrijpt niet waarom ze zich na het verdwijnen van de symptomen niet beter voelen,’ zegt Dawn Potter, een klinisch psychologe die aan de Cleveland Clinic steungroepen voor mensen met ‘long covid’ leidt. Bovendien weten ‘deze mensen niet wanneer hun depressieve klachten zullen verdwijnen en wat ze ertegen kunnen doen, waardoor ze bezorgd zijn. Ook is het gebruikelijk dat mensen bang zijn dat ze opnieuw COVID-19 krijgen.’ Volgens experts maken sommige mensen zich bovendien zorgen over de potentiële langetermijngevolgen van een COVID-19-besmetting, wat in de periode na hun herstel tot emotionele stress kan leiden.

Wie zijn kwetsbaar?

Hoewel er nog maar weinig onderzoek is gedaan omdat COVID-19 een zeer recente ziekte is, denken experts dat mensen met een voorgeschiedenis van depressieve klachten en angststoornissen een hoger risico lopen op het ontwikkelen van een post-COVID-19-depressie. ‘Wat ik in mijn klinische praktijk zie, is dat mensen na COVID-19 depressief worden of dat depressieve klachten uit het verleden na een COVID-19-besmetting weer terugkeren of verergeren,’ zegt Potter.

Tot de mensen met een hoger risico op post-COVID-19-depressie behoren volgens experts ook diegenen die vóór hun besmetting al waren blootgesteld aan een verhoogd stressniveau en ziektebeelden hadden die in het algemeen tot hogere sterftecijfers leiden, zoals overgewicht, hoge bloeddruk, diabetes en andere aandoeningen, en ook mensen die tijdens hun COVID-19-besmetting ernstig ziek zijn geweest.

In sommige gevallen kan een depressie deel uitmaken van de symptomen van ‘long covid’, waaronder aanhoudende geheugenproblemen, stoornissen van het denk- en concentratievermogen, stemmingswisselingen, vermoeidheid en problemen met het organiseren van taken, zoals het beheren van medicatie en geldzaken. Dyani Lewis (44) uit het Australische Melbourne ondervond dit aan den lijve toen zij in maart 2022 COVID-19 opliep. Hoewel ze slechts milde symptomen had (‘Ik heb verkoudheden met ergere klachten gehad’), begon ze ongeveer een week na het verdwijnen van de infectie dagelijks last te krijgen van hoofdpijn, vermoeidheid, gebrek aan motivatie en een duizeligheid die aanvoelde alsof ze voortdurend wagenziek was. Sinds 2019 had ze voor een eerdere depressie een SSRI-medicijn (een selective serotonin reuptake inhibitor of ‘selectieve serotonine-heropnameremmer’) gebruikt, waarmee ze haar stemmingswisselingen goed kon beheersen – totdat ze COVID-19 kreeg.

‘Ik had moeite om mijn werk af te maken en miste de energie voor mijn kinderen,’ zegt Lewis, een freelance wetenschapsjournaliste en moeder van twee dochters. ‘In hoeverre mijn depressie direct door het SARS-CoV-2-virus is verergerd of dat het virus gewoon de omstandigheden heeft gecreëerd waarin ik me slecht voelde, weet ik niet,’ zegt zij. Lewis is nu bezig over te stappen naar een nieuw antidepressivum en is begonnen aan een licht regime van lichaamsoefeningen om haar stemming te verbeteren en haar energieniveau op te schroeven.

Volgens experts zijn er bij COVID-19-depressies geen duidelijke verschillen te zien tussen de seksen. Maar uit een onderzoek dat in januari 2022 in het Journal of Psychiatric Research is verschenen, blijkt dat onder voormalige COVID-19-patiënten in Italië die na hun ziekte psychiatrische symptomen vertoonden, de mannen een halfjaar na hun ziekte meer last hadden van angststoornissen en depressies. Na een jaar had deze groep zelfs last van ernstiger symptomen dan andere groepen; vrouwen ondergingen de zwaarste fase van hun depressie kort nadat ze van COVID-19 waren hersteld, maar na een halfjaar waren hun klachten duidelijk minder ernstig en bleven de symptomen ook daarna afnemen. De onderzoekers menen dat dit mogelijk het gevolg is van het feit dat mannen in het algemeen een sterkere ontstekingsreactie vertonen dan vrouwen, waardoor er na hun besmetting met COVID-19 mogelijk chronische ontstekingen in de hersenen en de rest van hun lichaam ontstaan. Een andere verklaring is dat mannen bij mentale klachten minder geneigd zijn om professionele hulp in te roepen.

