In een nieuw rapport van een dierenwelzijnsorganisatie worden honderden dierentuinen die zijn aangesloten bij de World Association of Zoos and Aquariums (WAZA) beschuldigd van het mishandelen van hun dieren, waaronder grote katachtigen die in gladiatorachtige shows optreden, olifanten die basketbal spelen en chimpansees die in luiers op scootertjes rondrijden.

De in 1935 opgerichte WAZA is een internationale koepelorganisatie voor nationale organisaties van dierentuinen en dolfinaria, die zich inzet voor het behoud en welzijn van dieren. Anders dan de Amerikaanse Association of Zoos and Aquariums (AZA), die van haar leden een reeks toelatingseisen voor accreditatie vraagt, doorlopen de leden van de WAZA geen speciaal accreditatieproces.

Volgens Gavrielle Kirk-Cohen, voorlichter van de WAZA, vertrouwt de organisatie erop dat de leden zich aan haar standaarden houden. WAZA-leden moeten een aanmeldingsformulier invullen, aanbevelingsbrieven van twee andere WAZA-leden overleggen en inschrijvingsgeld betalen. Zo betalen dierentuinen een bedrag tussen de 2500 en 2800 euro.

Volgens het rapport van World Animal Protection (WAP), een internationale ngo die zich inzet voor dierenwelzijn en de humane omgang met dieren, bieden 75 procent van alle 1241 WAZA-leden – waaronder instellingen die door de WAP als ‘indirecte’ leden worden aangeduid, oftewel dierentuinen of dolfinaria die behoren tot WAZA-partners – tenminste één interactie tussen bezoekers en hun dieren aan. De WAZA erkent indirecte leden niet en beweert wereldwijd slechts vierhonderd leden te hebben. Contacten tussen bezoekers en dieren kunnen schadelijk voor het mentale en fysieke welzijn van de dieren zijn, aldus rapport, en vereisen vaak wrede africhtmethoden, zoals het scheiden van de dieren van hun moeder, fysieke beperkingen en conditionering die berust op pijn en angst. (Lees hier alles over wildlifetoerisme.)

“Dierentuinen hebben een verheven rol in het behoud van de wilde natuur,” zegt Neil D’Cruze, adviseur internationaal wildbeheer van WAP en een van de auteurs van het rapport. “Het wordt tijd voor de WAZA om maatregelen te nemen en het leiderschap te tonen dat wij als bezoekers, laat staan als WAP, van haar verwachten.”

Volgens D’Cruze heeft WAP ook de indirecte leden in het rapport opgenomen, omdat de organisatie vindt dat de WAZA op z’n minst ook een gedragscode voor het verantwoord omgaan met dieren in die dierentuinen en dolfinaria zou moeten opstellen, iets wat momenteel ontbreekt.

De onderzoekers van het rapport identificeerden ruim tien centra die extra reden tot zorg gaven. Deze centra werden bezocht door rapporteurs van WAP en van de Change For Animals Foundation. Tot de bezochte instellingen behoorden African Lion Safari in Canada, de Cango Wildlife Ranch in Zuid-Afrika en SeaWorld San Antonio in Texas. WAP beschouwt SeaWorld als een indirect WAZA-lid, omdat het dolfinarium is aangesloten bij de Association of Zoos and Aquariums (AZA), een van de nationale partners van de WAZA.

Het WAP-rapport uit kritiek op African Lion Safari, waar ook andere Afrikaanse dieren dan leeuwen worden gehouden, vanwege het aanbieden van ritjes op olifanten. African Lion Safari wilde niet reageren op ons verzoek om commentaar.

Volgens het rapport biedt de Cango Wildlife Ranch “bezoekers de gelegenheid om jachtluipaarden en servals binnen een afgesloten omheining te aaien, onder toezicht van personeel.”

Volgens Tammy Moult, assistent-directeur toerisme van de Cango Wildlife Ranch, waren de medewerkers van Cango “totaal geschokt” over de vermelding van hun centrum in het WAP-rapport. “We onderwierpen WAP aan een grondig onderzoek, maar we hoefden niet diep te graven om nogal wat afgewezen en boze ex-medewerkers en donateurs te ontdekken, en ook allerlei hiaten en tekortkomingen in die organisatie,” schreef zij in een e-mail. “De ‘feiten’ zijn op grove wijze gefabriceerd en onverantwoordelijk.”

