Sommige mensen zweren erbij: powernaps. Even een kwartiertje plat, om vervolgens met nieuwe energie weer door te kunnen. Maar, zo blijkt uit nieuw onderzoek, de stormbandpinguïn heeft het superslaapje pas echt tot kunst verheven.
De onderzoekers stelden vast dat deze Zuidpoolbewoner tijdens de nestperiode continu dutjes doet van zo’n vier seconden. Deze opmerkelijke slaapstrategie zou ervoor moeten zorgen dat het ouderlijk pinguïnpaar nagenoeg onophoudelijk kan waken over hun kwetsbare eieren en kuikens. Al met al komen de dieren zo uit op een totaal van zo’n elf uur slaap er dag.
Alle dieren slapen anders
De onderzoeksresultaten, die werden gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Science, zijn de recentste in een reeks nieuwe inzichten die grote verschillen in slaapgewoonten laten zien in het dierenrijk.
Zo werd in april van dit jaar ontdekt dat zeeolifanten minidutjes doen terwijl ze onder de golven duiken. Van tuimelaars weten we dat steeds één hersenhelft tegelijk in slaap is, zodat de andere helft wakker en dus alert blijft; hetzelfde geldt voor fregatvogels. ‘We weten nog niet waarom sommige dieren, zoals de olifant, aan twee uur slaap genoeg hebben en andere, zoals grote katachtigen, wel zestien uur nodig hebben,’ vertelt Paul-Antoine Libourel uit, een van de hoofdonderzoekers van de studie.
Permanent getoeter en de geur van pinguïnpoep
Slaap vatten in een kolonie broedende kinbandpinguïns is nog niet zo eenvoudig. Duizenden toeterende vogels zorgen gezamenlijk voor een kabaal van jewelste, om over de ranzige geur van rottende vis en pinguïnuitwerpselen nog maar niet te spreken. ‘Kotsmisselijk werd ik ervan,’ aldus Won Young Lee, coauteur van de slaapstudie en onderzoeker aan het Korea Polar Research Institute.
Net als andere pinguïnsoorten bewaken aanstaande en kersverse kinbandouders om beurten het nest. Terwijl de een de kuikens beschermt, foerageert de ander op zee. Twee maanden lang, non-stop.
Pinguïnkop met elektroden
Kinbandpinguïns zijn dus meesters in het combineren van ouderlijke verantwoordelijkheden én het pakken van voldoende slaap. Maar hoe kwamen onderzoekers daarachter? Eerst plakten Lee en zijn team zogeheten ‘biologgers’ op de rug van veertien nestelende pinguïns. Als een soort smartwatch meet dit apparaat de fysieke activiteit, hartslag en andere gegevens.
Vervolgens ving het team alle veertien pinguïns om, onder verdoving, tijdelijk elektroden aan te brengen op de kop. Zo kon continu de hersenactiviteit van de dieren, die net als bij mensen verschilt in wakkere en slaapstand, worden gemeten.
Nadat alle benodigde data was verzameld, lieten Lee en zijn team de pinguïns weer vrij. En trokken zij – tot ieders verbazing – de volgende conclusie: terwijl de pinguïns maandenlang, dag en nacht, in de weer zijn voor hun kroost, doen ze permanent microslaapjes van vier seconden.
Knikkebollen in de trein
Is de kinbandpinguïn hierin uniek? Niet per se. ‘Microslaapjes komen ook bij mensen voor. Neem het knikkebollen in de trein of het kort wegzakken voor de televisie,’ zegt neurowetenschapper aan de University of Wisconsin Chiara Cirelli. ‘Maar bij mensen zien we microslaapjes in tijden van vermoeiing en uitputting, en nestelende kinbandpinguïnouders lijken er afhankelijk van te zijn.
Hoewel de slaapdata overtuigend is, merkt Cirelli op dat de onderzoekers de pinguïns alleen bestudeerden tijdens de nestperioden. Of de vogels in tijden zonder ouderlijke verantwoordelijkheid óók aan microslaapjes doen, is dus nog onduidelijk.