Op elke leeuw die in het wild leeft, zijn er veertien Afrikaanse olifanten en vijftien westelijke laaglandgorilla’s. Er zijn ook meer neushoorns dan leeuwen.
De koning der dieren is uit 94 procent van zijn historische verspreidingsgebied verdwenen, een gebied dat zich ooit over het hele Afrikaanse continent uitstrekte maar inmiddels is geslonken tot 1,7 miljoen vierkante kilometer. Nu er in Afrika naar schatting minder dan 25.000 leeuwen in het wild leven, is de soort door de International Union for Conservation of Nature geclassificeerd als kwetsbaar voor uitsterving.
Om deze situatie in de juiste context te plaatsen heeft de ngo Wildlife Conservation Network(WCN) bekendgemaakt dat het aantal leeuwen sinds het uitbrengen van de tekenfilm The Lion King, in 1994, is gehalveerd. (The Walt Disney Company heeft een meerderheidsbelang in National Geographic Partners.)
“Leeuwen behoren tot de boegbeelden van het dierenrijk, maar ze zijn langzaam aan het verdwijnen,” zegt Paul Thomson, directeur beschermingsprogramma’s van het WCN. “Het is nu tijd om die achteruitgang tot staan te brengen en de leeuw in landschappen in heel Afrika terug te brengen.”
Om de herkenbare Afrikaanse leeuwentroepen te redden proberen milieubeschermers oplossingen te vinden voor de problemen en kosten rond het samenleven van mens en leeuw. Ook benadrukken ze de waarde van het beschermen van leeuwenpopulaties op lokaal niveau.
Meer prooidieren, minder stropers
Het alom bewonderde roofdier wordt in Afrika geconfronteerd met een hele reeks omstandigheden die de soort met uitsterving bedreigen. De afname van het aantal prooidieren als gevolg van de handel in bushmeat dwingt leeuwen op zoek te gaan naar veedieren, waarbij ze in gevaarlijk contact met de mens komen. Leeuwen die veedieren doden, worden vaak uit wraak vergiftigd. En terwijl menselijke nederzettingen steeds verder oprukken, raken leeuwen hun natuurlijke habitat kwijt of worden hun leefgebieden gefragmenteerd, waardoor het voor mannetjes steeds moeilijker wordt om nieuwe troepen en paringspartners te vinden.
Ook stropers vormen een grote bedreiging voor de kwetsbare soort. De huid, tanden en klauwen van de leeuw worden gebruikt in traditionele rituelen en heelmiddelen, en ook de markt voor leeuwenonderdelen in Azië groeit gestaag.
Milieubeschermers hopen de teruggang in het aantal leeuwen tot staan te brengen door het samenleven van mens en leeuw in heel Afrika te bevorderen. Een deel van de oplossing is gelegen in het financieel compenseren van veehoeders en boeren die in beschermde gebieden met leeuwen wonen. Deze gebieden zijn de ruggengraat voor het behoud van de soort, maar leeuwen moeten ook buiten deze reservaten worden beschermd, zegt Amy Dickman, medeauteur van het rapport State of the Lion (2019) en een research-fellow van de Oxford Wildlife Conservation Research Unit (WildCRU) die werkt met een beurs van National Geographic.
“Als we willen dat er over vijftig jaar nog een houdbare populatie leeuwen is, moeten we de kosten en baten dusdanig verdelen dat veel meer van die baten aan plaatselijke gemeenschappen ten goede komen en veel meer van de kosten door de internationale gemeenschap worden gedragen,” zegt Dickman.
Samenleven is mogelijk
Het voortbestaan van de soort hangt af van samenwerking met de plaatselijke gemeenschappen die met de leeuwen moeten samenleven en van de erkenning dat zij een rol in de bescherming van leeuwen moeten spelen, zegt Peter Lindsey, directeur van het Lion Recovery Fund. (Het fonds is opgericht door het WCN en de Leonardo DiCaprio Foundation, en wordt mede ondersteund door Disney.)
“De meeste mensen in het Westen weigeren om met gevaarlijke dieren samen te leven,” zegt hij. “In Afrika leven veel mensen met gevaarlijke dieren als leeuwen en olifanten samen, en dat is een grote uitdaging.”
