Langs de Amerikaanse Westkust woeden talloze branden die worden aangewakkerd door de klimaatverandering en een eeuw van onjuiste brandpreventie in de natuur. Alleen al in Californië is ruim twaalfduizend vierkante kilometer bos in vlammen opgegaan en in Oregon hebben recordbranden een half miljoen mensen uit hun huizen verjaagd. Maar te midden van al deze ontwikkelingen wordt de waardevolste brandbestrijder van de natuur over het hoofd gezien: de bever.

Uit nieuw onderzoek blijkt dat bevers door het aanleggen van dammen en het creëren van vijvers uitgestrekte wetlands aanleggen – brandveilige corridors waarin talloze planten- en diersoorten tijdens natuurbranden hun toevlucht kunnen zoeken. In sommige gevallen kunnen de ingenieurswerken van deze knaagdieren zelfs verhinderen dat een brand verder oprukt.

“Het maakt niet uit of er vlak bij een brand woedt,” zegt onderzoeksleider Emily Fairfax, ecohydrologe aan de California State University in Channel Islands. “Gebieden die door beverdammen van water worden voorzien, zijn groen en happy en gezond.”

Al tientallen jaren lang erkennen wetenschappers dat de Noord-Amerikaanse bever, Castor canadensis, een hele reeks ecologische ‘diensten’ levert in zijn verspreidingsgebied, dat zich van Alaska tot het noorden van Mexico uitstrekt. Gebleken is dat in bevervijvers en wetlands veel verontreinigingen uit het water worden gefilterd. Ook zijn de vijvers goede habitats voor zalm, slaan ze kooldioxide op en bufferen ze de gevolgen van plotselinge overstromingen. Al sinds lange tijd vermoeden onderzoekers bovendien dat de bouwmeesters met hun platte staart nog een andere ‘dienst’ van cruciaal belang leveren: het vertragen van natuurbranden.

Dit door bevers afgedamde wetland in Baugh Creek Idaho is een smaragdgroen toevluchtsoord waarin andere soorten tijdens natuurbranden kunnen schuilen en overleven
Dit door bevers afgedamde wetland in Baugh Creek, Idaho, is een ‘smaragdgroen toevluchtsoord’, waarin andere soorten tijdens natuurbranden kunnen schuilen en overleven.
Joe Wheaton, Utah State University Department of Watershed Sciences

“Het is geen rocket science: water brandt niet,” zegt Joe Wheaton, geomorfoloog aan de Utah State University. Nadat in 2018 tijdens het Sharps Fire263 vierkante kilometer bos in Idaho in vlammen was opgegaan, stuitte Wheaton midden in het verschroeide gebied bij toeval op een weelderig eiland van groen: een wetland dat door bevers was aangelegd en de brand ongeschonden had doorstaan. Maar geen enkele wetenschapper heeft dit fenomeen tot nu toe grondig onderzocht.

“Het onderzoek van Emily had niet op een beter moment kunnen komen,” zegt Wheaton, die niet bij de nieuwe studie was betrokken. “Het wijst op het belang van oplossingen die zijn gebaseerd op de natuur en op natuurlijke infrastructuur, en het geeft ons de wetenschap om dat te onderbouwen.”

Schuilplaatsen bij brand

Deels geïnspireerd door Wheatons waarnemingen, richtten Fairfax en haar collega Andrew Whittle zich op enkele grote bosbranden die sinds 2000 in vijf Amerikaanse staten (Californië, Colorado, Idaho, Oregon en Wyoming) hebben gewoed. Ze speurden satellietopnamen van de branden af op naburige beverdammen en -vijvers. (De infrastructuur die bevers aanleggen, is zó imposant dat ze vanuit de ruimte is te zien.)

Met behulp van statistische gegevens over de gezondheid van de vegetatie konden ze vervolgens berekenen hoe weelderig de begroeiing vóór, tijdens en na een brand was. Het zal niet verbazen dat goed bewaterde planten er met hun groene kleur op de satellietbeelden uitsprongen, terwijl uitgedroogde planten er relatief bruin uitzagen.

Een groene, goed bewaterde plant is natuurlijk ook minder brandbaar dan een verdorde, kurkdroge plant. Dat maakt de ecosystemen die bevers creëren ook zo brandveilig. Fairfax en Whittle ontdekten dat de vegetatie in segmenten van stroomgebieden die door bevers waren afgedamd, ruim driemaal zo weelderig bleef wanneer een gebied door een natuurbrand werd getroffen. Bevers hadden hun beddingen dusdanig met water doorweekt dat de begroeiing simpelweg geen vlam vatte.

En deze schuilplaatsen beschermen niet alleen de bevers zelf: een heel scala van dieren, waaronder amfibieën, reptielen, vogels en kleine zoogdieren, zoekt waarschijnlijk zijn toevlucht in deze door bevers aangelegde “refuges,” zegt Fairfax. Hoewel natuurbranden een natuurlijke rol spelen in de verjonging van bepaalde habitats en juist gunstig zijn voor dieren als de zwartrugspecht, kunnen ze hele populaties van andere diersoorten decimeren.

Beverhabitats beschermen ook vee en akkerland, zegt Fairfax, wier onderzoek enkele weken geleden in het tijdschrift Ecological Applications is verschenen. “Als er een bever-wetland in de buurt is, kunnen koeien tijdens een bosbrand van die schuilplaats gebruikmaken en daar veel beter vertoeven dan wanneer je ze overhaast in trailers moet laden en verplaatsen.”

Beverliefde

Daarnaast dragen bevers na een natuurbrand mogelijk bij aan het herstel van een ecosysteem. In het noorden van de staat Washington ontdekte Alexa Whipple, directeur van het Methow Beaver Project, dat de aanwezigheid van bevers het herstel van inheemse bomen als wilgen en populieren bevorderde.

Beken zonder bevers werden daarentegen na een brand veel vaker gekoloniseerd door invasieve planten. Whipple ontdekte ook dat bevervijvers na een bosbrand bijdroegen aan de waterkwaliteit van het getroffen gebied, door fosforhoudend slib van de verschroeide heuvels op te vangen.

“Met een vochtiger landschap zul je veel beter bestand zijn tegen het vuur en kun je daarna ook beter herstellen,” zegt Whipple, wier onderzoek nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift is verschenen. “Ik hoop dat deze natuurbranden de mensen zullen wijzen op het scala aan voordelen dat bevers met zich meebrengen.”

Ondanks al het goeds dat bevers doen, worden er elk jaar duizenden van de knaagdieren gedood omdat ze wegen onder water zetten, bomen vellen en andere schade aan menselijke bezittingen aanrichten. Maar volgens Fairfax zouden we beter met zowel bosbranden als bevers kunnen omgaan door slimmere en minder wrede methoden te gebruiken, bijvoorbeeld door de inzet van niet-dodelijke middelen om overstromingen te voorkomen (zogenaamde ‘Beaver Deceivers’) en het overplaatsen van bevers die overlast veroorzaken.

“Als we bevers in plaatselijke stroomgebieden juist zouden omarmen als strategie, dan weet je zeker dat er vochtige bodems en planten rond jouw stad aanwezig zijn,” zegt Fairfax. Zoals ze in de titel van haar artikel aangeeft, zou de US Forest Service misschien zelfs een nieuwe dierenmascotte moeten adopteren: Smokey the Beaver.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com