Rada Surmach zit roerloos op een omgevallen boomstronk diep in de vallei van de rivier de Tunsha in het Russische Verre Oosten. Ze luistert ingespannen of ze het klaaglijke geluid hoort van nestelende uilen.
Als de schemer valt, hoort ze het eindelijk: het duet van de Blakistons visuilen, een bedreigde uilensoort die dankzij zijn spanwijdte van bijna twee meter de grootste uil ter wereld is.
De spookachtige duetten, een zeldzaam verschijnsel bij uilen, versterken de band tussen de partners. Het is alsof het mannetje ‘Ik ben hier!’ roept, waarop het vrouwtje op een lagere toon antwoordt met ‘Ik ben er ook!'.
Hoog in de boomtoppen voeren visuilparen hun tweezang uit die wel twee uur kan duren, met een gesynchroniseerde roep van vier noten. De roofvogels zijn te herkennen aan hun gele ogen en opvallende oorpluimen. Ze maken hun nest in holtes in oude bomen in de beboste valleien van het Russische Verre Oosten, waar boreale en gematigde naaldwouden grenzen aan de Japanse Zee en de Zee van Ochotsk.
De soort is vernoemd naar de negentiende-eeuwse natuurvorser Thomas W. Blakiston en kent twee ondersoorten: Bubo blakistoni doerriesi, die voorkomt in Rusland en waarschijnlijk ook het noordoosten van China, en Bubo blakistoni, die leeft op de onder Russisch bestuur staande zuidelijke Koerilen, die overlappen met de Japanse regio Hokkaido.
(Lees ook: Waarom deze uil zelf een eendje uitbroedde)
In Hokkaido voorzien mensen de Blakistons visuilen van voedsel en zorgen ze voor de populaties; in de Russische regio Primorski zijn de minder dan tweehonderd vogelparen die overgebleven zijn nog echt wild. Naar schatting leven er wereldwijd nog tussen de duizend en negentienhonderd exemplaren.
Surmach, die promotieonderzoek doet aan het Federal Scientific Center of the East Asia Terrestrial Biodiversity in Vladivostok, heeft een plan opgesteld voor het behoud van de soort op de lange termijn. Dat houdt in dat in gevangenschap geboren visuilen worden uitgezet in het Nationaal Park Zemlja Leoparda in het zuiden van Primorski. De visuil kwam ooit van nature voor in deze relatief ontwikkelde regio.
De onderzoekster denkt dat de indrukwekkende vogelsoort net als de Siberische tijger of de amoerpanter kan dienen als ambassadeur voor de regio.
“Altijd als ik vertel dat dit de grootste uil op aarde is en dat die in onze bossen leeft, raken mensen heel enthousiast,” vertelt ze.
Veranderende seizoenen, verwoestende buien
Er bestaan twee grote bedreigingen voor de visuilen: het verdwijnen van hun leefgebied en de gevolgen van de klimaatverandering.
Zoals hun naam al verraadt, jagen visuilen in de winter op zalmen, forellen en prikken in de ijskoude rivieren. Als het voorjaar aanbreekt, vult het visuilmannetje dat menu aan met amfibieën om zijn partner en hun ene pluizige nakomeling mee te voeden.
Door het veranderende klimaat zou het voorjaar vroeger of later kunnen aanbreken waardoor er geen kikkers zijn om de hongerige visuilkuikens mee te voeden, vertelt bioloog Jonathan C. Slaght, die coördinator Rusland en Noordoost-Azië is van de Wildlife Conservation Society. Een dergelijke situatie, ook wel ‘trofische mismatch’ genoemd, kan rampzalige gevolgen hebben doordat de uilskuikens verhongeren, wat uiteindelijk leidt tot een populatiedaling, vertelt Slaght. Hij schreef ook het boek Owls of the Eastern Ice: A Quest to Find and Save the World’s Largest Owl in 2020, in de hoop dat dit meer aandacht zou opleveren voor deze unieke uil.
Naarmate het zeewater in het noordwestelijke deel van de Grote Oceaan aan het oppervlak steeds verder opwarmde kreeg Primorski in de afgelopen jaren te maken met steeds heftiger noodweer en tyfoons. Ook die kunnen een risico vormen voor de broedgewoonten en -gebieden van de vogels, vertelt Slaght. In 2016 richtte de tyfoon Lionrock enorme schade aan in de oerbossen. Gigantische wilgen, Koreaanse dennen en exemplaren van de regionale iepensoort ulmus laciniata gingen tegen de grond, waardoor er langs de oevers alleen nog maar kiezels overbleven.
Hobbels op de weg
Momenteel zijn de wegen die worden aangelegd ten behoeve van de bosbouw veruit het grootste probleem voor de visuilen in Primorski, aldus Slaght. De wegen zijn legaal, maar het zijn er meer dan zeventien keer zoveel als in de jaren tachtig. De visuilen maken hun nesten weliswaar meestal in hoge, dode bomen die economisch niet interessant zijn, maar door de aanleg van de wegen kunnen stropers, illegale houthakkers en verzamelaars van pijnboompitten ook de meer afgelegen delen van de bossen bereiken.
