Gedurende 60.000 jaar hebben de oorspronkelijke bewoners van Australië voor enkele van de meest spectaculaire landschappen van het continent gezorgd, waaronder reusachtige koraalriffen, ongerepte regenwouden en kolossale kloven. Maar 220 jaar nadat ze met geweld door Britse kolonisten uit deze landschappen werden verdreven, krijgen de Aboriginals en andere oorspronkelijke volken het beheer over hun voorouderlijke territoria weer terug.
Afgelopen zomer hebben twee Australische deelstaten een kleine tienduizend vierkante kilometer land aan Aboriginal-volken en andere Inheemse gemeenschappen teruggegeven. Voor het eerst heeft de deelstaatregering van West-Australië drie nieuwe zeereservaten in overleg met de oorspronkelijke bevolking in het leven geroepen. Samen beslaan de reservaten zesduizend vierkante kilometer, een gebied dat iets groter is dan de provincie Noord-Brabant. En in het noordoosten van het land heeft de deelstaat Queensland 3620 vierkante kilometer land teruggegeven dat overwegend in nationale parken ligt.
De initiatieven maken deel uit van een grootschalige poging om meer nationale parken te creëren en te beschermen en zich daarbij rekenschap te geven van het traumatische koloniale verleden van Australië. Volgens Inheemse voormannen betekent het toegenomen beheer over de wildernis een belangrijke stap voorwaarts.
De nieuwe zeereservaten in West-Australië – het Mayala Marine Park, het Maiyalam Marine Park en het Bardi Jawi Gaarra Marine Park – bevinden zich allemaal in de afgelegen Buccaneer Archipelago, die 1900 kilometer ten noorden van Perth ligt, en zullen gezamenlijk door de deelstaat en de oorspronkelijke bevolking worden beheerd, waarbij gebruik zal worden gemaakt van zowel de traditionele kennis van de Aboriginals als van moderne milieubenaderingen. In de reservaten zullen Inheemse parkopzieners komen te werken die zijn opgeleid in het beheersen van natuurbranden en het zorgdragen voor de biodiversiteit en de traditionele landschappen van de Aboriginals. Daarnaast zijn ze geschoold in traditioneel landbeheer en zullen ze toeristen voorlichten over het culturele erfgoed van oorspronkelijke Australiërs.
‘Het creëren van deze zeereservaten is een mijlpaal voor Australië, want het laat zien dat een waarachtige samenwerking tussen de overheid en de traditionele eigenaars mogelijk is,’ zegt Tyronne Gartsone, directeur van de Kimberley Land Council, de belangrijkste spreekbuis voor Aboriginals in de West-Australische regio Kimberley.
Het kustgebied waarin de drie parken zijn ingesteld, is niet alleen een toevluchtsoord voor Heinsohn-dolfijnen, bultruggen, manta’s en meerdere bedreigde zeeschildpaddensoorten, maar is ook nauw verbonden met het erfgoed van de Australische Aboriginals. Veel volken in het gebied houden nog altijd oude tradities in ere die met de zee te maken hebben, zoals de kustvisserij, de jacht op doejongs en het verzamelen van het parelmoer van Pinctada-schelpen, dat al 20.000 jaar door de Aboriginals in ceremoniële kunstwerken wordt verwerkt.
Deze gebruiken en natuurverschijnselen behoren tot de elementen die volgens de oorspronkelijke gemeenschappen en het Department of Biodiversity, Conservation and Attractions (DBCA) van West-Australië zullen worden benadrukt bij de ontwikkeling van een cultureel en milieuvriendelijk toerisme in de regio.
Zo staat het Maiyalam Marine Park bekend om zijn ‘Horizontal Falls’, een fenomeen dat optreedt wanneer een getijdenstroom met grote kracht door twee achtereenvolgende openingen in de klippen van de McLarty Range wordt gestuwd en er ‘watervallen’ van soms wel vier meter hoogte ontstaan.
Met krachtige motorboten kunnen de twee openingen nu worden gepasseerd, maar in het verleden bevoeren Aboriginals deze verraderlijke kustwateren in traditionele houten vlotten of gaalwa’s. Daarbij maakten ze gebruik van hun ervaringskennis over de getijden, die ze onder meer via Ilma-zang en dansrituelen doorgaven aan volgende generaties.
