Veertien jaar lang konden paleontologen weinig méér doen dan mijmeren over een fossiel waarin de skeletten van twee van de bekendste dinosauriërsoorten bewaard zijn gebleven: een Tyrannosaurus rex en een Triceratops. Niet alleen waren de beenderen van de dieren gerangschikt alsof ze nog leefden, ze waren ook vrijwel geheel met elkaar verweven.

Beide skeletten behoren bovendien tot de best bewaard gebleven exemplaren van deze dinosauriërs die ooit zijn gevonden. Het fossiel, dat de bijnaam ‘Duellerende Dino’s’ heeft gekregen, is een paleontologisch mysterie: zijn de dieren bij toeval in deze positie beland, bijvoorbeeld toen hun kadavers in dezelfde rivier terechtkwamen en op een zandbank strandden? Of waren ze in een gevecht van leven en dood gewikkeld? Helaas kon niemand het fossiel bestuderen om dat mysterie te ontrafelen.

In het fossiel van de Duellerende Dinos is mogelijk de strijd op leven en dood tussen een Triceratopsen een jonge T rex vastgelegdzoals op deze illustratie van het prehistorische Montana is uitgebeeld
In het fossiel van de ‘Duellerende Dino’s’ is mogelijk de strijd op leven en dood tussen een Triceratops en een jonge T. rex vastgelegd, zoals op deze illustratie van het prehistorische Montana is uitgebeeld.
Illustration by Anthony Hutchings

Maar nu komt daar verandering in. Na jaren van juridisch getouwtrek waarin het fossiel in laboratoria of opslagplaatsen lag opgeborgen, zijn de Duellerende Dino’s eindelijk op weg naar het North Carolina Museum of Natural Sciences (NCMNS) in Raleigh. Met steun van een aantal donoren, waaronder private instellingen, en de overheden van de stad Raleigh, Wake County en de staat North Carolina, kon de ngo Friends of the North Carolina Museum of Natural Sciences het fossiel namens het museum aankopen, voor een niet nader bekend gemaakt bedrag.

Het fossiel zal worden ondergebracht in een nieuwe vleugel van het museum die in 2022 voltooid zal zijn, met inbegrip van een geavanceerd paleontologisch laboratorium. “De Duellerende Dino’s zijn echt een juweel dat ruim tien jaar verborgen is gebleven,” zegt Lindsay Zanno, paleontologe aan de North Carolina State University en hoofdcurator paleontologie van het NCMNS.

Paleontologen zijn verheugd over het nieuws dat het fossiel eindelijk een permanent onderkomen krijgt. “Er zullen letterlijk duizenden wetenschappelijke artikelen over deze fossielen worden geschreven,” zegt paleontoloog Tyler Lyson van het Denver Museum of Nature and Science.

En volgens paleontoloog Kirk Johnson, directeur van het National Museum of Natural History van het Smithsonian Institution, “zal het een wereldberoemd exemplaar worden.”

Jaren in de schaduw

De ontdekking van de Duellerende Dino’s en de lange weg die ze moesten afleggen voordat ze in het NCMNS belandden, is niet minder spectaculair dan het fossiel zelf.

In de zomer van 2006 deed een fossielenjager met de naam Clayton Phipps in de stralen van de ondergaande zon de vondst van zijn leven, in Garfield County, Montana. Phipps en zijn team waren bezig met veldonderzoek op de ranch van Lige en Mary Ann Murray toen Phipps’ neef, Chad O’Connor, op een spoor van botfragmenten stuitte. Het spoor voerde naar het bekken van een Triceratops dat uit de geërodeerde rotsen van een heuveltje stak. Na maanden van onderbroken opgravingen bleek dat het chocoladebruine fossiel bestond uit een vrijwel compleet skelet van een Triceratops – én van een Tyrannosaurus rex.

