Nederlanders en de dodo bleken geen gelukkige combinatie. Toen de Hollanders rond 1600 voet aan wal zetten op het eiland Mauritius, ten oosten van Madagaskar, waren er dodo’s in overvloed. Maar binnen honderd jaar was de vogel verdwenen: de meegebrachte honden, ratten, varkens en katten hielpen het verfijnde ecosysteem op het eiland om zeep, met alle gevolgen van dien.

De afgelopen honderden jaren is er een hoop geschreven over de dodo, maar veel vragen bleven onbeantwoord. Vooral de taxonomische indeling van het dier was omgeven met onduidelijkheid, waardoor de dodo al snel een mythische status verwierf. Onderzoekers van de University of Southampton (VK) hebben nu 400 jaar aan onderzoeken over het dier onder de loep genomen. Wat hebben zij ontdekt?

Het begin van de biologie

Een van de conclusies die de onderzoekers trokken, was dat er veel meer dodosoorten zijn beschreven dan er in werkelijkheid hebben rondgelopen. Didus nazarenus en Didus solitarius hebben bijvoorbeeld nooit bestaan. Maar waar kwamen die soortnamen dan vandaan?

Die onjuiste taxonomische indeling was een gevolg van de stand van de wetenschap: in de zeventiende eeuw stond de biologie nog in de kinderschoenen. Zoölogische specimens – monsters van een dier die worden bewaard om de wetenschap verder te helpen, zoals gedroogde stukken huid en opgezette skeletten – bestonden nog niet.

Aan de hand van zulke monsters kunnen diersoorten worden geïdentificeerd. Omdat zoölogische specimens nog niet voorhanden waren, moesten wetenschappers afgaan op beschrijvingen van zeelui. Die waren logischerwijs niet heel accuraat en zo gingen er de wildste verhalen rond over de dodo.

De dodo, een mythe?

De Zweedse bioloog Carl Linnaeus (1707-1778) was een pionier op het gebied van taxonomie. Hij bracht met een stamboom in kaart welke dieren verwant zijn aan elkaar. Ook de inmiddels uitgestorven dodosoorten kregen een plek in de stamboom van het leven. Maar omdat die indeling op basis van gebrekkige informatie gebeurde slopen er fouten in, zoals het noemen van soorten die helemaal niet bestonden.

In de achttiende en begin negentiende eeuw heerste de opvatting dat de dodo een mythologisch wezen was. Pas halverwege de negentiende eeuw realiseerden wetenschappers zich dat de vogel daadwerkelijk heeft bestaan. Maar hoeveel soorten er écht rondliepen? Dat bleef gissen.

Dodo of grote grondduif?

Een monsterklus van 400 jaar aan data en fossiele resten doorpluizen heeft nu geleid tot een nieuwe taxonomische indeling en naamgeving. Wetenschappers van de University of Southampton (VK) kwamen tot de conclusie dat er maar één dodosoort voorkwam op Mauritius: Raphus cucullatus.

Op buureiland Réunion liep een andere vogel rond: de rodriguessolitaire (Pezophaps solitaria). Die was weliswaar verwant aan de dodo, maar behoorde wel degelijk tot een ander geslacht. Ook ontdekten ze dat zowel de dodo als de rodriguessolitaire lid waren van de Columbidae: de duivenfamilie. Binnen deze familie vormden ze hun eigen groep, een clade. Deze kreeg de wetenschappelijke naam Raphinae.

De onderzoekers komen met passendere naam voor de clade van de dodo en de rodriguessolitaire: Mascareense grote grondduiven. De naam verwijst naar de Mascarenen, de eilandengroep waar de twee vogels leefden, en moet verwarring over de dodo voorkomen.