Het op zichzelf al verbluffende, 10.000 jaar oude heiligdom van Göbekli Tepe in het zuidoosten van Turkije zou nóg fascinerender kunnen zijn, nu de mogelijkheid bestaat dat in het bouwwerk – dat wordt beschouwd als ’s werelds oudste tempel – menselijke schedels hebben gehangen.
Volgens nieuw onderzoek dat in het vakblad Science Advances is gepubliceerd, hebben archeologen in Göbekli Tepe drie schedelfragmenten uit het Neolithicum ontdekt. De botten wijzen erop dat deze schedels na de dood van hun ‘eigenaars’ op unieke wijze werden bewerkt.
De diepe, bewust rechtlijnige kerven in de schedels zijn een unieke vorm van bewerking die op geen enkele andere vindplaats en in geen enkele andere context is aangetroffen, aldus Julia Gresky, hoofdauteur van de studie en antropologe aan het Deutsches Archäologisches Institut (DAI) in Berlijn. Uit een nauwkeurige analyse met behulp van een speciale microscoop bleek dat de kerven bewust met een werktuig van vuursteen waren aangebracht. Een van de fragmenten toont zelfs een boorgat, wat doet denken aan schedelbewerkingen van het Naga-volk in India, dat deze gaten boorde om schedels aan een koord te kunnen ophangen.
Het is mogelijk dat de kerven alleen zullen worden aangetroffen op deze paar botfragmenten, die tussen de 10.000 en 7000 jaar oud zijn, maar de archeologen denken dat ze toch van groot belang zijn omdat ze wijzen op een cultuur die werd gekenmerkt door een ‘schedelcultus’, waarbij menselijke schedels na de dood werden vereerd.
Schedelcultus
“Schedelcultussen zijn niet ongebruikelijk in Anatolië,” zegt Gresky. Ze legt uit dat archeologische resten van andere vindplaatsen in de regio er eveneens op wijzen dat de mensen uit deze tijd hun doden begroeven, vervolgens weer opgroeven, de schedels verwijderden en deze daarna op creatieve wijze uitstalden. Andere archeologen hebben ontdekt dat de volken uit het Neolithicum de gezichten van hun doden met pleister reconstrueerden.
Göbekli Tepe had een bijzondere betekenis voor de neolithische culturen in de regio. “Deze plek was geen nederzetting maar bestond vooral uit monumentale bouwwerken,” legt de antropologe uit.
De grote T-vormige pilaren van massief steen en hun prominente positie op de top van een heuvel, met een weids uitzicht over het omringende land, zijn een bewijs dat de jager-verzamelaars die hier leefden een min of meer complexe cultuur hadden en vaste rituelen uitvoerden.
Vriend of vijand?
“Deze interessante vorm van schedelbewerking is nergens anders in de wereld gevonden en uit geen enkel andere periode bekend,” zegt bioarcheoloog Matthew Velasco van de Cornell University. Maar de vondst roept vragen op: van wie zijn deze schedels afkomstig en waarom werden ze op deze manier bewerkt?
“We kennen een hele reeks gedragingen waarbij sprake is van schedelbewerking, van voorouderverering tot geweld tegen vijanden,” legt Velasco uit, maar dit onderscheid kan in Göbekli Tepe pas worden onderzocht als er meer ontdekkingen worden gedaan.
Naast de kerven en bewijzen van een boorgat blijkt uit andere aanwijzingen die op de vindplaats werden gevonden dat deze cultuur een bijzondere betekenis aan schedels toekende, zegt Gresky. “We vinden bijvoorbeeld afbeeldingen van een onthoofde figuur op een pilaar of menselijke hoofden van steen. De iconografie van deze plek sluit aan op een bijzondere rol van de schedel.”
In Göbekli Tepe zijn geen graven gevonden, maar wel kuilen met daarin een wirwar van menselijke beenderen, dierenbotten en vuurstenen werktuigen. Er is nog meer context nodig om de vindplaats goed te kunnen duiden. “We staan nog maar aan het begin van een beter inzicht in de antropologie van de plek,” zegt Gresky. “Hopelijk vinden we nog meer botten en schedelfragmenten. Daarmee zouden we een duidelijker beeld kunnen krijgen van de levenswijze van deze mensen.”
Volg Shaena Montanari op Twitter.