Nadat het team van Phipps het fossiel ter bescherming met jute en gips hadden omzwachteld en naar de ranch van de Murrays had overgebracht, lag het jarenlang in het depot van een privélaboratorium in Fort Peck, Montana. Phipps en de Murrays probeerden een museum tot aankoop van het fossiel te bewegen, maar ze vonden geen afnemers. Phipps herinnert zich dat sommige paleontologen problemen hadden met de wijze waarop het fossiel was opgegraven en de vindplaats was gedocumenteerd.

In de VS moeten fossielen die op federaal grondgebied worden ontdekt, in een geaccrediteerde instelling worden ondergebracht, bijvoorbeeld een museum. Maar fossielen die op privégrond worden gevonden, zoals de Duellerende Dino’s, kunnen legaal worden verkocht en gekocht.

In 2013 wist het Londense veilinghuis Bonhams de Murrays en Phipps ertoe te brengen het fossiel te laten veilen. Hoewel ze het niet prettig vonden dat ze niets hadden te zeggen over de eventuele koper, hadden Phipps en de Murrays veel kosten gemaakt, dus gingen ze akkoord. Maar de veiling mislukte, want de biedingen bereikten niet het afgesproken minimumbedrag van zes miljoen dollar. De Duellerende Dino’s werden weer uit de New Yorkse vestiging van het veilinghuis weggehaald en verdwenen in een opslagplaats op Long Island.

Jaren later nam Lindsay Zanno contact op met een vertrouweling van Phipps: Pete Larson, voorzitter van het Black Hills Institute, een commerciële firma in South Dakota die zich toelegt op paleontologische opgravingen. Zanno vroeg via Larson of Phipps de Duellerende Dino’s wilde verkopen aan het NCMNS. In februari 2016 brachten Zanno en andere medewerkers van het museum een bezoek aan de opslagplaats op Long Island – een moment dat Zanno als “ontzagwekkend” beschrijft.

“Je kunt deze exemplaren niet bekijken zonder dat je ze uit het rotsblok ziet opstaan en pal langs je ziet lopen,” zegt zij. “Je ziet ze gewoon zoals ze toen leefden.”

De onderhandelingen verliepen vlotjes, maar voordat de Duellerende Dino’s naar Raleigh konden worden overgebracht, raakten ze in een juridische strijd verstrikt die zich jarenlang zou voortslepen.

Rond de tijd van de veiling in 2013 vernamen de Murrays dat Jerry en Robert Severson, hun voormalige zakenpartners in de ranch, dreigden naar de rechter te stappen, zo vertelt Mary Ann Murray. Toen de Murrays in 2005 het aandeel van de Seversons in de ranch hadden overgenomen, bleven de gebroeders Severson in het bezit van twee derde van de mijnbouwrechten op de onderliggende bodemschatten. De Seversons meenden dat ze daardoor ook recht hadden op een deel van de opbrengst van de Duellerende Dino’s – twee van de beste bewaarde fossielen die ooit in Montana waren ontdekt.

Ruim een eeuw lang waren fossielen in Montana opgegraven in de veronderstelling dat ze het bezit waren van de landeigenaar, niet van degene die de mijnbouwrechten op de bodem eronder bezat. Dus spanden de Murrays bij een staatsrechtbank een proefproces aan om te laten vastleggen dat fossielen geen delfstoffen waren.

De Seversons, die niet in Montana woonden, brachten de zaak voor een federale districtsrechtbank, die de Murrays in 2016 in het gelijk stelde. De Seversons gingen in beroep en tot verbijstering van Phipps, Larson en de Murrays viel de uitspraak van het Hof van Beroep van het Negende Circuit in 2018 in het voordeel van de broers uit: zij hadden nu een meerderheidsbelang in de Duellerende Dino’s.

Paleontologen beschouwde de rechterlijke uitspraak als een ramp. Het gelijkstellen van fossielen aan delfstoffen zou honderd jaar aan eigendomsrechten op fossielen kunnen annuleren. Bovendien zijn de mijnbouwrechten op de bodem onder een bepaald stuk land vaak zó gefragmenteerd dat het verkrijgen van toestemming voor opgravingen op privégrond vrijwel onmogelijk zou worden. De tweeduizend leden tellende Society of Vertebrate Paleontology, een consortium van musea en een groep landeigenaren in Montana sloten een monsterverbond om namens de Murrays een nieuwe pleitnota in te dienen.

