In de ijzige ‘badlands’ van Alberta in Canada hebben paleontologen een ‘bevroren draak’ gevonden: een nieuw soort pterosauriër die lang geleden boven dinosauriërs zweefde, op vleugels met een spanwijdte van minstens vijf meter. Het vliegende reptiel, dat de officiële naam Cryodrakon boreas heeft gekregen, leefde zo’n 76 miljoen jaar geleden gedurende het Krijt, in een gebied dat nu het westen van Canada is.

“In levenden lijve moet het dier geen bevroren draak zijn geweest,” zegt Mike Habib, paleontoloog aan de University of Southern California en een van de auteurs van het nieuwe onderzoek. “Het zou boven een landschap met een vrij gematigd klimaat hebben gevlogen (...), maar het zou er toch heel wat warmer zijn geweest dan in het huidige hart van Alberta.”

De botten van deze pterosauriër waren al bijna dertig jaar bekend bij de wetenschap, maar nu pas kon worden bevestigd dat het om een nieuw geslacht van pterosauriërs gaat, zo schreven de onderzoekers begin deze week in het Journal of Vertebrate Paleontology.

“Als Canadese die onderzoek doet naar pterosauriërs, vind ik het heel erg leuk dat een dier dat hier al een tijdlang rondspookt, eindelijk een naam heeft gekregen,” zegt paleontologe Liz Martin-Silverstone, een onderzoekster van de University of Bristol die niet bij de nieuwe studie was betrokken.

Lange tijd namen paleontologen aan dat de fossielen in kwestie behoorden tot de pterosauriërsoort Quetzalcoatlus northropi, zegt Dave Hone, paleontoloog aan de Queen Mary University of London en medeauteur van de nieuwe studie. Beide soorten behoren tot de groep van de Azhdarchiden, reptielen die hoofdzakelijk uit een kop en een hals bestonden.

De Azhdarchiden zijn ook bekend vanwege hun reusachtige omvang, en dan met name de Quetzalcoatlus. Dit wezen vloog boven een gebied dat nu Texas is en had vleugels met een spanwijdte van bijna tien meter. Als het op de grond liep, wat Azhdarchiden vaak deden, had het een schofthoogte van een kleine tweeënhalve meter, zo hoog als sommige giraffes.

De ontdekking van de Cryodrakon betekent dat er in Noord-Amerika tenminste twee geslachten van grote Azhdarchiden leefden en we nu een beter inzicht hebben in de diversiteit en levenswijze van deze prehistorische groep reptielen, de grootste dieren die ooit het luchtruim hebben gekozen.

Paleontologische paradox

Het gedeeltelijk bewaard gebleven skelet van de Cryodrakon werd al in 1992 in het Canadese Dinosaur Provincial Park opgegraven, maar de toeschrijving ervan bleef tientallen jaren ongewis als gevolg van een paleontologische paradox: de Quetzalcoatlus mag dan een van de bekendste soorten Azhdarchiden zijn, hij is ook de soort waarover we het minst weten.

Hoewel Q. northropi al in 1975 wetenschappelijk werd beschreven, is slechts één van zijn pootbeenderen ooit grondig onderzocht; de wetenschappers die de botten van deze reus moesten beschrijven, zijn nooit aan het publiceren van de rest van hun onderzoek toegekomen. Veertig jaar lang werkte paleontoloog Wann Langston met onderbrekingen aan de beschrijving, maar hij overleed in 2013, nog voordat zijn studie af was. Een internationaal team werkt momenteel aan het voltooien van de beschrijving.

Intussen zitten wetenschappers die de paleontologie van Noord-Amerika onderzoeken in een dilemma. Telkens wanneer ze een soort vinden die doet deden denken aan een grote Azhdarchide uit het Krijt, moeten ze die voorlopig omschrijven als een Quetzalcoatlus, omdat ze te weinig over Quetzalcoatlus weten om de nieuwe soort van dit reptiel te kunnen onderscheiden.

“Je zit in de rare toestand dat de Quetzalcoatlus in feite de eerste soort Azhdarchide is die wordt benoemd, dus wordt hij de standaard van de hele groep, maar dat je er geen goede beschrijving van hebt,” zegt Hone, die de situatie omschrijft als “een enorme cirkelredenering waarvan je het probleem niet goed kunt oplossen.”

Twee baanbrekende ontwikkelingen boden de mogelijkheid om uit die Quetzalcoatlus-carrousel te stappen. In de afgelopen vijftien jaar hebben paleontologen nog meer Azhdarchide-achtigen in Frankrijk,Marokko,Kazachstan,Hongarije,Roemeniëen elders gevonden, waardoor ze veel beter konden beoordelen hoe groot de diversiteit binnen deze groep van pterosauriërs was. Bovendien heeft een kleine groep onderzoekers de kans gehad om de Quetzalcoatlus-fossielen eigenhandig te bestuderen, onder wie ook Habib, die de botten heeft opgemeten om een model te maken van de vliegwijze van dit monster.

Ter vergelijking kon Habib het Royal Tyrrell Museum in Alberta bezoeken om daar het gedeeltelijke skelet van een pterosauriër te onderzoeken die in 1992 was opgegraven en waarvan een pootbeen tot een van de best bewaarde fossielen van zijn soort behoort.

