De alligatorsnoek, een geduchte roofvis met scherpe, uit elkaar staande tanden, kan zo lang worden als een parkbankje en zwaarder wegen dan een poema. Zijn lijf wordt bedekt door grote beenschubben, die de vis een beetje doen lijken op een gepantserde dinosauriër. Dat laatste is niet overdreven, want deze op één na grootste vis van Noord-Amerika zwemt al 157 miljoen jaar, sinds het tijdperk van het Jura, op aarde rond.

Veel mensen beseffen niet dat de drie meter lange alligatorsnoek (Atractosteus spatula), die tot de familie van de kaaimansnoeken behoort, nog altijd bestaat. Maar als ze dat eenmaal weten, maken ze zich meestal wat ongerust, zegt Solomon David, visecoloog aan de Nicholls State University in Louisiana.

Maar ‘deze vissen zijn niet als alligators, leeuwen of andere roofdieren die hun prooi kunnen verscheuren,’ zegt David. ‘Ze slikken hun prooi in hun geheel in, dus mensen hoeven niet bang voor ze te zijn.’

Volwassen alligatorsnoeken kunnen zo’n 140 kilo wegen en lijken in één opzicht duidelijk op het dier waaraan ze hun naam danken: het zijn zogenaamde toproofdieren, wat betekent dat ze in hun eigen habitat een doorslaggevende ecologische rol spelen. In de VS is die habitat overwegend te vinden in het centrale en zuidelijke stroomgebied van de Mississippi. Deze zoetwatersoort zorgt er volgens David voor dat populaties van kleinere vissen, amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en vogels zich niet explosief kunnen vermeerderen.

Maar zijn rol als toproofvis heeft de alligatorsnoek een slechte reputatie onder sportvissers en zelfs parkopzieners bezorgd, die soms hebben geprobeerd de soort uit te roeien omdat hij zich met veel sportvissen zou voeden. In de jaren dertig liet de Texas Game and Fish Commission zelfs een boot bouwen waarvanaf een sterke stroomlading aan het water kon worden afgegeven. De boot werd de ‘Electrical Gar Destroyer’ genoemd, de ‘Elektrische kaaimansnoekvernietiger’.

Omdat dergelijke bedreigingen samenvielen met het verlies aan habitat als gevolg van de aanleg van stuwdammen en de drainage van spoelvlakten langs rivieren, is de alligatorsnoek inmiddels zeer zeldzaam in de noordelijker stroomgebieden van de VS, waar hij ooit veel voorkwam. In sommige staten, zoals Ohio en Illinois, is de soort volledig verdwenen en wordt daar als uitgestorven of uitgeroeid beschouwd.

Alligatorsnoeken komen tot in Centraal-Amerika voor maar zijn in de VS alleen nog maar in de zuidelijker gedeelten van hun oorspronkelijke verspreidingsgebied te vinden, met name in staten als Texas en Louisiana. Dankzij deze grote populaties wordt de vis door de IUCN dan ook niet als een bedreigde soort beschouwd. ‘Het is maar hoe je het bekijkt. Op grotere schaal is er misschien geen sprake van een bedreigde soort, maar op lokaal niveau wel degelijk,’ zegt David.

Alligatorsnoeken komen in een groot verspreidingsgebied voor waartoe ook CentraalAmerika en Cuba behoren
Alligatorsnoeken komen in een groot verspreidingsgebied voor, waartoe ook Centraal-Amerika en Cuba behoren.
Joël Sartore, National Geographic Photo Ark

Daarom proberen David en zijn collega’s nu een halt toe te roepen aan de gestage teruggang van het aantal alligatorsnoeken in delen van de Mississippi, bijvoorbeeld door ze in gevangenschap te kweken en door manieren te bedenken waarop ze meer over deze roofvissen te weten kunnen komen zonder ze te schaden.

In een studie die in januari in het tijdschrift Transactions of the American Fisheries Society is verschenen, stelden David en zijn medeauteurs dat weefselmonsters van de vis niet langer genomen moeten worden door een stukje vlees uit hun huid te snijden, maar dat het afknippen van een klein stukje vin evenveel informatie oplevert.

‘Als je deze vissen in levenden lijve ziet, is alleen al hun enorme omvang indrukwekkend,’ zegt David. ‘Het zijn de reuzen van de rivier.’

Lees ook: Het belang en de toekomst van de zoetwatervis

Vinnige oplossing

Om alligatorsnoeken beter te kunnen beschermen, moeten wetenschappers eerst nauwkeurige basisinformatie over de soort vergaren, bijvoorbeeld over het verspreidingsgebied van de reuzen en over hun voedingsgewoonten. Met dat doel snijden ze normaliter een weefselmonster ter grootte van een klein muntstukje uit de vis. In zo’n weefselmonster kunnen de wetenschappers elementen vaststellen die ze vertellen waar de vis heeft rondgezwommen.

Maar volgens Thea Fredrickson, aquatisch biologe bij de Lower Colorado River Authority in Texas, zijn alligatorsnoeken net als andere kaaimansnoeken met een maliënkolder van benige schubben bedekt en is het nemen van een weefselmonster daardoor een ingrijpende en tijdrovende procedure, waardoor de vis veel stress ondervindt. ‘Het kan zelfs dodelijk zijn voor de vis. Dat valt niet te ontkennen.’

Gelukkig blijkt uit de nieuwe studie van Fredrickson en David dat het afknippen van een stukje vin een alligatorsnoek nauwelijks deert.

