Aan de Turkse kust werd een bijzondere ‘tijdcapsule’ opgegraven van een van de grootste vulkaanrampen in de geschiedenis. De vondst levert interessante nieuwe informatie op over het drama en mogelijk zelfs de eerste stoffelijke resten van een van de tienduizenden mensen die erbij omkwamen.
In een onlangs gepubliceerd artikel in Proceedings of the National Academy of Sciences beschrijft een internationaal team van wetenschappers het bewijsmateriaal voor een desastreuze tsunami die volgde op de uitbarsting die circa 3600 jaar geleden plaatsvond op Thera (het huidige Santorini), een vulkaaneiland in de Egeïsche Zee.
Lees ook: Hoe een ‘vergeten’ tsunami 600 jaar geleden de geschiedenis veranderde
De ‘superkolossale’ uitbarsting op Thera, die wordt omschreven als categorie 7 (van 8) op de schaal voor vulkanische explosiviteit, zou een van de meest verwoestende uitbarstingen in de geschiedenis van de mensheid zijn geweest. Volgens sommige wetenschappers was deze te vergelijken met de ontploffing van miljoenen Hiroshima-achtige atoombommen. Allerlei geleerden stellen dat de herinnering aan de traumatische gebeurtenis die in de bronstijd rond 1600 v. Chr. plaatsvond, zijn sporen achterliet in het verhaal over de gezonken stad Atlantis dat Plato ruim duizend jaar later schreef. De indruk die de gebeurtenis maakte zou ook terug te zien zijn in de tien plagen die in de bijbel staan omschreven. Akrotiri is een Minoïsche stad die door de uitbarsting op Thera door as werd bedolven. Tegenwoordig is het een populaire toeristische attractie die vaak wordt vergeleken met Pompeï.
Van de uitbarsting en de daarop volgende tsunami bestaan geen ooggetuigenverslagen. Wetenschappers proberen daarom op andere manieren te achterhalen wat de omvang van de ramp was en welke gevolgen deze had voor de toenmalige beschavingen rond de Middellandse Zee. Ze zijn met name geïnteresseerd in de gevolgen voor de Minoërs, een rijke, maritieme grootmacht op het nabijgelegen eiland Kreta die rond dezelfde tijd, in de vijftiende eeuw v. Chr., ten onder ging.
Opgravingen doen naar een tsunami
Het artikel beschrijft het onderzoek bij de archeologische vindplaats Çeşme-Bağlararası, in de populaire badplaats Çesme aan de Turkse Egeïsche kust, zo’n 150 kilometer ten noordnoordoosten van Santorini. De opgravingen begonnen in 2002 en vinden plaats in een woonwijk op slechts twee straten van de huidige kust gelegen. Aanleiding was de vondst van restanten van een oude pottenbakkerij bij de bouw van een appartementencomplex.
Sinds 2009 staat archeoloog Vasıf Şahoğlu van de Turkse Universiteit van Ankara aan het hoofd van deze opgravingen naar een ogenschijnlijk welvarende kustplaats die sinds circa 2500 tot 1300 v.Chr. bijna onafgebroken bewoond lijkt te zijn geweest. Şahoğlu besloot om zich niet te focussen op de goed bewaard gebleven gebouwen en wegen die eerder op de vindplaats werden aangetroffen, maar juist op een gebied waar hij al snel op chaos stuitte: ingestorte stadsmuren, lagen as en hopen met resten aardewerk, botten en schelpen. Hij schakelde collega’s in met verschillende specialiteiten om hem te helpen inzicht te krijgen in de puinhopen. Een van hen was Beverly Goodman-Tchernov, een in oceanen gespecialiseerde geowetenschapper van de Israëlische Universiteit van Haifa en een National Geographic Explorer, die zich met name richt op het herkennen van tsunami’s op basis van archeologisch en geologisch materiaal.
Het is lastig om aan te tonen dat er in het verleden tsunami’s hebben plaatsgevonden. Bewijzen als ingestorte gebouwen of branden kunnen ook veroorzaakt zijn door aardbevingen, overstromingen of door noodweer. Bovendien verdwijnt dergelijk bewijsmateriaal gemakkelijk na verloop van tijd, met name in warme, droge gebieden als langs de Egeïsche kust. Ook ver van het eiland zelf zijn er nog gevolgen zichtbaar van de uitbarsting op Thera, bijvoorbeeld in de ijskappen op Groenland en in dennenbomen in Californië. Toch zijn er tot nog toe slechts zes fysieke plekken gevonden waar bewijs is voor de tsunami die het hele gebied rond de Egeïsche Zee overspoelde. Daarvan is Çesme-Bağlararası de meest complexe.