Dergelijke indringers kunnen een serieuze bedreiging vormen voor de visuilen en andere bedreigde diersoorten, bijvoorbeeld doordat ze de dieren aanrijden met hun auto of per ongeluk een bosbrand veroorzaken.
Daarnaast kappen houthakkers vaak de oude bomen waar visuilen graag hun nesten in maken om tijdelijke bruggen door het woud te kunnen aanleggen. Slaght en Sergey Surmach, de vader van Rada Surmach die al dertig jaar onderzoek doet naar visuilen, rondden in 2010 een vijfjarig onderzoek af naar het leefgebied van visuilen, in de hoop dat houtbedrijven op zoek zouden gaan naar andere alternatieven.
De wetenschappers adviseerden de houtbedrijven om bepaalde oude boomsoorten als iepen, wilgen van de soort Chosenia arbutifolia en Japanse populieren met rust te laten. In plaats daarvan zouden meer gangbare bomen kunnen worden gekapt, waar geen visuilen in voorkomen, zoals Aziatische lariksen en espen. Ze drongen er ook op aan dat de bosbouwbedrijven ongebruikte wegen zouden blokkeren met bulten zand, om illegale houthakkers en stropers te weren. Zelfs als de wegen daardoor niet voorgoed zijn afgesloten, bieden dergelijke wegafsluitingen de dieren toch enig respijt, vertelt Slaght.
TerneyLes, de grootste houtonderneming die actief is in Primorski, reageerde niet op twee verzoeken via de mail om commentaar te geven op hun rol in de bescherming van de uilen.
Walk on the wild side
Maar volgens natuurbeschermers is er ook positief nieuws te melden: in Primorski is al ruim 28 miljoen vierkante kilometer, oftewel 17 procent van het totale oppervlak, beschermd gebied, via federale of lokale reservaten. Alleen al in de afgelopen vijftien jaar heeft de regio vier nieuwe beschermde gebieden ingesteld, met een oppervlakte van in totaal zo'n 16.000 vierkante kilometer.
Het bestuur van de regio heeft ook een lange geschiedenis van zorg voor de natuur en samenwerking met natuurbeschermers, met name waar het gaat om Siberische tijgers en amoerpanters, stelt Victor Bardyuk, directeur van het Nationaal Park Zemlja Leoparda.
‘De bescherming van deze dieren, inclusief die van de Blakistons visuilen, is een goed voorbeeld van de houding van de mensen hier ten opzichte van de natuur en de effectieve maatregelen die het bestuur neemt om die te beschermen,’ aldus Bardyuk.
Hij voegt daaraan toe dat het verbod op houtkap in ‘gebieden met een hoge beschermingsstatus’, de quota op het kappen van bomen en het monitoren van de bosbouwactiviteiten door middel van satellieten bijdragen aan de bescherming van de ernstig bedreigde amoerpanter, waarvan er in het wild nog maar zo'n honderd over zijn.
Volgens directeur Svetlana Soutyrina van Sikhote-Alin Biosphere Reserve, het grootste beschermde gebied in Primorski, heeft het reservaat de illegale houthandel en de stroperij in de afgelopen jaren meer onder controle gekregen. Door de bemoeienis van non-profitorganisaties als de Wildlife Conservation Society, WWF Russia en het Amur Tiger Center, zijn de omstandigheden voor de dieren in het gebied verbeterd, onder meer voor de visuilen.
Hoewel het nog jaren op zich kan laten wachten, hopen Rada Surmach en haar collega's om een fokprogramma op te kunnen zetten voor de uil. Dat zou kunnen garanderen dat er een populatie van dieren is die ooit in het wild kan worden uitgezet. In 2018 startte de Moscow Zoo met een fokprogramma voor Blakistons visuilen. Op dit moment doen er twee B. b. blakistoni-vrouwtjes mee, een in Moskou en de ander in de Sakhalin Island Zoo.
"Zij zijn hier heer en meester"
Dit soort initiatieven is niet alleen goed voor de visuilen. Gebieden die zo ongerept zijn dat de vogels zich erin thuis voelen, voldoen waarschijnlijk ook aan de eisen van talloze andere dieren, zoals onder meer de Maleise bonte marter, de bruine beer, de eland en de Euraziatische lynx, aldus natuurbeschermers.
‘In Primorski is nog steeds echte wildernis te vinden,” zegt Slaght. ‘Er is daar iets dat de moeite van het beschermen waard is, en dat is ook mogelijk.’
De eerste keer dat ze visuilen in het wild zag, was net zoiets als toen ze voor het eerst verse pootafdrukken van tijgers in de sneeuw zag, vertelt ze.
Surmach: “Je realiseert je dat je niet alleen in het bos bent. Om je heen leven wilde dieren. Het bos is van hen, zij zijn daar heer en meester.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com