Lees ook: Deze angstaanjagende vis krijgt elke dag 20 nieuwe tanden

In het St Catherine Creek National Wildlife Refuge in Mississippi meet het GarLab Team van links naar rechts Audrey Baetz Solomon David en Derek Sallmann in 2021 een grote alligatorsnoek op Alle vissen worden na het vergaren van gegevens en het nemen van weefselmonsters weer veilig en wel teruggezet
In het St. Catherine Creek National Wildlife Refuge in Mississippi meet het ‘GarLab Team’ (van links naar rechts: Audrey Baetz, Solomon David en Derek Sallmann) in 2021 een grote alligatorsnoek op. Alle vissen worden na het vergaren van gegevens en het nemen van weefselmonsters weer veilig en wel teruggezet.
Kent Ozment/Solomon David

‘We kunnen daardoor herhaaldelijk weefselmonsters nemen,’ zegt David, die erop wijst dat de vinnen snel weer aangroeien. ‘Als we dezelfde vis bijvoorbeeld één à twee maanden of een jaar later opnieuw vangen, kunnen we zien hoe de groei van die vis zich heeft ontwikkeld.’

‘Ik vond de bevindingen van het onderzoek zeer veelbelovend,’ zegt Zeb Hogan, een onderzoeksbioloog van de University of Nevada in Reno die niet bij het de nieuwe studie was betrokken.

Sommige alligatorsnoeken kunnen volgens National Geographic-onderzoeker Hogan 95 jaar of ouder worden, waardoor elk exemplaar zeer waardevol is.

‘We moeten inzicht krijgen in hun biologie en ecologie, maar je wilt een vis die zó oud is en zó traag groeit natuurlijk niet aan de wetenschap opofferen,’ zegt Hogan.

Hoewel al was aangetoond dat het afknippen van een stukje vin bij andere vissen goede resultaten opleverde, had niemand de methode nog op alligatorsnoeken toegepast. Nu is bewezen dat het ook bij deze vissen werkt, gebruiken wetenschappers de techniek inmiddels in het St. Catherine Creek National Wildlife Refuge in Mississippi.

In februari hebben David, de US Fish and Wildlife Service en Kayla Kimmel, expert in kaaimansnoeken bij deze dienst, talloze alligatorsnoeken in het natuurgebied gevangen, waaronder een enorm exemplaar dat langer was dan David zelf. Ze voorzagen de dieren van een identificatiemerkje en vingen tien exemplaren die gebruikt zullen worden voor het kweekprogramma, in de Private John Allen National Fish Hatchery van de US Fish and Wildlife Service. Als alles volgens plan verloopt, zullen de nakomelingen van deze tien vissen in Amerikaanse wateren worden uitgezet waar de alligatorsnoek inmiddels is verdwenen.

Wonder van evolutie

Wereldwijd zijn er zeven soorten kaaimansnoeken, die in de loop van hun evolutie amper zijn veranderd. Vandaar dat ze ook wel ‘levende fossielen’ worden genoemd.

‘Ze hebben een anatomisch ontwerp ontwikkeld dat uitstekend werkt en waaraan ze verder weinig hebben veranderd,’ zegt David, die uitlegt dat deze vissen door hun langgerekte, smalle lichaamsbouw op hoge snelheid op hun prooi kunnen jagen.

Ook kunnen alligatorsnoeken lucht inademen, waardoor ze in warme wateren met een laag zuurstofgehalte kunnen overleven, onder andere in brakke rivierdelta’s of zelfs in zout water.

Een andere, zeer handige aanpassing? Giftig kuit. De eitjes van de alligatorsnoek lijken niet giftig te zijn voor andere vissen, maar wel voor zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en vooral geleedpotigen als kreeften en krabben. Volgens Davis is het mogelijk dat de snoeken het gif gedurende hun lange evolutie hebben ontwikkeld om hun eitjes tegen krabben en rivierkreeften te beschermen. ‘Maar ook voor mensen geldt dat ze beter geen kaviaar van de alligatorsnoek kunnen eten,’ lacht hij.

Redding voor reuzen

De megafauna van zoetwaterhabitats, de losse term waarmee soorten worden aangeduid die gemiddeld meer dan dertig kilo wegen, behoort tot de meest bedreigde groep dieren op aarde. Volgens een onderzoek dat in 2019 in het tijdschrift Global Change Biology is, zijn de populaties van deze reuzenvissen sinds 1970 wereldwijd met bijna negentig procent geslonken – een tweemaal zo grote afname als die van gewervelde dieren op land of in de oceaan.

Vooral op het noordelijk halfrond zijn grote vissen als steuren, zalmen en reuzenmeervallen als gevolg van overbevissing, watervervuiling en de aanleg van stuwdammen nog sterker in aantallen achteruitgegaan dan elders.

Daarom ook probeert David op alle mogelijke manieren het imago van kaaimansnoeken te veranderen. Soms doet hij dat door grapjes over alligatorsnoeken op sociale media te, dan weer pleit hij in een commissie van het parlement van Minnesota voor de invoering van nieuwe wetgeving waarmee kaaimansnoeken en andere zogenaamde ‘ruwe vissen’ (vissoorten die weinig geliefd zijn bij sportvissers) op z’n minst enige bescherming geboden kan worden. Momenteel kunnen deze vissoorten naar believen worden gevangen en gedood.

‘Het is een voorrecht om met een groeiend aantal natuurbeschermers samen te werken en zo meer respect voor deze charismatische megavissen te kweken,’ zegt David.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com