Volgens Kevin George, voorman van de Bardi Jawi Niimidiman Aboriginal Corporation, die twee van de oorspronkelijke volken in de regio vertegenwoordigt, kunnen zulke tradities in de nieuwe zeereservaten beter worden behouden. ‘Wij als traditionele eigenaars willen onze traditionele levensstijl behouden en zorgdragen voor de hulpbronnen en milieus die voor ons hebben gezorgd,’ zegt hij.
De Aboriginals van Cape York Peninsula
In het noorden van Queensland zijn Inheemse gemeenschappen opgetogen over het feit dat ze het beheer hebben gekregen over gebieden die ze zo lang onder hun hoede hebben gehad: een reusachtig stuk ongerepte wildernis op het Cape York Peninsula, dat wordt gekenmerkt door regenwouden, grillige pieken en schitterende stranden.
Al duizenden jaren lang wordt het Cape York Peninsula bewoond door zowel Aboriginals als de oorspronkelijke bewoners van de Torres Strait Islands, een archipel ten noorden van het schiereiland. Het is de enige regio in Australië waar beide oorspronkelijke groepen zij aan zij leven.
Op het Cape York Peninsula is nu het volledige beheer teruggegeven aan de oorspronkelijke bevolking, dat wil zeggen dat ruim vierhonderd vierkante kilometer wildernis in ere is hersteld. Nog eens drieduizend vierkante kilometer is toegewezen aan het Apudthama National Park en het Yamarrinh Wachangan Islands National Park, die gezamenlijk door de deelstaat en oorspronkelijke volken beheerd zullen worden. Alle nationale parken op het Cape York Peninsula worden nu gezamenlijk beheerd, terwijl er in de afgelopen dertig jaar in totaal 43.000 vierkante kilometer land aan traditionele eigenaars is teruggegeven.
Volgens Reginald Williams, Aboriginal-voorman van de Yadhaigana, komen de maatregelen ten goede aan vijf oorspronkelijke volken. Door de uitbreiding van dit beheer over het schiereiland loopt de natuur in de regio minder gevaar om beschadigd te worden door de mijnbouw. Deze gemeenschappen mogen heilige plekken in het landschap nu afbakenen, waardoor ze ook bedreigde diersoorten met traditionele methoden kunnen beschermen. Ook hebben ze nu meer ruimte om hun culturele ceremoniën op te voeren, waaronder initiatieriten en het onderricht van jongeren in vaardigheden als jagen, verzamelen en koken.
Oorspronkelijke volken willen de biodiversiteit en de zeldzame fauna van het schiereiland onder de aandacht brengen, waaronder buideldieren als koeskoezen, schildpadden als de roodbuikspitskopschildpad van de Jardine River en vogels als de helmkasuaris. Daarnaast willen ze op het Cape York Peninsula rondreizen verzorgen waarop sommige traditionele gebruiken worden getoond en toegelicht. ‘We denken dat toeristen het Cape York Peninsula kunnen bezoeken om met eigen ogen te zien hoe twee unieke culturele groepen [Aboriginals en Torres Strait Islanders] in één gebied samenleven,’ zegt Williams.
Geïnspireerd door deze ontwikkelingen, zal het Inheemse reisbureau Strait Experience binnenkort de rondreis ‘The Strait in a Day’ lanceren, die reizigers meeneemt op een reis van Cairns naar de Torres Strait Islands. ‘De meeste toeristen die het noorden van Queensland bezoeken, gaan alleen naar het Great Barrier Reef en het Daintree Rainforest en missen het contact met de oorspronkelijke cultuur van de regio, en daar willen we verandering in brengen,’ zegt Fraser Nai, medeoprichter van het bedrijf.
‘Er zal nog veel moeten gebeuren voordat wij traditionele eigenaars het gevoel hebben dat we ons land helemaal terug hebben gekregen,’ zegt Williams. ‘Maar we komen stapjes dichterbij en dat is heel spannend.’
De Australische journalist en fotograaf Ronan O’Connell woont afwisselend in Ierland, Thailand en West-Australië.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com