De fossiele resten vielen allereerst op door hun littekens. In de botten zaten krassen en er stak nog een tand in, die van een aaseter moet zijn geweest, zeer waarschijnlijk een verwant van de Velociraptor. Maar Habib zag al snel andere, nog interessantere kenmerken. Hoe meer hij zijn metingen van de Quetzalcoatlus vergeleek met het Canadese fossiel, des te meer vermoedde hij dat het hier helemaal niet om een Quetzalcoatlus ging.

‘Game of Bones’

Omdat de Canadese resten een gedeeltelijk skelet vormden, had Habibs collega Hone genoeg materiaal tot zijn beschikking om de pterosauriër aan de groep van Azhdarchiden toe te schrijven. Daarna richtte hij zich op de halswervels, waarvan de uiteinden ‘pneumatische foramina’ bevatten waardoorheen lucht naar het interne botweefsel werd aangevoerd.

Aan de hand van de rangschikking van deze foramina kunnen onderzoekers onderscheid maken tussen verschillende soorten pterosauriërs. Toen Habib, Hone en paleontoloog François Therrien van het Royal Tyrrell Museum de foramina in de halswervels van het Canadese exemplaar vergeleken met die van alle andere bekende Azhdarchiden, vonden ze dat die uniek was voor de Canadese soort.

Om recht te doen aan het klimaat van het moderne West-Canada waar deze pterosauriër ooit door de lucht zweefde, noemden ze de nieuwe soort Cryodrakon boreas, oftewel ‘koude draak van de noordenwind’. Omdat Habib een fan is van de tv-serie Game of Thrones, had hij eerst voorgesteld om het reptiel ‘Cryodrakon viserion’ te noemen, een verwijzing naar een van de draken die in de serie voorkomen, deels omdat het fossiel uit het ijs is opgegraven, deels omdat het reptiel ooit een fantasieachtige omvang kan hebben bereikt.

Het referentiefossiel voor de soort Cryodrakon behoorde tot een exemplaar dat beschikte over vleugels met een spanwijdte van een kleine vijf meter. Maar de onderzoekers beseften dat een ander fossiel in het Royal Tyrrell Museum – een verbrijzelde botpijp van veertig centimeter lengte – het middensegment was van een halswervel van een andere Azhdarchide, die waarschijnlijk vleugels met een spanwijdte van meer dan negen meter had.

Omdat de uiteinden van die halswervels waren afgebroken, konden de experts ze jarenlang niet toeschrijven. Sommige paleontologen hadden ze zelfs voorlopig als een pootbeen beschreven. Het fossiel in kwestie is verbrijzeld, waardoor onderzoekers niet zeker weten of het inderdaad tot een Cryodrakon behoort, maar de halswervel behoort vrijwel zeker tot een Azhdarchide, en de Cryodrakon is momenteel de enige bekende Azhdarchide die op die plek en in die tijd leefde.

Deze bijna intacte zwarte schedel behoort toe aan het meest complete skelet van een Tyrannosaurus rex dat in Europa is te zien Het wetenschappelijk belangrijke fossiel met de naam Tristan Otto wordt in het Museum fr Naturkunde in Berlijn tentoongesteld Van het fossiel dat in 2010 in de beroemde Hell Creek Formation uit het late Krijt in Montana VS werd ontdekt zijn 170 van de circa 300 botten bewaard gebleven Het kostte vier jaar om het ruim twaalf meter lange fossiel uit te graven en te prepareren

“In deze afzetting hebben we een Azhdarchide met een spanwijdte van negen tot tien meter gevonden; of dat fossiel tot precies dezelfde soort behoort als de soort die wij hebben beschreven, is niet met honderd procent zekerheid te zeggen,” zegt Hone. “Je kunt het vergelijken met het vinden van een tand van een grote katachtige in Afrika – die is waarschijnlijk van een leeuw, maar zonder dat de leeuw eraan vastzit, kun je hooguit zeggen dat het een tand is!”

Martin-Silverstone is het eens met deze voorzichtige benadering. “Ik denk dat ze gelijk hebben als ze zeggen dat het om de halswervel van een Azhdarchide gaat. Ik heb het exemplaar gezien en ik ben het daar geheel en al mee eens,” zegt zij. “Maar ik zou voorzichtiger zijn als het gaat om de toeschrijving aan Cryodrakon, omdat er gewoon helemaal geen kenmerken te zien zijn.”

Meer onderzoek naar de Cryodrakon kan deze puzzel mogelijk oplossen en nieuwe aanwijzingen over de levenswijze van deze grote pterosauriër opleveren. Habib wil de metingen van het pootbeen uit 1992 nog steeds gebruiken om te achterhalen hoe dit dier vloog – het project dat onbedoeld tot de herontdekking van de ‘bevroren draak’ leidde.

En met behulp van toekomstige analyses zou nog dieper in de botten van deze pterosauriërs gekeken kunnen worden. Taissa Rodrigues, een paleontologe van de Universidade Federal do Espírito Santo in het Braziliaanse Vitória die niet bij de nieuwe studie was betrokken, zegt dat het bestuderen van dunne plakjes van de Cryodrakon-botten zou kunnen onthullen hoe de pterosauriër zich van kuiken tot volgroeid exemplaar ontwikkelde. Volgens haar zou aan de hand van toekomstige fossielen zelfs getest kunnen worden of de Cryodrakons naar sekse in omvang verschilden.

“Het is verbluffend om te zien hoever we kunnen komen,” zegt zij.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com