Het matras ligt comfortabel, de lichten zijn uit en ik ben doodmoe. Ik hoef nu nog maar één ding te doen: slapen. Onder normale omstandigheden zou dat een simpele taak zijn, maar nu drukken tientallen elektroden tegen mijn gezicht en hoofdhuid. Een dikke bundel van kabels verbindt ze met een kastje op het bureau.
Ik draai me nog eens om, me afvragend waar de onderzoekers nu mee bezig zijn. Zijn ze zelf al gaan slapen of zitten ze in het aangrenzende kamertje te kijken naar mijn hersenactiviteit? Kunnen ze zien dat ik nog wakker ben, zelfs als ik helemaal stil lig?
Onderzoek naar diepe slaap
Wanneer ik zo’n vier uur eerder het Slaaplab op de Universiteit van Amsterdam binnenstap, heten onderzoeker Stefan Jongejan en stagiair Thyra Hogervorst me welkom in de ‘woonkamer’. De bank, het keukentje en de inrichting met groenblauwe accenten zorgen voor een huiselijke sfeer. De EEG-apparatuur die aan haakjes aan de muur hangt, herinnert me eraan dat het hier toch echt gaat om een laboratorium.
Jongejan legt me nog een keer uit wat mij te wachten staat. Ik zal worden uitgerust met elektroden die mijn hersenactiviteit, oogbewegingen en spierspanning registreren, om vervolgens de nacht door te brengen in een van de slaapkamers. Het enige dat van mij wordt verwacht, is dat ik me ontspan en ga slapen. Simpel. Toch?
Voordelen van diepe slaap
In Nederland en België kampt ongeveer een op de vier volwassenen met slaapproblemen. Met dit onderzoek hoopt Jongejan deze mensen te kunnen helpen. Hij werkt aan een apparaat dat thuis kan worden ingezet om de slaapkwaliteit te verbeteren. Om te begrijpen hoe dat werkt, is het belangrijk iets te weten over hoe de hersenen zich gedragen in slaapstand.
Leestip: Zeven tips om beter te slapen
Tijdens onze slaap gebeurt er van alles in het brein, legt Jongejan uit. ‘De zenuwcellen in de hersenen beginnen gezamenlijk elektrische impulsen te zenden en vallen dan weer stil.’ Zo ontstaan er golven in hersenactiviteit. Hoe dieper de slaap, hoe groter die golven worden.
De heilige graal voor onderzoekers als Jongejan is diepe slaap of NREM3. In deze fase van slaap vertragen de hersengolven en is de slaper niet meer zo makkelijk wakker te krijgen. Diepe slaap helpt bij lichamelijk herstel, bevordert het geheugen en zorgt ervoor dat we ’s ochtends wakker worden met een uitgerust gevoel.
Diepe slaap bevorderen: hoe werkt dat?
Het werk van Jongejan is erop gericht om deze slaapfase een steuntje in de rug te geven. Het apparaat dat hij ontwikkelt, moet de diepe slaap nóg dieper maken. ‘Je moet het je voorstellen als een soort hoofdband met een klein wit kastje erop,’ legt hij uit. In de hoofdband zitten enkele elektroden die de hersenactiviteit meten. In het witte kastje worden die gegevens verwerkt, zodat het apparaat precies weet op welke momenten moet worden ingegrepen.
Zo’n ingreep is niet meer dan een kort geluid dat enkele keren wordt afgespeeld. Een twintigste van een seconde aan roze ruis, bijvoorbeeld. Uit eerder onderzoek heeft Jongejan kunnen afleiden dat dit genoeg is om de zenuwcellen in het brein tijdens de diepe slaap te stimuleren. De hersengolven krijgen op die manier een boost. Ze worden dieper en houden langer aan.
Leestip: Krijg je nachtmerries van melatonine?
Het klinkt simpel, maar de slaapstimulatie werkt het best wanneer het geluid op exact het juiste moment wordt ingezet: in de diepe slaap tijdens een opgaande hersengolf. Om dat moment nog preciezer te kunnen inschatten, en om het effect van verschillende geluiden te toetsen, worden proefpersonen in het Slaaplab geobserveerd.
