Mensen en katten leven in dezelfde wereld en beschikken over dezelfde zintuigen. En toch komt die wereld op een heel andere manier binnen. Door uit te leggen hoe katten de wereld ervaren via hun zicht, gehoor, reuk, smaak en aanraking, leer je je huisdier wellicht nog beter begrijpen.
1. Het zicht van een kat
Net als wij gebruiken ook katten hun ogen om de wereld in zich op te nemen. Maar die ogen werken anders dan de onze. Zo kunnen katten zelfs in het donker met verbazingwekkende precisie uithalen. Miljoenen jaren aan evolutie hebben er dan ook voor gezorgd dat je spinnende huisdier dankzij een soort ingebouwde nachtkijker het liefst op pad gaat tussen zonsondergang en -opkomst.
De verklaring daarvoor is te vinden in de retina: het weefsel achter in het oog dat cellen bevat die fotoreceptoren worden genoemd. Deze fotoreceptoren zetten licht om in elektrische signalen en sturen ze naar de hersenen. Die vertalen deze signalen vervolgens in beeld.
Leestip: Wat betekent het gemiauw van je kat? Deze app weet het
De twee soorten fotoreceptorcellen staan beter bekend als staafjes en kegeltjes: staafjes detecteren helderheid en grijstinten en regelen het perifere- en nachtzicht. Kegeltjes zijn verantwoordelijk voor het zicht overdag en kleurperceptie.
En juist daar zit ’m de crux: katten (en honden) hebben een hoge concentratie staafjes in hun ogen, tegenover een lage concentratie kegeltjes. Daardoor is hun zicht ’s nachts fenomenaal, maar laat hun kleurperceptie sterk te wensen over. Bij mensen is het precies andersom.
2. Gehoor
De driehoekige oren van je kat fungeren als kleine, donzige satellietschotels. Hun oorschelpen kunnen onafhankelijk van elkaar naar voren, naar achteren en opzij draaien tot wel 180 graden.
Leestip: Dit vertelt je kat je met zijn staart
Zo kunnen katten de geluidsbron binnen een meter tot enkele centimeters nauwkeurig bepalen in slechts zeshonderdste van een seconde. Ook zijn ze in staat uiterst subtiele verschillen in klank te onderscheiden.
3. en 4. Reuk en smaak
In tegenstelling tot de andere zintuigen is het reukvermogen van een kat bij de geboorte al volledig ontwikkeld. Sterker nog: kittens gebruiken hun neus om naar de dichtstbijzijnde tepel te navigeren en zich zo tegoed te doen aan de eerste druppels voedzame moedermelk.
Wetenschappers stellen dat het reukvermogen van je huiskat zo’n veertien keer sterker is dan dat van haar baasjes. Da’s op zichzelf ook niet verwonderlijk: het reukepitheel – het weefsel dat verantwoordelijk is voor het waarnemen van reukstoffen – is tien keer groter. Als gevolg hiervan hebben katten tot wel tweehonderd miljoen geurcellen, tegenover de schamele vijf miljoen van mensen.
Leestip: Waarom een hond je beter helpt ontspannen dan je vrienden of partner
En katten hebben op dit vlak nog een extra reukwapen tot hun beschikking. Verscholen vlak boven de mond zit het orgaan van Jacobson, dat in directe verbinding staat met het deel van het brein waar seksueel, sociaal en voedingsgedrag wordt aangestuurd.
Als katten iets interessants ruiken, beginnen ze te ‘flemen’: de bek gaat een stukje open en de bovenlip krult op. De lucht die ze vervolgens inademen brengt geurmoleculen richting het orgaan van Jacobson én het reukepitheel. Win-win dus. En meer geur betekent voor je kat zo meer informatie over wat er in zijn nabije omgeving gebeurt.
5. Aanraking
De lange snorharen van een kat lijken misschien slechts een schattige snuisterij, maar weet: deze dieren zijn er sterk van afhankelijk. Een snorhaar is langer en dikker dan normaal kattenhaar.
Leestip: Op dit eiland in Japan maken katten de dienst uit
En elk van deze snorharen groeit uit een follikel vol zenuwen en bloedvaten, waardoor ze net zo gevoelig zijn als menselijke vingertoppen. Het matige zicht wordt zo gecompenseerd. Dankzij de snorharen registreert je kat subtiele luchtbewegingen die op de aanwezigheid van een prooi kunnen duiden, en helpen bij het navigeren om obstakels heen.
Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium én steun de missie van National Geographic. Word nu lid!