Bijna overal ter wereld kun je distelvlinders zien rondfladderen. Van april tot oktober vind je de distelvlinder in Nederland en België, waarna het tijd is voor de remigratie en het insect zuidwaarts trekt naar warmere oorden.
Alleen Antarctica en Zuid-Amerika moeten het zonder de distelvlinder stellen. Toch wordt de vlinder op dat laatste continent af en toe waargenomen. Hoe komt hij daar terecht, zo ver van zijn oorspronkelijke migratieroute?
Distelvlinder doet het ‘onmogelijke’
Op een herfstdag zo’n tien jaar geleden is entomoloog en evolutionair bioloog Gerard Talavera aan het werk in Frans-Guyana in Zuid-Amerika wanneer het ‘onmogelijke’ gebeurt: hij ziet een distelvlinder. Niet veel later verschijnen er nog negen aan de horizon.
Jarenlang liep Talavera rond met de vraag hoe deze vlinders, die een spanwijdte hebben van vijf tot zes centimeter, zo ver van huis zijn geraakt. Maar daar lijken hij en zijn team nu eindelijk een antwoord op te hebben gevonden.
In een studie, die eind juni 2024 werd gepubliceerd in Nature Communcations, probeerden Talavera en collega’s te achterhalen waar de vlinders zijn ontpopt en hoe ze aan de andere kant van de Atlantische Oceaan zijn terechtgekomen. Volgens de onderzoekers zouden de vlinders in nog geen maand tijd bijna zevenduizend kilometer hebben gevlogen – een van de langste onafgebroken vlucht ooit waargenomen bij één individueel insect.
Mee met de wind
Talavera en zijn onderzoeksteam keken onder meer naar windpatronen. Uit eerder onderzoek was gebleken dat distelvlinders maximaal zo’n achthonderd kilometer kunnen afleggen zonder wind. Maar toen Talavera de windpatronen analyseerde van de dagen vóór zijn distelvlindervondst in Frans-Guyana, bleek dat de wind de vlinders mogelijk een lift heeft geven vanuit West-Afrika over de Atlantische Oceaan.
Om deze lange tocht te overleven zullen de vlinders afgewisseld moeten hebben tussen vliegen op eigen kracht en glijden op luchtstromen. Van andere migrerende vlinders, zoals de monarchvlinder, was al bekend dat ze dit doen. Het gedrag is echter nog niet eerder waargenomen bij distelvlinders.
Herkomst van de vlinders bepalen
Hoe weten de onderzoekers dat de vlinders niet zijn overgekomen uit bijvoorbeeld Noord-Amerika, dat veel dichterbij ligt? Door het DNA van de in Zuid-Amerika gevonden distelvlinders te vergelijken met dat van soortgenoten in Noord-Amerika, Europa en Afrika, kon worden geconcludeerd dat de vlinders niet behoren tot de Noord-Amerikaanse populatie.
Ook isoleerden de wetenschappers het DNA van enkele pollen die vastzaten aan de vleugels van de distelvlinders. Daarmee konden de planten worden geïdentificeerd waarop de vlinders waren geland voordat ze naar Zuid-Amerika kwamen. De meeste van de geïdentificeerde plantensoorten zijn wijdverspreid, maar twee ervan – Guiera senegalensis en Ziziphus spina-christi – bloeien alleen aan het einde van het regenseizoen in West-Afrika. Met andere woorden, het bewijs zat in het stuifmeel.
Vervolgens evalueerde het team isotopen van waterstof en strontium in de vleugels van de Zuid-Amerikaanse vlinders. Met deze informatie modelleerde het team ecosystemen die een geschikte habitat voor de insecten zouden bieden, waarbij ze uitkwamen op het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Portugal, Mali, Senegal en Guinee-Bissau. Al met al durven Talavera en zijn collega’s met overtuiging te zeggen dat de vlinders in West-Europa zijn ontpopt en vervolgens vanuit West-Afrika de vijf tot acht dagen lange oversteek over de Atlantische Oceaan hebben gemaakt.
Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.