De weg naar een betere stemming

Hoewel een post-COVID-19-depressie in sommige gevallen na verloop van tijd op natuurlijke wijze weer verdwijnt, is er geen reden om niets aan de symptomen te doen. ‘Het is belangrijk om jezelf niet voor te houden dat het door COVID-19 komt en er dus niets aan te doen is,’ zegt Trivedi, ‘want dan zou je er langer last van kunnen houden dan je denkt.’

Om weer een goede mentale en emotionele conditie te bereiken is het volgens Trivedi belangrijk om geregeld aan lichaamsbeweging of sport te doen, want die activiteiten gaan ontstekingsreacties tegen en hebben ook een antidepressieve werking. Zoek steun door contact te leggen met vrienden, familieleden en/of steungroepen in jouw omgeving. En zorg ervoor dat je goed eet, bijvoorbeeld door een Mediterraan dieet te volgen, dat rijk is aan fruit, groenten, peulvruchten, noten, volkoren granen, vis en olijfolie. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat dit dieet in verband kan worden gebracht met een lager risico op het ontwikkelen van depressies. Daarnaast is in 2019 uit een studie in het tijdschrift PLoS One gebleken dat het overstappen op een gezonder dieet al na drie weken resultaten kan opleveren en symptomen van depressie kan verminderen.

Het is ook belangrijk om de omstandigheden rond het slapen te verbeteren, want ‘slaapproblemen en depressie gaan hand in hand – het probleem werkt in twee richtingen,’ zegt Potter. Eenvoudig uitgedrukt kan slecht slapen je stemming aantasten, en kan depressie de kwaliteit van je slaap ondermijnen. ‘Als je erin slaagt om beter te slapen, dan verbetert je stemming vaak,’ zegt zij. Zij raadt mensen aan om bij hun slaapgewoonten stil te staan en een doelbewuste poging te doen om ruim voor het slapen gaan de lampen te dimmen en elektronische schermen te mijden. Ook adviseert ze om telkens op dezelfde tijdstippen van de dag en nacht naar bed te gaan en op te staan, zodat er een consistente slaap-waakcyclus ontstaat.

Afhankelijk van de ernst van de symptomen kunnen mensen die last hebben van post-COVID-19-depressie, veel baat hebben bij therapie, vooral cognitieve gedragstherapie (CGT), die mensen helpt om negatieve gedachtenpatronen te veranderen in positievere manieren van denken. Een andere aanpak is gedragsactivatie, een vaardigheid die vaak in samenhang met CGT wordt getraind. Volgens Jed Magen, osteopathisch arts en psychiater aan de Michigan State University in East Lansing, berust de methode op het vaststellen van doelstellingen waarmee mensen worden aangespoord om dingen te doen waarmee ze hun algehele stemming kunnen verbeteren.

Met behulp van antidepressiva, gesprekstherapie en het delen van haar ervaringen binnen haar sociale netwerk slaagde Lindenmuth erin om zich allengs beter te voelen. Na een tijdje begon ze meer aan lichaamsbeweging te doen en hervond ze haar liefde voor koken, dansen en het samenzijn met vrienden. ‘Ik voel me nu prima en heb weer de energie die ik voorheen had,’ zegt zij. ‘Ik heb ook mijn creativiteit hervonden en heb een helderheid van geest die ik lange tijd niet heb gehad,’ zegt Lindenmuth. ‘Ik ben blij dat ik heb ontdekt hoe ik weer beter kon worden.’

Als het gaat om het ervaren van post-COVID-19-depressie en het herstellen ervan, is Lindenmuth in goed gezelschap. Volgens Potter moeten ‘mensen weten dat post-COVID-19-depressie zeer veel voorkomt en dat er hoop is: uit onderzoek is gebleken dat er manieren zijn om deze aandoening te behandelen, zoals er ook manieren zijn om andere vormen van depressie te behandelen,’ zegt zij. ‘Het feit dat we deze ziekte nog niet helemaal begrijpen, betekent niet dat we het wiel opnieuw moeten uitvinden.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com