‘Zie je die kleine stippen rechtsboven? Dat is het Trapeziumcluster van de Orionnevel.’ Astrofysicus Els Peeters van de Western University in Canada wijst naar de vier sterren op een kleurrijk beeld dat de James Webb-telescoop maakte van de Orionnevel, een van de populairste regio’s in de ruimte onder sterrenkundigen.
‘Ik overdrijf niet als ik zeg dat we met elke waarneming van James Webb iets nieuws ontdekken, dit is echt de gouden eeuw voor de sterrenkunde.’
Wat is de Orionnevel?
De Orionnevel, ook wel Messier 42 genoemd, is een grote moleculaire wolk op 1400 lichtjaar van de aarde. Dat klinkt ver weg, maar voor astronomische begrippen ligt deze gaswolk om de hoek. ‘De Orionnevel is een van de dichtstbijzijnde stervormingsgebieden,’ vertelt Peeters. ‘Orion vormt sterren van alle mogelijke massa’s. Je ziet hier sterren die jonge volwassenen zijn, maar ook tieners, kleuters en baby’s. Sommige delen van de wolk zijn nog sterren aan het vormen, die zijn als het ware nog zwanger.’
De Orionnevel heeft een massa van duizend zonnen en een diameter van dertig lichtjaar. Niet overal in die gigantische wolk ontstaan sterren. ‘Bepaalde gebieden in de nevel hebben een hogere dichtheid,’ legt de astrofysicus uit. ‘Je kunt het vergelijken met een spons met gaten. In die gebieden waar een hogere hoeveelheid materiaal is, stort zo’n wolk lokaal ineen en kan zich een ster vormen.’
Stervorming is als het bakken van een pizza
Peeters vergelijkt stervorming in de Orionnevel ook met het bakken van een pizza. Wanneer je een bal pizzadeeg ronddraait, krijg je uiteindelijk een platte schijf die je met je favoriete toppings kunt beleggen. Ook de gebieden met veel materiaal in de Orionnevel kunnen veranderen van een ronde bal in een platte schijf.
‘Die wolken roteren een klein beetje. Als de wolk instort terwijl hij roteert, wordt hij platter. De massa gaat naar het centrum waar een ster ontstaat, met daaromheen een schijf waarin op termijn planeten kunnen ontstaan.’
De Orionnevel door de ogen van James Webb
Mede dankzij de scherpe ogen van de James Webb-telescoop komen we steeds meer te weten over dit stervormingsgebied. In 2023 ontdekten wetenschappers met de James Webb-telescoop 540 objecten in de Orionnevel die mogelijk planeten zijn.
‘James Webb werkt met een infraroodcamera en kan door het stof van de Orionnevel heen kijken,’ zegt Peeters. ‘Zijn voorganger Hubble kon alleen het oppervlak bekijken en niet zien wat er in de dichte gebieden van de wolk, waar sterren gevormd worden, gebeurt. Webb ziet de jonge sterren die net geboren zijn en dus nog omgeven zijn met veel materiaal en dus ook veel stof.’
Is er leven in de Orionnevel?
Met behulp van deze haarscherpe ruimtetelescoop krijgen wetenschappers zoals Peeters steeds beter in beeld hoe stervorming in de Orionnevel plaatsvindt. En dat brengt ons ook weer een stapje dichterbij het antwoord op de vraag: zijn we alleen in de ruimte?
‘We zien nu heel duidelijk hoe de energie van al gevormde jonge sterren de schijf eromheen beïnvloedt, maar ook wat dit betekent voor de hele wolk en de volgende generatie sterren,’ legt de wetenschapper uit. ‘We willen allemaal weten of er buitenaards leven is. Daarvoor moet je planeten zoals de aarde hebben en dus ook schijven rondom sterren. Als de jonge sterren in de Orionnevel die schijven beïnvloeden, heeft dat ook een effect op planeetvorming.’
Peeters voorspelt dat de James Webb de komende jaren nog veel geheimen van de Orionnevel bloot zal leggen. ‘We leren met elk beeld van James Webb iets nieuws. De telescoop is spectaculair en het is op dit moment echt een groot plezier om wetenschapper te zijn.’
Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.