Monsterverbond, want deze groepen en instellingen kunnen niet altijd goed met elkaar overweg als het gaat om de handel in private fossielen. De nieuwe rechtszaak was dan ook een “zeldzame samenwerking,” zegt David Evans, destijds hoofdcurator paleontologie van het Royal Ontario Museum.

Phipps en de Murrays verzochten het parlement van de staat Montana om wettelijk vast te leggen dat het de landeigenaren waren die de rechten op fossielen bezaten. De betreffende wet werd in 2019 unaniem aangenomen maar was vanwege de nog lopende federale rechtszaken niet van toepassing op de Duellerende Dino’s.

In 2019 stemde het Negende Circuit ermee in om de zaak in beroep te herzien en vroeg het Hooggerechtshof van Montana om zich te buigen over de vraag of fossielen als delfstoffen kunnen worden beschouwd. In mei 2020 oordeelde het Hooggerechtshof van de staat dat fossielen géén delfstoffen zijn en in juni sloot het Negende Circuit zich daarbij aan, wat betekende dat de Murrays nu eindelijk de rechtmatige eigenaars van de Duellerende Dino’s waren en het fossiel aan het NCMNS konden verkopen.

“Ik heb hier zó lang op gewacht, het leek wel een eeuwigheid,” zegt Phipps, die nu een prominente rol speelt in de realityserie van Discovery Channel, Dino Hunters. “Ik ben zielsgelukkig dat ze naar deze plek gaan.”

De controverse rond privéverkoop van fossielen

Niet alle fossielen die in particulier bezit zijn belanden uiteindelijk in musea. Voor veel wetenschappers stond het nieuws dat het NCMNS het fossiel had aangekocht in positief contrast met de veiling in oktober van Stan, een beroemde en wetenschappelijk belangwekkende T. rex die door Larson en het Black Hills Institute was opgegraven. Een rechter dwong het instituut om het fossiel te veilen, zodat een aandeelhouder in het bedrijf kon worden uitgekocht, waarna een anonieme koper – zeer waarschijnlijk een privéverzamelaar – het exemplaar voor 31,8 miljoen dollar kocht.

Paleontologen waren woedend over de exorbitante prijs en vreesden dat de goede relaties tussen wetenschappers en landeigenaren zouden verzuren en de wereldwijde jacht op fossielen uit de hand zou lopen. Daarentegen ziet Phipps de bekendmaking dat de Duellerende Dino’s door een museum zijn aangekocht, als “echt fantastisch nieuws voor de paleontologie, vooral met het oog op de veiling van Stan.”

Maar niet alle wetenschappers zijn blij. Tyrannosaurus-expert Thomas Carr, paleontoloog aan het Carthage College in Kenosha, Wisconsin, is een fervent voorstander van een verbod op de commerciële verkoop van alle fossielen in de VS. Hij maakt zich nog steeds zorgen over het feit dat de verkoop van de Duellerende Dino’s de in zijn ogen onethische handel in onvervangbare fossielen zal legitimeren.

“Het is goed dat zulke exemplaren in een echt museum terechtkomen en niet zomaar verdwijnen, zoals dat met Stan is gebeurd, maar aan de andere kant: welk prijskaartje hangt eraan?” zegt Carr. “De verkoop roept de vraag op of wetenschappers en musea niet medeplichtig zijn geworden aan de commerciële handel in fossielen.”

Carr schat dat ruim veertig T. rex-fossielen – ongeveer de helft van alle exemplaren die zijn gevonden – in private of commerciële handen en daarmee buiten bereik van de wetenschap zijn.

Prehistorisch duel?

Nu Zanno en haar team de Duellerende Dino’s eindelijk in hun ‘bezit’ hebben, kunnen ze aan hun jarenlange onderzoek van het fossiel beginnen. Daarbij zullen ze uiteraard ook proberen vast te stellen of de beide dieren in een onderling gevecht zijn gestorven.