“Bij tsunami’s vindt vooral erosie plaats … en geen afzettingen, vandaar dat we zo opgetogen zijn als we die wel vinden!” schrijft geoloog en oceanograaf Floyd McCoy van de University of Hawaii in een e-mail. National Geographic Explorer McCoy doet onderzoek naar de uitbarsting op Thera en de daaropvolgende tsunami, maar was niet betrokken bij het nieuwe project. Volgens hem is het onderzoek “een serieuze bijdrage, niet alleen op het gebied van de door de tsunami veroorzaakte afzettingen, maar ook naar de betekenis en interpretatie ervan, vooral met betrekking tot de uitbarsting van Thera in de bronstijd.”
Onderzoekers stellen inmiddels steeds geavanceerdere ‘checklists’ op om bewijzen te vinden voor tsunami’s uit het verleden. Daarbij kijken ze onder meer naar fysieke en chemische sporen van zeedieren die door de golven op het land worden gespoeld en naar specifieke patronen in sediment en afzettingen van gesteenten. Zo werden bij Çeşme-Bağlararası bijvoorbeeld hopen schaaldieren aangetroffen die door de zee waren meegesleurd en bedolven waren geraakt onder ingestorte muren van gebouwen.
“Het gebeurt maar zelden dat ik er zeker van ben dat er een tsunami was, vooral in warme omgevingen, omdat er vaak gewoon niet veel materiaal is,” stelt aardwetenschapper Jessica Pilarczyk van de Canadese Simon Fraser University, die niet betrokken was bij het onderzoek naar Çesme-Bağlararası. “Maar het ziet ernaar uit dat ze hier heel duidelijk bewijsmateriaal hebben gevonden en verwerkt.”
Archeoloog Jan Driessen van de Belgische Katholieke Universiteit Leuven staat aan het hoofd van de onderzoeksgroep Talos, die de gevolgen van de uitbarsting op Santorini bestudeert. Hij laat per e-mail weten dat de recente vondsten als casestudy kunnen dienen voor archeologen en andere wetenschappers, om meer inzicht te krijgen in de verwoesting die moet hebben plaatsgevonden op veel andere locaties langs de Egeïsche Zee die dichter bij de vulkaan lagen. (Driessen was niet betrokken bij deze studie.)
Een ramp zonder slachtoffers?
Een van de meest raadselachtige aspecten van de uitbarsting op Thera is het feit dat er geen slachtoffers van zijn gevonden. De tsunami die volgde op de uitbarsting van de Krakatau in Indonesië in 1883 kostte naar schatting zo'n 35.000 mensen het leven. Vermoed wordt dat bij de uitbarsting in de bronstijd eenzelfde aantal slachtoffers viel.
Tot op heden is er echter slechts een persoon gevonden die mogelijk het leven liet door de uitbarsting op Thera: een man die tijdens onderzoekswerkzaamheden aan het eind van de negentiende eeuw onder het puin werd gevonden op de archipel Santorini. (De onderzoekers van de nieuwe studie vermoeden dat hij stierf tijdens een aardbeving en doen nader onderzoek naar het oorspronkelijke verslag om te zien wat er nog te zeggen is over het moment waarop en de omstandigheden waarin de man overleed, en of het nog mogelijk is om zijn stoffelijke resten te onderzoeken.)
Lees ook: Duizend jaar oude botten van de oudste tsunamislachtoffers in Oost-Afrika
Er doen verschillende theorieën de ronde over het feit dat er geen slachtoffers worden gevonden: mensen zouden door kleinere, eerdere uitbarstingen al uit het gebied zijn gevlucht voordat de catastrofale uitbarsting plaatsvond, de slachtoffers zouden zijn verbrand door de superhete gassen of zijn meegesleurd de zee in, of ze zouden zijn begraven in massagraven die nog niet zijn teruggevonden.
“Hoe kan het dat er bij een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis geen slachtoffers vielen?” vraagt Şahoğlu zich af.
Goodman-Tchernov vermoedt dat er mogelijk al slachtoffers van de ramp op Thera zijn gevonden zonder dat onderzoekers zich daarvan bewust waren, net als ze ook afzettingen door tsunami’s niet als zodanig herkenden. “Het is goed mogelijk dat er al slachtoffers zijn ontdekt maar dat die niet werden herkend, omdat er een link werd gelegd met secundaire of zelfs tertiaire gevolgen van de uitbarsting.”
Maar volgens de onderzoekers hebben ze nu in Çesme-Bağlararası het eerste slachtoffer gevonden van de natuurramp. Ze troffen in het puin van de tsunami-afzetting skeletresten aan van een jonge, gezonde man die verwondingen bleek te hebben opgelopen door stompe objecten. Niet ver van hem vandaan bevonden zich de overblijfselen van een hond in een ingestorte deuropening. Hoewel de datering van de skeletten van de man en de hond de komende maanden plaatsvindt, zijn de onderzoekers ervan overtuig dat deze in lijn zal zijn met de koolstofdatering van materiaal dat zich in de directe omgeving van deze twee slachtoffers bevond.
