Met zijn grote oren, kleine koppie en bijzonder vlekkenpatroon heeft de serval, een katachtige die oorspronkelijk voorkomt op de Afrikaanse savanne, ook de harten veroverd van menig huisdierliefhebber.

Met name in de afgelopen jaren is het aantal servals dat in Nederland wordt gehouden dan ook enorm toegenomen – en daarmee ook het aantal ontsnappingen (onder meer in Lexmond en Helmond eind juli 2024) en baasjes dat afstand wil doen van de katachtige, zo stelt Stichting AAP. Want hoewel het dier in sommige opzichten lijkt op de huiskat, zijn er ook grote verschillen. Dit zijn vijf redenen waarom de serval niet meer als huisdier mag worden gehouden.

1. Servals zijn wilde dieren

De belangrijkste reden om geen serval in huis te nemen is simpel: in tegenstelling tot de huiskat, die al duizenden jaren geleden werd gedomesticeerd, is het een wild dier dat normaal gesproken foerageert op de savanne in Sub-Saharisch Afrika. Daar heeft hij zich aangepast aan een tropisch en subtropisch klimaat en jaagt hij onder meer op kleinere zoogdieren, reptielen en insecten.

Als huisdier krijgt de serval meestal vers vlees voorgeschoteld, maar daarmee is zijn jachtinstinct nog niet bevredigd. Ook heeft de katachtige veel meer ruimte nodig dan een huiskat, waardoor hij gedragsproblemen kan ontwikkelen.

2. Het gedrag van de serval verandert met de leeftijd

Op sociale media gaan regelmatig filmpjes rond van schattige servaljongen met pluizige oortjes en bruine kraalogen – we kunnen ons best voorstellen dat de foto onderaan je doet smelten. Maar naarmate servals ouder worden, verandert ook hun gedrag. Onafhankelijk van de opvoeding kan het dier namelijk sterk jachtgedrag gaan vertonen en agressiever worden. Tussen 2021 en 2023 kreeg Stichting AAP ruim honderd opvangverzoeken van eigenaren die spijt hadden van hun aankoop.

3. Ze hebben lange poten en scherpe tanden

Servals worden ongeveer even lang als gedomesticeerde katten, maar zijn met een gewicht van negen tot achttien kilo – net als de caracal en ocelot – een stuk zwaarder dan de gemiddelde huiskat (vier tot vijf kilo). Bovendien hebben servals in verhouding tot hun lichaam de langste poten van alle katachtigen, waarmee ze twee meter hoog en vier meter ver kunnen springen. Ook zijn hun tanden een stuk groter dan die van huiskatten. Ze spelen dan vaak ook een stuk ruwer.

4. Ze kunnen ziekten bij zich dragen

Met ingang van de nieuwe huis- en hobbydierenlijst (positieflijst) per 1 juli 2024 mogen de serval én zijn hybride nakomelingen, zoals de savannahkat, niet langer worden gehouden in Nederland. Daartoe heeft niet alleen het gedrag van de serval bijgedragen, maar ook het risico op de verspreiding van zoönosen: infectieziekten die van dier op mens worden overgedragen. Zo zijn bij servals ziekteverwekkers als leptospirose en rabiës aangetroffen.

5. Servals zijn schuw en territoriaal

Servals zijn slimme beesten, maar tegelijkertijd ook erg waakzaam en schuw. Daarom zijn ze lastig te domesticeren: zelfs als ze opgroeien met mensen om zich heen, zal hun instinct op sommige vlakken toch de overhand krijgen. Zo bakenen ze hun territorium af door urine te sproeien en laten net als de caracal geuren achter door met hun poten over een oppervlak te wrijven. Niet heel fijn voor in huis dus.

een jonge serval loopt over de savanne
Anup Shah//Getty Images
Jonge servals zien er ontzettend schattig uit. Maar vergis je niet, de serval is een wild dier.

Heb je een gewone huiskat en wil je meer weten over jouw dierenvriend? Lees dan over de vier zintuigen van een kat en over wat jouw kat je met zijn staart vertelt.