In andere fossielen zijn zowel roofdieren als hun prooi versteend. Zo ontdekten Poolse en Mongoolse paleontologen in 1971 een Velociraptor en een Protoceratops, een vroege verwant van de Triceratops, die in een gevecht waren gewikkeld en onder een verschuivende zandduin waren begraven. Om het lot van de dinosauriërs uit Montana te achterhalen zullen de onderzoekers precies moeten bepalen hoe en wanneer de beide dieren zijn begraven en of ze de onmiskenbare sporen van een onderling gevecht op hun botten vertonen, zoals inkepingen als gevolg van beten.

Belangrijk is ook dat Zanno en haar team nu toestemming hebben gekregen om de oorspronkelijke vindplaats te onderzoeken, waardoor ze kunnen uitzoeken hoe het fossiel tot stand is gekomen. “Als we geen bezoek zouden kunnen brengen aan de plek waar deze exemplaren zijn gevonden en daar zelf gegevens zouden kunnen verzamelen, dan zou het fossiel vanuit wetenschappelijk oogpunt veel minder waardevol zijn,” zegt Zanno.

Ongeacht de vraag of de dinosauriërs nu wel of niet in gevecht waren, biedt dit fossiel een unieke gelegenheid om twee in spectaculaire staat bewaard gebleven exemplaren van deze prehistorische soorten te onderzoeken.

Zo kan de tyrannosaurus nieuw licht werpen op de vraag hoe deze dieren zich van pas uit het ei gekropen beestjes tot zulke vervaarlijke roofdieren konden ontwikkelen. De meeste experts denken dat deze tyrannosaurus in kwestie een jonge T. rex is, wat dit exemplaar tot een van de weinige fossielen van deze aard zou maken, en verreweg de meest volledige die ooit is gevonden. Daarentegen denkt Phipps dat het gaat om het fossiel van een Nanotyrannus, een omstreden ‘dwergtyrannosaurus’. De meeste wetenschappers denken echter dat Nanotyrannus geen soort is, maar gewoon een juveniele tyrannosaurus.

“Voor mij is de achterliggende vraag belangrijker: hoe de diversificatie onder dinosauriërs zich vóór hun uitsterven heeft ontvouwd. Dat is denk ik waar het écht om gaat,” zegt Lyson van het Denver Museum of Natural Sciences. “Gaat het om één grote tyrannosaurus of om twee?”

Nog meer geheimen liggen besloten in het gesteente waarin het fossiel is ingebed, waaronder indrukken van de huid van de dinosauriërs en vage ‘halo’s’ die wijzen op de ontbinding van zachte weefsels rond de botten. Dankzij recente nieuwe ontwikkelingen in de paleontologie zullen wetenschappers in de toekomst misschien ook de maaginhoud of zelfs overblijfselen van de oorspronkelijke eiwitten van deze dieren in het gesteente kunnen opsporen. “Het zal een zeer nauwgezette taak worden om de botten uit de steen te prepareren en daarbij geen enkel stukje huid te vernietigen,” zegt Johnson.

Phipps is gewoon opgelucht dat de wetenschap eindelijk de kans krijgt het fossiel te onderzoeken en kan niet wachten totdat hij naar North Carolina kan afreizen.

“Op een dag zal ik mijn kleinkinderen naar het museum meenemen en zeggen: ‘Kijk, jullie oude opa heeft die dinosauriërs gevonden,’” zegt hij. “Ze zullen nu voor altijd voor iedereen zijn te zien en dat is wat ik altijd heb gewild.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com

Deze bijna intacte zwarte schedel behoort toe aan het meest complete skelet van een Tyrannosaurus rex dat in Europa is te zien Het wetenschappelijk belangrijke fossiel met de naam Tristan Otto wordt in het Museum fr Naturkunde in Berlijn tentoongesteld Van het fossiel dat in 2010 in de beroemde Hell Creek Formation uit het late Krijt in Montana VS werd ontdekt zijn 170 van de circa 300 botten bewaard gebleven Het kostte vier jaar om het ruim twaalf meter lange fossiel uit te graven en te prepareren