Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw kruipt er op de bodem van onze wateren een nieuwe krabbensoort rond. Het is een nogal opvallende verschijning: de scharen van deze krab zijn bedekt met een bos haren, waardoor het net lijkt alsof hij – een soort modderige – handschoentjes aan heeft.
De Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinesis) is in Europa inmiddels zo wijdverspreid dat het bestrijden van deze invasieve exoot geen haalbare doelstelling meer is, net als bij de Aziatische hoornaar. Waar komt hij vandaan, en misschien nog belangrijker: wat merken we van zijn aanwezigheid?
Waar komt de Chinese wolhandkrab vandaan?
Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is de Chinese wolhandkrab, een grijsgroen of donkerbruine krab met een rond rugschild van zo’n acht centimeter breed, waarschijnlijk in 1912 als larve is meegelift in ballasttanks in schepen die van Azië naar Duitsland voeren. Eenmaal daar aangekomen, werd het ballastwater – samen met de larven – in de rivieren de Elbe en Wezer geloosd.
In 1931 werd voor het eerst een Chinese wolhandkrab waargenomen in Nederland en in België in 1933. De krab, die oorspronkelijk voorkomt in rivieren, estuaria en kustwateren in Noord-China en Korea, kwam hier waarschijnlijk terecht door uitbreiding van de Duitse populaties. In heel Europa worden de hoogste aantallen waargenomen in kustgebieden en in en langs rivieren. Ook in Amerika heeft de krab zijn intrede gedaan.
Een echte alleseter
Of het nu algen, wormen, mosselen, kleine vissen of waterplanten zijn: de Chinese wolhandkrab verorbert alles wat hij op zijn pad tegenkomt. Zelfs eieren en larven van grotere vissen zijn voor de krab niet veilig. Zelf heeft de Chinese wolhandkrab minder te vrezen: deze omnivoor heeft in Nederland en België geen natuurlijke vijanden.
Wel wordt de Chinese wolhandkrab gevangen voor menselijke consumptie. Al is voorzichtigheid geboden: doordat het dier op de bodem foerageert, kunnen giftige stoffen zoals zware metalen of pcb’s zich ophopen in het lichaam wanneer de bodem verontreinigd is. Deze zijn ook schadelijk voor de mens.
Welke problemen veroorzaakt de Chinese wolhandkrab?
De Chinese wolhandkrab brengt het grootste deel van zijn leven door in zoet water, maar plant zich in het najaar voort in zout water. Daardoor is het gebied waar de krab invloed op uitoefent vrij groot. Een van de zorgen is de impact op inheemse soorten die ten prooi vallen aan de Chinese wolhandkrab of die een vergelijkbaar dieet hebben.
Ook kan de waterkwaliteit afnemen doordat de krab waterplanten opeet en woelt in de bodem, waardoor het water troebel wordt. Bovendien maakt het dier holletjes in dijken en oevers om overdag in het schuilen, waardoor waterkeringen minder stabiel worden. En doordat de Chinese wolhandkrab drager kan zijn van de kreeftenpest – net als de Amerikaanse rivierkreeft, een andere invasieve soort – komt de gezondheid van de inheemse Europese rivierkreeft in het gedrang.
In de afgelopen tachtig jaar zijn deze effecten nog maar weinig waargenomen, maar de rappe verspreiding van de exoot was voldoende aanleiding om de Chinese wolhandkrab in 2016 op de Unielijst invasieve exoten te plaatsen. Lidstaten zijn sindsdien verplicht wilde populaties actief te bestrijden, al is complete verwijdering inmiddels onmogelijk gebleken: meermaals is de Chinese wolhandkrab al bestempeld tot plaag.
Schrijf je in ook voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.