Volgens WAP biedt SeaWorld San Antonio zijn bezoekers shows en gelegenheden aan waar ze met dolfijnen kunnen zwemmen, de dieren kunnen aaien en met ze op de foto kunnen gaan – waarbij de dolfijnen reageren op commando’s van trainers.

In een verklaring per e-mail schreef Suzanne Pelisson-Beasley, woordvoerster van SeaWorld San Antonio: “Geaccrediteerde dierentuinen en dolfinaria als SeaWorld spelen een belangrijke rol in het verhogen van de normen voor een verantwoorde omgang met dieren, het bevorderen van belangrijke maatregelen op het gebied van natuurbehoud en het ondersteunen van reddingsoperaties voor zeezoogdieren.”

Volgens de AZA, waar SeaWorld San Antonio officieel lid van is, voldoet of overtreft het dolfinarium de normen die bij accreditatie door de AZA worden gesteld. “Geaccrediteerde centra als SeaWorld San Antonio houden zich aan hoge normen en vormen slechts een fractie van het aantal centra waar dieren worden gehouden en aan het publiek wordt getoond,” schreef Dan Ashe, president-directeur van de AZA, in een e-mail.

In een verklaring meende de WAZA dat het WAP-rapport onjuist was en dat de koepelorganisatie dierenwelzijn zeer serieus neemt. “De WAZA is het met WAP eens dat zulke praktijken geen plaats hebben in moderne dierentuinen of dolfinaria,” aldus de verklaring. “Helaas bevat het rapport meerdere onjuistheden, waaronder het vermelden van instellingen die geen WAZA-lid zijn en waarover de WAZA dus beperkte jurisdictie heeft.”

Volgens Kirk-Cohen zijn twee van de centra die door WAP als problematisch worden aangeduid, Dolphin Island in Singapore en Jungle Cat World in Canada, geen WAZA-leden. Jungle Cat World raakte zijn WAZA-accreditatie vorig jaar kwijt nadat het centrum uit de koepelorganisatie Canada’s Accredited Zoos and Aquariums (CAZA) was gestapt. Volgens Susan Shafer, directeur van CAZA, zegde Jungle Cat World zijn lidmaatschap op kort nadat het door CAZA was geïnspecteerd. Ze kon geen commentaar geven op de resultaten van die inspectie, omdat die vertrouwelijk zijn. Volgens Kirk-Cohen is het onduidelijk of Dolphin Island ooit lid is geweest van de WAZA.

Maar D’Cruze zegt dat Dolphin Island en Jungle Cat World wel degelijk lid waren op het moment dat WAP het rapport eerder dit jaar opstelde en dat beide centra in het jaarverslag van 2017 van de WAZA, het meest recente dat beschikbaar is, als leden werden vermeld. Dolphin Island gebruikt nog altijd het WAZA-logo op zijn website.

Beschuldigende vinger

Onder de 1241 centra die door WAP werden onderzocht, bevonden zich 940 indirecte leden. Het meningsverschil tussen de WAZA en WAP draait om deze indirecte leden. Volgens Kirk-Cohen zijn de dierentuinen en dolfinaria die door WAP als indirecte leden in het rapport worden vermeld, géén leden van de WAZA en kan de koepelorganisatie zijn standaarden niet aan niet-leden opleggen.

“Het is misleidend om te stellen dat de resterende zeven (van de twaalf die door WAP als bijzonder problematisch werden bestempeld) ‘indirecte WAZA-leden’ zijn,” zegt zij. “We zijn heel beperkt in onze mogelijkheden om standaarden af te dwingen, vooral als het om niet-leden gaat,” zegt zij.

Maar D’Cruze houdt vol dat de WAZA ook verantwoordelijkheid draagt voor deze indirecte leden en haar directe leden kan straffen voor het accrediteren van onverantwoorde indirecte leden. “De WAZA kan een indirect lid misschien niet beïnvloeden, maar ze presenteren zichzelf wel als de ‘gouden standaard’ en hebben daardoor de verantwoordelijkheid om proactief hun rode lijnen voor de interactie tussen bezoekers en dieren na te streven,” zegt hij. “De WAZA speelt een doorslaggevende rol en daar moet ze zich niet voor verbergen.”

Shafer van CAZA vindt dat het gekibbel over criteria rond het lidmaatschap niet het antwoord is. “Het vraagstuk is niet welke status de ene of andere organisatie heeft,” zegt zij. “Het gaat erom dat we hier iets van leren en de omstandigheden van de dieren verbeteren.”