Angstaanjagende golven
De onderzoekers constateerden dat er in enkele dagen tot weken tijd vier enorme vloedgolven over Çesme-Bağlararası spoelden. Deze informatie is met name voor McCoy interessant. Hij wijst erop dat de uitbarsting van Thera in vier fasen verliep. Wetenschappers hebben zich lange tijd afgevraagd welke eruptiefase verantwoordelijk was voor de tsunami, waarvan ze dachten dat dit een enkele gebeurtenis was.
Hij schrijft in een e-mail: “Die vraag speelt nog steeds, maar deze informatie wijst erop dat er een tsunami kan zijn ontstaan bij twee of drie of zelfs vier van die fasen, gezien het mogelijke aantal vloedgolven.”
Het lijkt erop dat de overlevenden, toen het water zich tussen de vloedgolven door terugtrok, van de gelegenheid gebruikmaakten om in de puinhopen op zoek te gaan naar slachtoffers of bouwmaterialen. Direct boven het lichaam van de jongeman werd ook bewijs aangetroffen voor dergelijke graafwerkzaamheden. Degene die aan het graven was, stopte echter ongeveer een meter te vroeg om het slachtoffer te kunnen bergen.
Lees ook: Nieuwe invasieve soorten steken oceaan over op plastic
Dit bewijs van pogingen om de tsunamislachtoffers te bergen duidt erop dat er inspanningen werden gedaan om ze op een adequate manier te begraven, mogelijk in massagraven, om de kans op het uitbreken van ziekten te verkleinen. “Als we dit gedrag extrapoleren, dan draagt dit bij aan de verklaring voor het ontbreken van menselijke slachtoffers van de verwoesting die plaatsvond in het Egeïsch gebied,” stelt Driessen.
Het dateren van de ramp
Negen nieuwe koolstofdateringen van door de tsunami achtergelaten materiaal dragen ook bij aan een bestaande discussie. Van oudsher wordt ervan uitgegaan dat de uitbarsting op Thera plaatsvond in het zogenaamde ‘Late Minoan IA’, een periode die zou samenvallen met de 18e Dynastie van Egypte, in de vijftiende eeuw v.Chr. Maar koolstofdatering van hout dat werd aangetroffen in lagen as bij Akrotiri wijzen op een moment tegen het einde van de zestiende eeuw v.Chr., wat een verschil oplevert van ruim een eeuw. Dit levert problemen op voor onderzoekers die onderzoek doen naar de chronologie van de verschillende culturen die toentertijd rond de Middellandse Zee leefden, en naar de contacten die zij voor en na de ramp met elkaar onderhielden.
Volgens de onderzoekers moet de uitbarsting hebben plaatsgevonden na de vroegste datum die zij konden achterhalen aan de hand van het puin van de tsunami – die van een korrel gerst die in de buurt van de jonge man werd gevonden en die via koolstofdatering werd gedateerd op 1612 v.Chr. Andere experts zetten echter hun vragen bij deze methodologie. De algemene consensus lijkt te zijn dat, hoewel nieuwe gegevens altijd welkom zijn, het chronologieprobleem niet wordt opgelost door de vondsten die tot nu toe zijn gedaan in Çesme-Bağlararası.
Er blijven dus nog talloze vragen over die moeten worden beantwoord als het gaat om de timing van de uitbarsting bij Thera en de verwoesting die deze veroorzaakte in het Middellandse Zeegebied in de bronstijd. Toch hopen de onderzoekers dat deze studie in de regio werkzame archeologen zal stimuleren om nog eens goed naar hun opgravingen te kijken, of zij daar misschien geen eerder onontdekt bewijsmateriaal hebben voor een van de meest destructieve natuurrampen in de geschiedenis. Daarnaast hoopt Şahoğlu dat deze bijzondere archeologische vindplaats midden in een populaire badplaats ooit zelf een toeristische attractie wordt.
Pilarczyk, die niet alleen onderzoek doet naar gevaren die de kust in het verleden bedreigden maar ook naar mogelijke toekomstige gevaren, spreekt de hoop uit dat dit onderzoek ervoor zorgt dat het grote publiek zich meer bewust wordt van de risico’s en zich er beter op voorbereidt. “Als je kijkt naar tsunami’s, die komen zo weinig voor dat er soms eeuwen voorbij gaan zonder dat er iets noemenswaardigs gebeurt. Omdat er maar weinig culturele kennis van jaar op jaar wordt overgedragen, denken mensen dat ze veilig zijn.”
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com