Voor een kreeft is het onderstaande doodnormale seks:

Het vrouwtje spuit dagenlang urine in het onderkomen van het door haar begeerde mannetje. Betoverd door de geur, laat hij haar bij hem intrekken. Het voorspel – elkaar strelen met de voelsprieten en met poten die bedekt zijn met smaaksensoren – kan meerdere dagen duren.

Wanneer ze er eenmaal van overtuigd is dat hij haar zal beschermen, legt het vrouwtje – letterlijk – haar pantser af, en ook de buidel waarin zij het sperma van een eerder mannetje bewaart. Door het afwerpen van haar pantser heeft het vrouwtje een kwetsbaar zachte huid, en dus gaat het mannetje op wacht staan gedurende het halve uur dat haar huid tot een nieuw pantser verhardt. Vervolgens gaat hij met behulp van zijn scharen boven haar hangen, draait haar om en plaatst haar tussen zijn poten. Haar nieuwe pantser is ook uitgerust met een nieuwe spermabuidel; met behulp van uitsteeksels die ‘gonopoden’ worden genoemd, duwt hij een pakketje sperma in de buidel. Daarmee is de daad verricht.

Zodra het vrouwtje is vertrokken, verwelkomt het mannetje een andere partner. Intussen gebruikt het vrouwtje het spermapakket om duizenden eitjes te bevruchten, die ze ongeveer een jaar lang onder haar staart met zich mee zal dragen, totdat de larven uitkomen.

Maar dit voortplantingsproces wordt nu bedreigd door klimaatverandering, zegt Diane Cowan, oprichter van de Lobster Conservancy.

Als het water warm is, investeren kreeften al hun energie in de groei; als het water koud is – met wintertemperaturen van net boven het vriespunt – stoppen ze die energie in het produceren van eitjes en sperma, zegt Cowan. Nu deze koudeperioden door de opwarming van de aarde steeds korter worden, “produceren ze minder gameten (zaad- en eicellen). En als het aanhoudend te warm is, planten ze zich gewoon niet voort. Geen eitjes. Geen sperma. Geen kreeften.”

Lees hier ook over de intieme details van dolfijnseks.