De gedragscode voor dierenwelzijn van de WAZA is bindend voor alle leden en stelt dat wilde dieren alleen in presentaties gebruikt kunnen worden die “gericht zijn op natuurlijk gedrag” en waarin “het dier op generlei wijze wordt vernederd of ondergeschikt wordt gemaakt aan de show”. Het schenden van de gedragscode kan leiden tot opschorting of beëindiging van accreditatie door de WAZA, zegt Kirk-Cohen. Volgens haar zijn drie leden vorig jaar hun WAZA-lidmaatschap kwijtgeraakt nadat hun accreditatie bij de betreffende nationale associatie was ingetrokken.

Volgens D’Cruze zijn deze standaarden een stap in de goede richting, maar zijn ze niet specifiek genoeg.

“De regels zijn geweldig en ze bevatten zeer positief taalgebruik dat de algehele toon zet, maar waar is de nadere invulling?” vraagt hij zich af. “Wat betekent ‘onnatuurlijk’ en ‘vernederend’ nu precies?”

“Gezien de enorme verscheidenheid van soorten waar onze leden voor zorgen,” is het volgens Kirk-Cohen niet mogelijk om een lijst van onnatuurlijke of vernederende interacties op te stellen, maar gaat het daarbij om het aanzetten tot gedrag dat de dieren in het wild niet zouden vertonen. De WAZA vertrouwt erop dat de aangesloten nationale koepels specifieke standaards voor hun geaccrediteerde leden opstellen.

Stressvolle ervaringen

Het rapport van World Animal Protection beschrijft centra die bezoekers toestaan om grote katachtigen te aaien, te kussen en aan te halen, shows waarbij mensen op de rug van dolfijnen kunnen ‘surfen’ en optredens waarbij olifanten tekeningen maken met hun slurf. De meest voorkomende interactie was aanhalen, waartoe in 43 procent van de centra de mogelijkheid bestond, vaak met zoogdieren en reptielen. Ongeveer een derde van de centra liet bezoekers binnen een verblijf met de dieren lopen of zwemmen, 30 procent bood optredens met wilde dieren aan en in 23 procent konden dieren met de hand worden gevoerd, waarbij toeristen voedsel en water aan wilde dieren in gevangenschap konden geven, waardoor ze in direct en potentieel gevaarlijk contact met de dieren werden gebracht.

Deze ervaringen zijn per definitie stressvol voor wilde dieren, zegt Nancy Blaney, directeur overheidsbeleid van het Animal Welfare Institute, een ngo in Washington DC.

“Sommige centra zien dit gewoon als een vorm van wildlifetoerisme, maar dat is het absoluut niet,” zegt zij. “Wildlifetoerisme zijn uitstapjes waarbij je wilde dieren in hun eigen natuurlijke omgeving gaat bekijken – dus niet een plek waar je met een tijger in gevangenschap op de foto gaat, aapjes kunt aaien die in mensenkleren zijn gestoken, een orang-oetan kunt kussen of dat soort zaken. Dat is geen wildtoerisme, maar uitbuiting.” (Lees het onderzoek van National Geographic naar de duistere waarheid achter wildlifetoerisme.)

Wilde dieren horen thuis in de wilde natuur, maar in sommige gevallen – bijvoorbeeld wanneer dieren uit een rondtrekkende circusdierentuin zijn gered – is dat niet meer mogelijk, zegt D’Cruze. Het probleem ontstaat wanneer een organisatie “afglijdt naar commercieel gebruik en vermaak.”

“Er is heel wat africhting en het breken van de eigen wil van dieren voor nodig om ze zover te krijgen dat ze in het bijzijn van mensen volstrekt ongevaarlijk zijn,” legt D’Cruze uit. “Er is een verschil tussen een gedomesticeerde soort als een huiskat of koe, die in de loop van vele duizenden jaren in hun biologie en gedrag zijn aangepast aan de menselijke omgeving, en een wild dier dat eerst gebroken moet worden om tam te worden."

Wildlife Watch is een onderzoeksjournalistiek project van de National Geographic Society en National Geographic Partners, met speciale aandacht voor wildcriminaliteit en de uitbuiting van wilde dieren. Lees meer verhalen over wildcriminaliteit op natgeo.nl/wildcriminaliteit
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op NationalGeographic.com