Vruchtbaarheidsproblemen worden vaak bij de vrouw gelegd. Ten onrechte, want in werkelijkheid speelt de man in bijna de helft van de gevallen een rol. Hoewel steeds meer mannen actief hulp zoeken, blijken misverstanden over mannelijke vruchtbaarheid hardnekkig. Wetenschappers bespreken er vijf.

Wereldwijde vruchtbaarheidsproblemen

Wereldwijd ervaart ongeveer één op de zes volwassenen vruchtbaarheidsproblemen. Ook in Nederland zijn stellen steeds langer bezig met het proberen om zwanger te worden: volgens de jaarlijkse Nationale Vruchtbaarheidstest is het aandeel stellen dat langer dan een jaar bezig is om zwanger te worden gestegen van 35 procent in 2021 naar 45 procent in 2025. Toch vermijden veel mannen een bezoek aan de dokter, merken vruchtbaarheidsexperts.

In veel gevallen speelt ‘het idee van mannelijkheid’ daarin een rol, legt Stan Honig uit, uroloog en hoofd reproductieve en seksuele geneeskunde aan de Yale School of Medicine (VS). Volgens hem denken mannen vaak ten onrechte dat hun vruchtbaarheid iets zegt over hoe ‘mannelijk’ ze zijn.

Leestip: Wat 5 recente onderzoeken ons leren over de gezondheid van vrouwen

Tegelijkertijd zien artsen een verschuiving: vergeleken met vroeger stappen inmiddels veel meer mannen naar de dokter, mede door betere behandelmethodes en de komst van thuistestkits. Door het ontkrachten van hardnekkige misverstanden hopen wetenschappers dat die trend zich doorzet. Een eerste stap is het ontkrachten van de onderstaande vijf mythen.

Mythe 1: Vruchtbaarheidsproblemen komen vooral door de vrouw

Mannen zijn in twintig procent van de gevallen de enige oorzaak van onvruchtbaarheid en spelen in nog eens dertig tot veertig procent een rol. Vaak gaat het om sperma-afwijkingen: lage aantallen, slecht bewegende zaadcellen of afwijkende vormen.

‘Het idee heerst vaak dat je maar één goede zaadcel nodig hebt, maar een goed functionerende productie is van groot belang,’ zegt Honig. Zo kunnen zaadcellen elkaar helpen om door het baarmoederhalsslijm te komen, of andere ondersteunende taken uitvoeren.

Ook hormonale verstoringen, genetische factoren en zelfs veranderingen in het microbioom kunnen meespelen. Steeds meer onderzoek laat zien dat subtiele biologische processen de mannelijke vruchtbaarheid veel sterker beïnvloeden dan lange tijd werd aangenomen.

Mythe 2: De leeftijd van de man maakt geen verschil

Bekende vaders op leeftijd wekken soms de indruk dat alleen vrouwen een biologische klok hebben. Maar een nieuwe Europese studie laat zien dat leeftijd ook voor mannen telt. Mannen boven de 45 hadden duidelijk lagere geboortecijfers en hogere miskraamrisico’s, zelfs wanneer jonge donoreicellen werden gebruikt.

Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!

Standaard spermatests tonen weinig verschil, maar het lichaam van de vrouw lijkt problemen wel op te merken. Oudere mannen hebben vaker DNA-fragmentatie in hun sperma, wat pas zichtbaar wordt nadat een embryo is ingenesteld. Dat zet vraagtekens bij het idee dat de kwaliteit van sperma ‘wel goed blijft’ naarmate mannen ouder worden. Daarom raden sommige experts mannen aan om hun sperma op tijd te laten invriezen.

Mythe 3: Extra testosteron helpt de vruchtbaarheid

Hoewel testikels hoge testosteronwaarden nodig hebben om sperma te maken, werkt extra testosteron averechts. ‘Testosteron slikken is eigenlijk het slechtste wat je kunt doen als je een kinderwens hebt,’ zegt Honig. Het verhoogt het hormoongehalte in het bloed, maar onderdrukt de natuurlijke productie in de testikels zelf. Hierdoor kan de zaadproductie sterk kelderen, soms zelfs tot nul.

Leestip: Kan seks de menopauze uitstellen? Dit zegt de wetenschap

Na stoppen herstelt de productie meestal binnen drie maanden, maar dit is niet altijd het geval. Mannen die daadwerkelijk kampen met testosterontekorten hebben wel baat bij alternatieve hormoontherapieën. Die stimuleren de testikels direct en verbeteren bij zo’n tachtig procent de hormoonbalans en spermaproductie.

Mythe 4: Behandelingen richten zich vooral op vrouwen

Ook voor mannen bestaan effectieve therapieën: van hormoonbehandelingen die libido of ejaculatieproblemen aanpakken, tot antioxidanten die de spermakwaliteit versterken. Bij lichamelijke oorzaken kunnen artsen operaties uitvoeren om cysten weg te halen, vernauwingen te verhelpen of verwijde aders te corrigeren.

Leestip: Waarom vinden we afvallen zo lastig? Niet door een gebrek aan wilskracht, zeggen wetenschappers

Zelfs behandelingen die op vrouwen zijn gericht, zoals IVF, kunnen mannen helpen. Door de zaadcel rechtstreeks in de eicel te injecteren stijgt de kans op zwangerschap aanzienlijk, zeker bij zwak bewegend sperma. Bovendien kan mannelijke onvruchtbaarheid een teken zijn van andere aandoeningen, zoals hoge bloeddruk of teelbalkanker. Dat is een extra reden om mannen actief te onderzoeken.

Mythe 5: Leefstijl heeft weinig invloed op mannelijke vruchtbaarheid

Alcohol, tabak en andere schadelijke stoffen hebben een duidelijke invloed op de spermakwaliteit. ‘Wat ik mijn patiënten vertel, is dat bijna alles met mate waarschijnlijk prima is. Een paar avonden per week een glas wijn of bier drinken is geen probleem. Hetzelfde geldt voor een sigaret of joint zo nu en dan. Maar als je veel drinkt of rookt, kan stoppen echt verschil maken,’ zegt Honig.

Ook gewicht en beweging spelen een rol: obesitas vermindert vaak de bewegingskracht van zaadcellen, terwijl gematigde lichaamsbeweging de spermaproductie juist een boost kan geven.

Daarnaast zijn omgevingsfactoren zoals warmte een bekende boosdoener: sauna’s, bubbelbaden en zelfs een laptop op schoot kunnen de zaadproductie al remmen. Ondergoedkeuze maakt dan weer niets uit. Uiteindelijk is het vooral belangrijk dat mannen zich realiseren dat zij net zo goed invloed hebben op hun vruchtbaarheid, en dat de weg naar een zwangerschap gaat om samenwerking.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!