Overnachten in het Slaaplab
‘Het is een beetje als een bezoek aan de kapper,’ zegt Hogervorst. Al meer dan een uur is ze met me in de weer. Ze heeft elektroden vastgeplakt rond mijn ogen, aan mijn oorlellen en onder mijn kin. Daarna is er een EEG-cap op mijn hoofd gezet, een soort badmuts met nog eens 64 elektroden erin. Pas wanneer elk exemplaar een zuiver signaal oppikt, mag ik naar bed.
Dat blijkt een tijdrovend karwei. Mijn ‘kapper’ gaat de elektroden af met een spuit vol geleidende gel, die ervoor moet zorgen dat mijn hersenactiviteit zo nauwkeurig mogelijk wordt opgepikt. Op een scherm is te zien welke elektroden contact hebben gemaakt. Een voor een springen ze op groen.
‘Als er iets is kun je op dit belletje drukken,’ vertelt Hogervorst wanneer ik in bed lig. ‘Dan komen we je loskoppelen. Lig je comfortabel zo?’
Ik trek de deken over me heen en verzeker haar dat ik goed lig, ervan overtuigd dat ik binnen de kortste keren in slaap zal vallen. Ze wenst me welterusten, doet het licht uit en verlaat de kamer. Een lange nacht begint.
Donkere kringen onder mijn ogen
‘Hoe heb je geslapen?’ vraagt Jongejan wanneer hij me ’s ochtends wakker komt maken.
‘Niet zo heel fantastisch,’ antwoord ik. Het is een understatement. Wanneer ik van de apparatuur ben ontdaan en in de badkamer van het Slaaplab sta, schrik ik van het gezicht dat me in de spiegel aankijkt. In mijn voorhoofd staan ronde afdrukken van elektroden. Opgedroogde gel houdt mijn haar in pieken overeind. Donkere kringen onder mijn ogen verraden dat ik niet aan mijn benodigde hoeveelheid diepe slaap ben gekomen.
Leestip: Is het wel nodig om de hele nacht door te slapen?
Na een douche en een kop koffie mag ik nog even meekijken naar de resultaten. ‘O, jeetje,’ zegt Hogervorst zodra mijn gegevens op het scherm verschijnen. Ik kijk haar vragend aan. ‘Die zwarte blokken,’ legt ze uit, ‘dat zijn de perioden waarin je wakker was.’
Nacht vol zwarte blokken
De eerste vier uren van mijn ‘nachtrust’ bestaan bijna uitsluitend uit zwarte blokken. Dit zijn de uren waarin iemand gewoonlijk een paar rondes diepe slaap doormaakt, de uren waarin het experiment met de geluiden had moeten plaatsvinden. Maar zonder diepe slaap viel er weinig te onderzoeken. Beschaamd kijk ik naar mijn hersengolven op het scherm. ‘Veel mensen vinden het lastig om in een onbekende omgeving in slaap te vallen,’ zegt Jongejan begripvol.
We constateren dat het waarschijnlijk niet hielp dat ik hier naast mijn rol als proefpersoon ook als journalist aan het werk was. ‘Gewoonlijk raden we mensen aan om zich twee uur voor het slapen niet met werk bezig te houden.’
Helaas heeft mijn nacht niet veel waardevolle informatie opgeleverd voor de onderzoekers, maar wat niet is kan nog komen. Jongejan nodigt me uit om nog eens terug te komen. Misschien gaat het dan beter, zegt hij aanmoedigend, als de omgeving bekender is en ik geen verhaal hoef te schrijven over mijn ervaring.
Ik antwoord dat ik erover na zal denken. Eerst maar even naar huis voor een dutje.
Schrijver en journalist Myrthe Prins offert zich elke week op voor de wetenschap. Meer afleveringen lezen? Alle verhalen in de rubriek Proefkonijn lees je hier.
Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium én steun de missie van National Geographic. Word nu lid!