Fotograaf Joel Sartore vertelt dat het pas kwart voor zeven ‘s ochtends was, en dat zijn kleding toch al doorweekt was “alsof ik in een zwembad was gegooid.”
Hij lag op die drukkende septemberochtend op zijn buik op een erf om foto’s te maken van hoefdieren als de blauwe gnoe in het Arabia’s Wildlife Centre in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). De temperatuur kan daar ook in de herfst nog oplopen tot ruim 42 graden, zo warm dat drie van de vier lampen die hij gebruikt bij het maken van zijn foto’s ermee ophielden.
Maar Sartore bleef ijskoud onder die omstandigheden. In de twee weken daarna voegde hij ruim tweehonderd inheemse soorten uit het noorden van Afrika en het Midden-Oosten toe aan de Photo Ark van National Geographic. Dit project heeft als doel om 15.000 soorten die leven in dierentuinen en reservaten over de hele wereld vast te leggen.
Lees ook: Welke dieren zullen als eerste uitsterven door klimaatverandering?
Zo fotografeerde hij onder meer opvallende dieren als de Arabische oehoe, een noordwest-Afrikaanse ondersoort van het jachtluipaard (Acinonyx jubatus hecki) en het ernstig bedreigde Arabische luipaard, die allemaal verblijven in het natuurreservaat Arabia’s Wildlife Centre. (Lees waarom Sartore vijftien jaar geleden met Photo Ark begon.)
Sartore omschrijft Photo Ark als een “langlopende reclamecampagne voor de natuur,” en dan met name voor de 35.500 planten- en diersoorten die op het punt staan voorgoed te verdwijnen. “We moeten deze kwestie onder de aandacht van het grote publiek blijven brengen, zodat mensen op tijd wakker worden om de planeet te kunnen redden,” stelt hij. Dagelijks sterven tientallen soorten uit en dat is meestal te wijten aan menselijke oorzaken, zoals de vernietiging van de leefomgeving van dieren en klimaatverandering.
Tijdens zijn verblijf in het Midden-Oosten schoot Sartore zijn twaalfduizendste foto. Hoewel hij niet wist welk dier precies de twaalfduizendste was, koos hij de Arabische cobra als het dier waarmee hij deze mijlpaal bereikte, omdat het niet eerder voorkwam dat een reptiel extra aandacht kreeg via de Photo Ark. De elfduizendste soort, die in februari bekend werd gemaakt, was een nachtvlinder uit het Zuidwesten van de VS, de dichagyris longidens.
De wetenschap weet niet veel over de Arabische cobra. De soort komt regelmatig voor maar wordt niet vaak waargenomen. Het dier leeft op het Arabisch schiereiland, onder meer in de VAE, Saoedi-Arabië, Jemen en Oman. Tot 2009 verkeerden wetenschappers in de veronderstelling dat de Arabische cobra een ondersoort was van de Egyptische cobra.
Net als de meeste andere cobra’s zet de Arabische cobra zijn ‘schild’ - een losse huidplooi achter zijn kop - op als waarschuwingssignaal, zoals Sartore ondervond tijdens de foto-opnamen. Hij bleef bij het fotograferen van dit giftige dier op een grotere afstand dan hij normaal doet, gebruikte een langere cameralens en werkte vlot.
Hij bracht een groot deel van zijn leven door met het fotograferen van dieren en is bij de meeste soorten niet bang, maar veiligheid is van groot belang. “Je wilt niet door ze gebeten worden,” zegt hij over de Arabische cobra. Elk jaar sterven er in het Midden-Oosten mensen aan een beet van deze slang.
Op 16 november worden de rollen omgedraaid en verschijnt Sartore zelf voor de camera in de soapserie General Hospital van de Amerikaanse zender ABC op de dag dat de Arabische cobra officieel tot twaalfduizendste soort in de Photo Ark wordt uitgeroepen.
