Vanuit de lucht zagen ze er precies zo uit als een normaal vliegveld: met een landingsbaan, verlichting, hangars en zelfs vliegtuigen waren ze niet van echt te onderscheiden. Wie beter wist – of beter keek – kon zien dat de landingsbanen bestonden uit doeken, de verlichting uit fakkels en dat vliegtuigen en hangars van hout waren gemaakt.

Een beproefde oorlogsstrategie

Ter bescherming van vliegvelden en cruciale infrastructuur werden tijdens de Tweede Wereldoorlog op verschillende plekken schijnvliegvelden aangelegd. Voor zowel de Duitsers als de geallieerden was dit een beproefde strategie om vijandelijke bommenwerpers en verkenningsvluchten te misleiden. Elke bom die in een weiland of heideveld terechtkwam, kon immers niet meer op een echt vliegveld worden afgeworpen.

Leestip: Hoe crystal meth de Duitse oorlogsmachine in de Tweede Wereldoorlog op volle toeren bracht

De nepvliegvelden dienden soms een ander doel: ze werden ook gebruikt om eigen bommen af te werpen. Uit veiligheidsoverwegingen was het piloten namelijk niet toegestaan om met hun bommenlast aan boord te landen. Mochten ze nog bommen aan boord hebben, dan moesten die voor de landing worden afgeworpen.

Schijnvliegveld De Kiek

In Nederland waren verschillende van deze zogenoemde schijnvliegvelden te vinden. Een van de bekendsten is schijnvliegveld De Kiek, bij Gilze-Rijen in Noord-Brabant. Het werd vrijwel direct aan het begin van de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers aangelegd en moest het nabijgelegen vliegveld ontzien.

Op het terrein stonden afweergeschut, zoeklichten, een bunker en hangars. Er was zelfs een spoorlijntje waarover een nepvliegtuig heen en weer getrokken kon worden, zodat het net leek alsof er een vliegtuig aan het taxiën was.

Leestip: Waarom werden Britse oorlogsschepen met opvallende patronen beschilderd?

Door ’s nachts zogenaamde baanverlichting aan te steken, werden geallieerde vliegtuigen naar het schijnvliegveld gelokt. Ondanks steeds geavanceerdere navigatieapparatuur aan boord van de vliegtuigen leidde dat enkele keren tot een bombardement met slachtoffers. Zo kwamen op 20 oktober 1943 drie mensen om het leven.

Andere Nederlandse schijnvliegvelden bevonden zich onder andere in Oirschot, ter verdediging van vliegveld Welschap bij Eindhoven en Leusden, ter verdediging van Soesterberg. Vliegbasis Schiphol had zelfs meerdere vliegvelden die ter afleiding dienden, namelijk in Bennebroek, Vogelenzang en Vijfhuizen. Van deze schijnvliegvelden zijn echter weinig sporen in het landschap terug te zien.

Schijnvliegvelden in België

Ook in België werden nepvliegvelden in gebruik genomen door de Duitsers. De bekendste is te vinden in Wilrijk, bij Antwerpen. Deze werd voor de oorlog aangelegd door de Belgische luchtmacht, maar toen de Duitsers invielen, bliezen ze zelf de landingsbaan op.

Leestip: Hoe een drijvende ijsfabriek de Amerikaanse troepen door de Tweede Wereldoorlog hielp

Vanwege de nabijheid van vliegveld Deurne (de huidige Internationale Luchthaven Antwerpen) was het voor de Duitsers de ideale plek om een schijnvliegveld in te richten. Daar is anno nu niet veel meer van over: alleen een kegelvormige commandobunker herinnert aan dit hoofdstuk in de geschiedenis.

Spaarzame sporen in het landschap

Ook de meeste Nederlandse schijnvliegvelden zijn na de oorlog ontmanteld: alleen een paar vage bommenkraters in het landschap verraden dat er ooit een schijnvliegveld lag.

Een uitzondering is Schijnvliegveld De Kiek, waar niet alleen een bunker en vliegtuigreplica te bewonderen valt, maar ook de herinnering levend wordt gehouden middels informatieborden en rondleidingen.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!