Een van de mogelijke oplossingen is om mensen die met leeuwen samenleven concrete voordelen te bieden voor het beschermen van de soort. In sommige beschermingsmodellen worden gemeenschappen beloond voor een toename van het aantal leeuwen, wat een ontmoediging kan zijn voor de stroperij en een aansporing om de dieren niet uit wraak te vergiftigen als ze veedieren hebben gedood. Ook compensaties kunnen daartoe bijdragen, waarbij veehouders schadeloos worden gesteld voor vee dat door leeuwen is gedood. Dit soort programma’s kunnen de algehele houding van deze gemeenschappen jegens de roofdieren veranderen, dieren die ze voorheen als een bedreiging van hun veiligheid en levensonderhoud zagen. Als de voordelen voor het samenleven met leeuwen opwegen tegen de kosten ervan, zouden de mensen ertoe kunnen overgaan om ze te beschermen, aldus Dickman.
Het betrekken van gemeenschappen bij de beschermingsmaatregelen zelf is eveneens een belangrijk element. Een programma dat door het Big Cats Initiative van de National Geographic Society wordt ondersteund, is Warrior Watch, een project van de in Kenia gevestigde ngo Ewaso Lions. Warrior Watch rekruteert jonge krijgers van de Samboeroe-stam – die traditioneel werden uitgesloten van beschermingsmaatregelen en niet als wildopzichters werden ingezet – om in gebieden rondom hun dorpen te patrouilleren en naar problemen uit te kijken.
“Als er roofdieren in het gebied rondzwerven, melden ze dat aan de veehoeders die daar hun vee weiden,” zei Shivani Bhalla, oprichter en directeur van Ewaso Lions, tijdens een presentatie op het hoofdkantoor van National Geographic in Washington DC; Bhalla werkt met een beurs van de National Geographic Society. In ruil voor hun patrouilles en het waarschuwen van veehoeders ontvangen de jongemannen bijvoorbeeld een schoolopleiding. Ewaso Lions begon een zondagschool, en inmiddels kunnen alle deelnemers aan het programma lezen en schrijven, aldus Bhalla.
Volgen peilingen die enkele jaren geleden door de organisatie werden uitgevoerd, heeft het project een positieve invloed. “We waren heel opgetogen over de resultaten,” zei Bhalla. “Ze lieten zien dat de samenwerking met de krijgers tot een aanzienlijke verbetering van de houding van de plaatselijke bevolking jegens roofdieren heeft geleid. De krijgers voelden zich als gevolg van het project ook in sociaal opzicht gesterkt.”
Toekomstige maatregelen
Het Lion Recovery Fund heeft sinds 2017 meer dan vijf miljoen dollar geïnvesteerd in beschermingsprojecten in zeventien landen, maar er is nog altijd een ernstig tekort aan geld, zegt Lindsey. Veel Afrikaanse landen hebben uitgestrekte reservaten ingesteld, maar door gebrek aan geld kunnen deze gebieden vaak niet op een effectieve manier worden beheerd en beschermd. Uit een onderzoek van Lindsey, Amy Dickman en anderen bleek dat er ruim één miljard dollar per jaar nodig zal zijn om leeuwen in Afrikaanse reservaten adequaat te beschermen. De huidige financiering bedraagt circa 381 miljoen dollar per jaar.
Afgezien van een gebrek aan fondsen worden pogingen van plaatselijke autoriteiten om reservaten te beschermen ook bemoeilijkt door burgeroorlogen en het feit dat sommige van deze afgelegen gebieden moeilijk bereikbaar en onherbergzaam zijn, zegt zij.
Volgens Lindsey is het van cruciaal belang dat de politiek de waarde van het beschermen van leeuwen inziet. Dat gaat verder dan opbrengsten uit de toerismesector, die economische ontwikkeling en werkgelegenheid met zich meebrengen. Door de natuurlijke habitats van leeuwen te beschermen, bevorderen lokale gemeenschappen volgens hem ook de kwaliteit van lucht en water en de opslag van CO2– factoren die belangrijk zijn voor de volksgezondheid en het welzijn van deze gemeenschappen.
Rond het uitbrengen van de geheel nieuwe remake van de film The Lion King werkt The Walt Disney Company samen met het Lion Recovery Fund aan de ‘Protect the Pride’-campagne (‘Bescherm de Troep’), die tot doel heeft het bredere publiek over de leeuwencrisis in Afrika voor te lichten en mensen aan te sporen om beschermingsprojecten te ondersteunen.
Hoewel de situatie van de Afrikaanse leeuw kritiek en het gebrek aan geld ernstig is, is Lindsey hoopvol over het behoud van de herkenbare roofdieren, die volgens hem “extreem weerbaar” zijn. Als de wildreservaten van Afrika het geld krijgen dat ze nodig hebben om deze gebieden adequaat te beheren, zou de huidige leeuwenpopulatie kunnen verdrievoudigen, zegt hij.
“Dit is een tijdraam waarin we kunnen handelen,” zegt hij. “Maar als we nog langer wachten, zullen we deze wilde populaties kwijtraken.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com