ANKOR, CAMBODJA – Langs de weg naar Angkor Thom (een van de ommuurde steden van Angkor, het rijk van het oude Khmer-volk in Cambodja) ligt een eenzame en afgebrokkelde brug van kraagbogen, opgebouwd uit hergebruikte blokken zandsteen. De brug lijkt geen enkele functie te hebben; er loopt geen water onderdoor en de touringcars die hier elke dag bezoekers naar het tempelterrein vervoeren, stoppen zelden bij het bouwsel om toeristen een kijkje te laten nemen.
Maar voor Dan Penny, een expert in ecologische geschiedenis die het Angkor-rijk al vele jaren bestudeert, vertelt de brug een fascinerend verhaal. De schade die het bouwwerk in het verleden heeft geleden, herinnert ons er volgens hem aan dat de stad Angkor groot werd dankzij water – of beter: waterbeheer – maar dat datzelfde water ook een van de oorzaken was voor de verwoesting van deze oude beschaving.
De vraag waarom het oude Angkor-rijk in de vroege vijftiende eeuw ten onder ging, bleef lange tijd onopgelost. Maar onderzoekers hebben inmiddels aangetoond dat de infrastructuur van de stad zwaar beschadigd raakte door intense moessonregens, die volgden op een lange periode van droogte in dit deel van de wereld, en dat dit uiteindelijk heeft geleid tot de ondergang van de stad.
“De verwoesting van deze brug wijst op een enorme vloed van water – veel meer dan het kanaal kon verwerken – die zich een weg baande door het centrum van de stad,” zei Penny, onderzoeker bij de afdeling aardwetenschappen van de University of Sydney.
“Het water veroorzaakte enorm veel schade aan de infrastructuur, schade die de mensen die in dit gebied woonden gewoonweg niet konden repareren.”
Een stad van waterwerken
De Angkor-periode moet volgens de overlevering zijn begonnen in het jaar 802, toen Jayavarman II vanaf de Phnom Kulen-bergen uitkeek over de vlakte waar de toekomstige stad zou worden gebouwd en zichzelf als chakravartin of ‘god-koning’ van het Khmer-rijk uitriep. In de vijf eeuwen daarna verrees hier een gigantisch stedenbouwkundig complex met bijna één miljoen inwoners, waarmee Angkor tot een van de grootste steden van de pre-industriële tijd uitgroeide.
Vanaf het begin speelde water een centrale rol in de ontwikkeling van Angkor, dat daarom vaak wordt omschreven als een ‘hydraulische stad’. Kanalen en reservoirs werden aangelegd om water uit de heuvels op te vangen en te bewaren, zowel om overstromingen te beheersen als om akkers te kunnen irrigeren. Via een systeem van overstorten en omleidingen werd overtollig water naar het grote Tonle Sap-meer, ten zuiden van de stad, afgevoerd.
“Het was een infrastructuur voor waterbeheer die nergens anders ter wereld werd geëvenaard,” zei Penny. Water – en vooral het beheer ervan – speelde ook een religieuze rol in de Angkor-cultuur. “Water was niet alleen een hulpbron maar moest ook worden beheerd om het land te irrigeren en om overstromingen te voorkomen,” zei Penny. “En het werd direct verbonden met de macht van de koning.”
Meedogenloze moessons
Het oude netwerk van kanalen verraadt talloze aanvullingen en aanpassingen. Kanalen uit vroegere tijden dienden tegelijk voor de distributie en de afvoer van het water, maar vanaf de twaalfde eeuw — in de tijd dat ook de wereldberoemde tempel van Angkor Wat werd gebouwd en het Khmer-rijk zijn grootste glans en omvang bereikte — werden nieuwe brede kanalen hoofdzakelijk gebruikt om water naar de Tonle Sap af te voeren.
In de eeuwen daarna lijkt het systeem vrij goed te hebben gefunctioneerd, terwijl de stad bleef floreren. Maar in de tweede helft van de dertiende eeuw begon Angkor te lijden onder een aanhoudende droogte, waarna meerdere jaren van ongebruikelijk intense moessonregens die grote overstromingen veroorzaakten de stad troffen. Het lijkt erop dat de infrastructuur van de stad zulke hoeveelheden water niet aankon.
De overstromingen brachten zware schade toe aan het systeem, en belangrijke schakels in het complex werden verbroken. Ten zuiden van de stad raakten kanalen verstopt door modder en puin dat in het centrum van Angkor door het water was weggeslagen. De brug bij Angkor Thom werd gebouwd van hergebruikte blokken steen van oude tempels, en op veel van deze blokken zijn dan ook fraaie reliëfs te ontwaren.
“Dat ze een tempel afbraken om er zoiets ordinairs als een brug van te bouwen wijst erop dat er iets helemaal mis ging,” aldus Penny. “Lange tijd werd gedacht dat de schade aan het waterbeheersysteem in Angkor het resultaat was van een lange periode van verval.”
Te oordelen naar de schade aan de brug, waarvan het oostelijke uiteinde werd weggeslagen, hadden de pogingen om het vloedwater te beheersen uiteindelijk geen succes. De rivier de Siem Reap, die onder de brug door had moeten stromen, sleet een bedding uit die om het bouwwerk heen liep. Vandaag de dag stroomt de rivier ruim zevenenhalve meter lager dan de oorspronkelijke bedding.
Doordat de infrastructuur werd aangetast door overstromingen, raakte de stad Angkor in verval. In 1431 werd het gebied ingenomen door Siamese troepen. Veel tempels zouden later door de jungle worden overwoekerd, maar andere bleven functioneren als belangrijke religieuze heiligdommen voor de Khmer. De ruïnes waren in het Westen onbekend, totdat Franse onderzoekers er in de jaren zestig van de negentiende eeuw naartoe werden gebracht.
Waarschuwing voor klimaatverandering?
Onderzoekers die werken aan de duurzame ontwikkeling van het stroomgebied van de Mekong-benedenloop, als onderdeel van het door USAID gesteunde project ‘Wonderen van de Mekong’, menen dat er belangrijke lessen zijn te trekken uit het verhaal van Angkor.
“Eén ding is duidelijk: cultuur en klimaat gaan samen,” zei Sudeep Chandra, directeur van het Global Water Center van de University of Nevada en leider van het onderzoek. “We zien overal ter wereld gemeenschappen die grote moeite hebben om te reageren op de toenemende grilligheid van een veranderend klimaat,” zei hij verder.
In hun pogingen om de watervloed te beheersen, leidden de waterbouwkundigen van Angkor het water van naburige rivieren om naar de stad, wat leidde tot de aanleg van nieuwe opvangbekkens. Maar dit kan onvoorziene en negatieve gevolgen voor de omgeving hebben gehad en de infrastructuur van Angkor verder hebben belast, zodat de stad uiteindelijk ten onder ging.
“De middeleeuwse Khmer werden geconfronteerd met een periode van klimaatinstabiliteit die ze uit het verleden niet kenden – dat was een ingrijpende verandering van de spelregels waaraan ze zich eeuwenlang hadden gehouden,” zei Penny. “In onze tijd komen gemeenschappen voor een soortgelijke uitdaging te staan, nu het klimaat begint te veranderen.”