Negenennegentig miljoen jaar geleden spoelde een klont boomhars aan op het strand van het huidige Myanmar. Nu geeft het gefossiliseerde brok barnsteen wetenschappers een indrukwekkend beeld van het kustleven in het Krijt.
Maandag werd in het tijdschrift PNASeen onderzoek onder leiding van de Chinese paleontoloog Tingting Yu gepubliceerd. Hierin onthullen wetenschappers de eerst bekende vondst van een ammoniet in barnsteen. Deze uitgestorven zeeweekdieren waren oeroude verwanten van octopussen en inktvissen. Ze kwamen niet aan land. Dat de schelp van een ammoniet dan ook is aangetroffen in een fossiel dat op land is gevormd, is net zo verrassend als wanneer dinosaurusbotten op een eeuwenoude zeebodem zouden worden gevonden.
“Barnsteen is een fossiel hars dat afkomstig is van bomen. Meestal zitten hier terrestrische insecten, planten of dieren in opgesloten,” zegt Bo Wang, medeauteur van het onderzoek en paleontoloog aan het Nanjing Institute of Geology and Paleontology. “Het komt amper voor dat er zeedieren in barnsteen worden gevonden.”
Onderzoekers denken dat de hars afkomstig was van een boom aan de kust en dat de afgeworpen ammonietschelp en ander aangespoeld materiaal erin terechtkwam toen de hars in het zand viel. Het fossiel bevat ook ander zeeleven, zoals zeeslakken en verwanten van de hedendaagse pissebedden. Maar ook dieren die tussen de bladeren van het kustbos leefden, waaronder mijten, vliegen, kevers, een spin, een sluipwesp, een miljoenpoot en een kakkerlak.
“Deze ongebruikelijke combinatie is waanzinnig en een prachtige momentopname van een strand in het Krijt,” aldus Jann Vendetti, paleontoloog aan het Natural History Museum of Los Angeles County. Ze was niet bij het onderzoek betrokken. De ammoniet is mogelijk de opvallendste vondst. Maar de echte schat is wel dat één fragment uit die tijd zo'n diversiteit aan leven bevat.
“Er is een hele gemeenschap aan organismen in verenigd. Dat kan op de lange termijn belangrijker blijken te zijn,” voegt David Dilcher, eraan toe. Hij is medeauteur van het onderzoek en paleontoloog en emeritus professor aan Indiana University Bloomington.
Bijzondere vondst
Dit onderzoek werpt wederom licht op de ammonieten. Deze groep geschelpte weekdieren leefde in het dinosaurustijdperk. Hun wortels gaan meer dan vierhonderd miljoen jaar terug. De groep stierf 66 miljoen jaar geleden uit, net als de niet-vliegende dinosaurussen. Tegen die tijd waren ze echter over de hele wereld verspreid en kenden ze een duizelingwekkende diversiteit. Net als hun moderne verwanten pasten de ammonietsoorten zich waarschijnlijk aan het leven op verschillende dieptes aan en kenden ze vele gedaantes. Sommige werden niet meer dan twee en een halve centimeter groot, terwijl andere drakenachtige reuzen een doorsnee van meer dan 24 meter bereikten.
Als je met een duikbril en zwemvliezen in een tijdmachine terug zou kunnen gaan naar het Krijt, zou je in alle zeeën ammonieten tegenkomen. Je zou ze door de koraalriffen zien deinen, naast vissen en zeereptielen, zoals de dolfijnachtige ichthyosaurussen en grote mosasaurussen.
“Als je een duik in ondiep water zou nemen, zou je absoluut ammonieten tegenkomen,” zegt Jocelyn Sessa, paleontoloog aan Drexel University met als specialisatie fossiele weekdieren. “Ze waren net zo gewoon als slakken nu zijn.”
Aan het inwendig skelet te zien, is de ammoniet in het barnsteen een jong exemplaar dat tot het ondergeslacht Puzosia (Bhimaites) hoort. Volgens Wang kan dat wel overeenstemmen met het 99 miljoen jaar oude barnsteen. Het ondergeslacht ontstond meer dan honderd miljoen jaar geleden en leefde tot zeker 93 miljoen jaar geleden. Wetenschappers kunnen de ouderdom van mariene afzettingen zelfs schatten aan de hand van de aanwezige fossielen.
Ondanks eeuwenlang onderzoek zijn ammonieten nog met veel raadselen omgeven. Zo zijn er maar heel weinig fossielen van ammonieten waarbij weke delen bewaard zijn gebleven. Hierdoor is het lastig om hun lichaam te reconstrueren. Nu we weten dat hun afgeworpen schelpen in barnsteen kunnen fossiliseren, kunnen onderzoekers hopen op een nog onwaarschijnlijkere vondst: een pas aangespoelde ammoniet, gevangen in hars en tegen de tand des tijds beschermd.