“Ik krijg vast een Emmy voor het meest houterige optreden van het jaar,” grapt Sartore. “Maar het is voor een goed doel: we laten mensen over de hele wereld kennismaken met dieren waarvan ze het bestaan niet kenden.” (Neem een kijkje achter de schermen bij Photo Ark.)
Heet onder de voeten
Omdat slangen zich goed kunnen verstoppen en in het wild vaak niet in grote aantallen bij elkaar leven, “zijn ze vaak moeilijk te bestuderen,” stelt Philip Bowles, coördinator van de Red List Authority voor slangen en hagedissen van de IUCN, die onderzoek doet naar de status van slangen over de hele wereld en bepaalt of en hoezeer ze bedreigd zijn.
Lees ook: Eén miljoen soorten met uitsterving bedreigd, waarschuwt VN
De koffiekleurige slang, die ruim een meter lang kan worden, leeft in rotsachtige, semi-droge gebieden waarin zoet water te vinden is. De dieren voeden zich waarschijnlijk met kleine knaagdieren en vogels, aldus Bowles, die ook coauteur was van een IUCN-rapport uit 2012 over de reptielen op het Arabisch schiereiland.
Hoewel hij begrijpt dat de Arabische cobra de twaalfduizendste soort is, vindt hij het jammer dat er geen ander dier als symboolsoort werd gekozen voor deze gelegenheid. “Er is helemaal niks bijzonders aan deze cobra,” zegt Bowles. “Ik wil niet zeggen dat hij saai is, maar hij heeft geen prioriteit.”
Toch ziet Bowles de uitverkiezing van deze cobra als een kans om de noodzaak van de bescherming van reptielen onder de aandacht van het publiek te brengen. Van de circa elfduizend bekende soorten loopt bijna een op de vijf risico om uit te sterven. Zo loopt de indochinese wateragame, die in China en Zuidoost-Azië voorkomt, gevaar om uit te sterven omdat zijn leefgebied snel slinkt en de dieren als huisdier worden verhandeld.
Daarnaast vormen extreme temperaturen, zoals Sartore die meemaakte, ook een risico voor koudbloedige reptielen, die niet al te lang tegen hitte kunnen, aldus Bowles. De gemiddelde temperatuur op het Arabisch schiereiland wordt elke tien jaar ruim een halve graad hoger door de klimaatverandering, terwijl de gemiddelde hoeveelheid neerslag afneemt.
Bowles vertelt dat wetenschappelijke kennis over de gevolgen van te grote hitte voor slangen ontbreekt, maar dat er wel voorspellingen zijn gedaan over de gevolgen voor hagedissen, die zich gemakkelijker laten bestuderen dan slangen. De gedachte is dat hagedissen zich schuilhouden wanneer het te warm is, wat hun mogelijkheden om aan eten te komen beperkt. Het is waarschijnlijk dat hetzelfde ook voor slangen opgaat, stelt hij.
Eind in zicht
De 59-jarige Sartore wil zijn doel, het vastleggen van vijftienduizend soorten, in de komende tien tot vijftien jaar bereiken.
Hij is al bezig om plannen te maken om terug te keren naar hotspots van biodiversiteit als Zuidoost-Azië, Nieuw-Guinea, Singapore en de Mongoolse steppe. (Lees meer over de güiña oftewel de nachtkat, het mysterieuze dier dat Sartore als tienduizendste fotografeerde.)
“Voor mij komt het uiteindelijk hier op neer: je moet tot het uiterste gaan voor iets waar je echt in gelooft,” aldus Sartore. “Als dat geen definitie van een welbesteed leven is, weet ik het ook niet meer.”
De National Geographic Society, die zich inzet om de wonderen van onze wereld over het voetlicht te brengen en te beschermen, financierde het werk van Explorer Joel Sartore. Lees verder over de ondersteuning die de Society biedt aan Explorers die bedreigde diersoorten onderzoeken en beschermen.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com