Stel je voor dat je voor het eerst een date hebt met iemand die een luchtje op heeft waar je helemaal wild van wordt. Maar als je je vooroverbuigt voor de eerste zoen, zie je dat je liefje eigenlijk niks meer is dan een krioelende berg parasitaire oliekeverlarven.

Dat is het droeve lot van wilde mannetjesbijen van het geslacht Habropoda.

Soms, als zo'n mannetje rustig door de zandheuvels zoemt, ruikt hij iets dat lijkt op de feromonen van een vrouwtje. Binnen deze soort is een grote concurrentie om vrouwtjes, dus het mannetje wil niets liever dan de bron van die geur opsnorren.

Helaas voor hem hebben de larven van de oliekever de kunst aangeleerd om stofjes aan te maken waardoor ze hetzelfde ruiken als een vrouwtjesbij. De beestjes zorgen dat hun geur nog sterker wordt door langs een grasspriet omhoog te klimmen en samen een bal babykevers te vormen ter grootte van een bij. Die larven worden ook wel triungulinen genoemd, vanwege hun poten. Daaraan zitten drie haakjes die op een enterhaak lijken.

Als de mannetjesbij probeert te paren met deze neppartner, klampen de triungulinen zich aan hem vast met hun haakpootjes en trekken hem naar het zand. Als het mannetje uiteindelijk wegvliegt om op zoek te gaan naar een echt vrouwtje, heeft hij een horde lifters op zijn harige lichaam. Vervolgens klampen de larven zich aan haar vast, en gaan met haar mee naar een nest.

Daar legt zij één enkel ei, en zet ze een grote hoeveelheid pollen en nectar af. Maar die voedingsstoffen komen waarschijnlijk niet bij de babybij terecht, omdat de triungulinen zich eraan tegoed doen voordat ze uitgroeien tot volwassen kevers.

Deze dar van de zandbijensoort Andrena perplexa werd op 16 mei gevangen in Maryland in de VS

En toch is dat niet eens het meest interessante deel van het verhaal.

Onlangs verscheen een artikel in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences,waarin werd beschreven dat oliekevers van één enkele soort, afhankelijk van waar ze voorkomen, hun eigen chemische lokstof kunnen fabriceren, die is gericht op verschillende bijensoorten in verschillende omgevingen.

Dat betekent dat de kevers in Europa letterlijk anders ruiken dan in de Verenigde Staten, en dat ze zelfs per Amerikaanse staat van geur verschillen. Door dat grote onderscheid vermoeden onderzoekers dat de kevers bezig zijn om zich op te splitsen tot verschillende soorten.

Leslie Saul-Gershenz, chemisch ecologe aan de Amerikaanse University of California in Davis, gaf leiding aan het onderzoek. Zij vermoedt dat sprake is van dergelijke soortvorming, “maar zoiets kost veel tijd.”

De kever ruikt zijn kans

De larven van de oliekever liften met een bijenvrouwtje mee naar haar nest en eten het voedsel op dat bedoeld was voor de babybij
De larven van de oliekever liften met een bijenvrouwtje mee naar haar nest en eten het voedsel op dat bedoeld was voor de babybij.
Leslie Saul-Gershenz, PhD

Mensen kunnen de feromonen van de kever of de bij niet ruiken, maar er speelt bij het onderzoek nog een ander aspect dat mensen wel kunnen waarnemen.

Als de keverlarven hun femme-fatale-vermomming aannemen op het zand van de Mojavewoestijn in Californië, klimmen ze altijd minstens 25 centimeter omhoog langs een grasspriet. Maar in de duinen langs de kust van Oregon gaan de triungulinen van precies dezelfde soort nooit hoger dan zo'n tien centimeter.

Dat zou twee oorzaken kunnen hebben.

“In de Mojave is het zand heel heet,” vertelt Saul-Gershenz. De temperatuur kan daar oplopen tot tegen de vijftig graden Celsius.

Maar het gaat er niet alleen om dat de kevers niet van warm zand houden. De hoogte waarop de triungulinen zich verzamelen, is ook de favoriete vlieghoogte van het geslacht bijen waar zij op leven.

Sterker nog, toen Saul-Gershenz en haar collega's enkele oliekevereitjes uit de Mojavewoestijn in Oregon lieten uitkomen, klommen de keverlarven nog steeds helemaal omhoog. En omgekeerd klauterden de keverlarven uit Oregon nog steeds minder ver naar boven toen zij naar Californië waren gebracht.

Dus de twee populaties ontwikkelen niet alleen een eigen geur, maar ze blijken ook verschillend gedrag te gaan vertonen.

Saul-Gershenz oppert dat het nu interessant zou kunnen zijn de feromonen te bestuderen die de kevers produceren om elkaar te lokken, om te zien of ook die zijn veranderd. Als vrouwtjeskevers uit Oregon niet langer zouden willen paren met mannetjes uit Californië, en omgekeerd, zou dat des te meer een aanwijzing zijn dat de soort zich aan het opsplitsen is.

“Het verhaal van natuurlijke selectie en aanpassing van deze keversoort staat geschreven in hun chemische stofjes,” aldus Gwen Pearson, een entomologe aan de Amerikaanse Purdue University die niet bij het onderzoek betrokken was.

“Kleine chemische fabriekjes”

Het onderzoek toont opnieuw aan dat “insecten echt kleine chemische fabriekjes zijn,” aldus Pearson.

En misschien wist je het niet, maar de stofjes van oliekevers zijn waarschijnlijk al wel eens onder je aandacht gekomen, maar dan onder een andere naam: Spaanse vlieg.

Oliekevers scheiden bij gevaar een stof af genaamd cantharidine. Het verhaal gaat dat deze stof als afrodisiacum kan dienen voor mensen. Maar in werkelijkheid is het eerder een gif dat bij inname kan leiden tot misselijkheid en diarree. Zelfs een kleine hoeveelheid op de huid kan al leiden tot blaarvorming. Dat is de reden dat de kevers in het Engels ‘blister beetles’ (blaarkevers) worden genoemd.

“Je moet niet aan deze beestjes likken of erover wrijven,” waarschuwt Pearson. “Daar ga je echt heel veel spijt van krijgen.”

Lees ook: 'Hoe bijenseks door de mens wordt verpest'

Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com