“Mijn hemel. Ik zou niet weten hoe dat zou kunnen gebeuren, aangezien barnsteen afkomstig is van bomen. Hoe kan dat in zee terechtkomen en een levende, bewegende inktvis vangen? Ik weet het niet!” zegt Vendetti. “Door dit onderzoek worden paleontologen gedwongen open te staan voor onverwachte vormen van fossilisatie. Het is een zeldzaam fenomeen. Maar er kan altijd iets bijzonders gebeuren.”
De steen hoort in een museum thuis
De ontdekking is slechts de meest recente opvallende vondst in de Hukawng vallei in het noorden van Myanmar. Hier wordt al tweeduizend jaar barnsteen gewonnen. Het afgelopen decennium is de vallei een paleontologisch paradijs geworden. Wetenschappers hebben er in barnsteen gevederde staarten van dinosaurussen, complete babyvogels en slangen gevonden.
Het winnen van barnsteen is echter lastig, zo niet gevaarlijk. De mijnen liggen in de Birmese staat Kachin, waar al decennialang een oorlog woedt tussen de regeringstroepen en het Kachin Onafhankelijkheidsleger. Deze groep vecht voor de onafhankelijkheid van de Kachin, een etnische minderheid. De rebellen zijn financieel afhankelijk van de bronnen in het gebied, waaronder de barnsteenmijnen in de Hukawng vallei.
Veel wetenschappelijk waardevolle barnstenen komen alleen door de privéhandel aan het licht, nadat de fossielen al zijn geslepen en gepolijst. Onderzoekers struinen zelf de barnsteenmarkten van Myanmar af of wetenschappers werken samen met privéverzamelaars. Dat was ook bij deze ammoniet het geval.
Wang: “Toen het fossiel werd gevonden, dachten lokale handelaren dat de schelp van de ammoniet gewoon een grote slak was.” Zijn vriend Huabao Dong, een barnsteenhandelaar, had het fossiel al aan veel verzamelaars aangeboden, maar zonder succes. Het was te groot en geen nieuwigheid. Totdat Fangyuan Xia, een barnsteenverzamelaar uit Shanghai, een foto van het fossiel zag en besefte dat er wel eens een ammoniet in zou kunnen zitten. Xia kocht het meteen voor het Lingpoge Amber Museum, een particulier museum in Shanghai dat hij bestuurt.
“De prijs maakte hem helemaal niets uit,” vertelt Wang. “Als het inderdaad een ammoniet was, was hij tevreden.”
Xia is zeer actief wat betreft het verzamelen en bestuderen van barnsteen. Hij werkt al jaren samen met Wang en is medeauteur van verschillende wetenschappelijke stukken over barnsteenfossielen, waaronder het nieuwe PNAS-onderzoek. In 2018 vernoemden onderzoekers, onder wie Wang, een insectengeslacht in een fossiel naar hem. Xia stelt de fossielen in zijn museum beschikbaar voor andere paleontologen, maar het Lingpoge Amber Museum is vooralsnog niet toegankelijk voor het grote publiek. Externe onderzoekers moeten Wang of Xia vragen of ze de fossielen kunnen bekijken.
Lida Xing is paleontoloog aan de China University of Geosciences in Peking en gespecialiseerd in Birmees barnsteen. Volgens hem is de toename van het aantal particuliere Chinese barnsteenmusea een fascinerende, maar mogelijk complicerende trend. De zeldzaamste en interessantste barnstenen zullen hierdoor zo duur worden, dat sommige onderzoeksinstellingen vanwege hun beperkte budget achter het net vissen.
“Tegelijkertijd hopen sommige verzamelaars de stenen te kunnen beschermen,” schrijft hij in een e-mail. “De particuliere musea in China schieten als paddenstoelen uit de grond, maar er is nog veel ruimte voor verbetering.”
Wang zegt dat er meer vondsten aan zullen komen, waaronder meer ammonieten in barnsteen. Afgelopen week liet een bekende hem foto’s zien van een tweede ammoniet in Birmees barnsteen. Hij voegt eraan toe dat de verzameling van Xia en andere particuliere musea nog meer vondsten van wetenschappelijk onschatbare waarde herbergen. Hierover zal uiteindelijk ook worden gepubliceerd.
“Dat is heel belangrijk,” zegt hij. “De meeste exemplaren zijn of zullen worden beschreven, geen probleem.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com