Anatiarius, bybliopola en crepidarius: in het Romeinse Rijk bestond een duizelingwekkende variëteit aan beroepen. Sommige kennen we nog steeds, andere zijn in de loop der eeuwen volledig verdwenen. Sommige beroepen stonden hoog in aanzien, waar andere met minachting werden bekeken. Dit waren zeven opvallende beroepen uit het oude Rome.

1. Okselhaarplukker

De alipilus was een Romeinse schoonheidsspecialist. Meestal was het een slaaf die in Romeinse badhuizen de okselharen van bezoekers epileerde. Een behandeling bij de alipilus was bepaald geen pretje, blijkt uit een brief van de filosoof Seneca de Jongere aan Lucilius, een ambtenaar op Sicilië: ‘Stel je de haarplukker voor met zijn schelle stem, die – om reclame te maken – voortdurend van zich laat horen en alleen zwijgt wanneer hij aan het werk is en zijn slachtoffer laat gillen.’

2. Verklikker

De delator fungeerde als klokkenluider of verklikker in de Romeinse maatschappij. Het was geen officieel beroep, maar eerder een manier voor Romeinen om iets bij te verdienen. Omdat er geen openbare aanklagers bestonden, moest bewijs voor misdrijven worden geleverd door burgers zelf, een praktijk die bekendstond als nomen deferre: het voordragen van een naam.

Leestip: 5 middeleeuwse beroepen die niet meer bestaan

Delatoren wezen corrupte bestuurders, wetsovertreders en belastingontduikers aan, en ontvingen daar een beloning voor. Vrije burgers kregen geld, slaven konden hun vrijheid verdienen en buitenlanders het Romeinse burgerschap, mits hun informatie juist bleek.

Wie loog of valse beschuldigingen verspreidde, riskeerde echter zware straffen: brandmerking, marteling of verbanning. Delatoren stonden daarom slecht bekend, maar werden door keizers gedoogd als een nuttig kwaad – een informeel netwerk dat hun ogen en oren vormde in het rijk.

3. Begrafenisclown

De archimimus was een clown of satirische toneelspeler die op Romeinse begrafenissen het leven van de overledene uitbeeldde. Oorspronkelijk traden deze artiesten op in het theater, maar rijke Romeinen huurden ze later in voor uitvaarten.

Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!

In de stoet liep de archimimus achter de lijkbaar en imiteerde de houding, stem en gewoonten van de overledene. Zo werd de gestorvene nog één keer tot leven gewekt, een laatste eerbetoon dat humor en herinnering met elkaar verbond.

4. Voorspeller

De augur was een Romeinse priester die gespecialiseerd was in het lezen van voortekenen. Door hemelverschijnselen te observeren probeerde hij de wil van de goden te duiden. Hij lette op onweer, bliksem, vallende sterren en overvliegende vogels — en bij die laatste zelfs op de kleinste details: de soort, het aantal, de richting en de geluiden die ze maakten.

Leestip: 7 beroepen die vandaag de dag niet meer bestaan

Auguren werden geraadpleegd bij belangrijke besluiten, van militaire veldtochten tot politieke benoemingen. Als de hemel geen tekenen gaf, deden tamme kippen dienst als orakel: hun gedrag tijdens het eten gold als aanwijzing of de goden instemden met het plan van de dag.

5. Standaarddrager

De aquilifer, te zien op de afbeelding bovenaan, was de standaarddrager van een Romeins legioen, een van de meest eervolste functies binnen het leger. Hij droeg de aquila, de standaard met de bronzen of zilveren adelaar die het symbool vormde van het legioen. Tijdens veldslagen stond de aquilifer in de frontlinie, waar hij de troepen om zich heen verzamelde en hen moed insprak als het moreel begon te wankelen.

Leestip: deze 5 Romeinse uitvindingen gebruiken we tegenwoordig nog steeds

De aquila gold als hét symbool van het legioen. Het verlies of omvallen van de adelaar werd gezien als een grote schande. Als dit gebeurde, werd het legioen ontbonden. Soldaten deden er dan ook alles aan om hun aquilifer en zijn standaard te beschermen. Op zijn hoofd droeg hij de huid van een leeuw, beer of wolf, waardoor hij gemakkelijk te herkennen was.

6. Naamherinneraar

De nomenclator was de persoonlijke assistent en secretaris van een welgestelde patriciër of senator. Zijn belangrijkste taak was om zijn meester discreet te herinneren aan de namen van voorbijgangers, zodat deze iedereen persoonlijk kon begroeten en indruk maakte met zijn mensenkennis. Daarnaast fungeerde de nomenclator als een levende agenda: hij moest afspraken, data en belangrijke gebeurtenissen onthouden. Een goed geheugen was dan ook zijn meest waardevolle bezit.

7. kledingwasser

De fullo was de Romeinse tegenhanger van een wasser en bleker. In de fullonica, de wasserij, waste hij de kleding van de Romeinen met een mengsel van water, ammoniak en zwavel. Die ammoniak kwam uit een opmerkelijke bron: menselijke en dierlijke urine, opgevangen in openbare baden en latrines. De kleding werd in grote vaten gegooid, waarna de fullones of hun slaven er met hun voeten op stampten om het textiel schoon te trappen.

Leestip: 8 bijzondere beroepen uit het Oude Egypte

Als alle vlekken verwijderd waren, werden de kleren met schoon water afgespoeld en boven een zwavelvuur te drogen gehangen. De zwaveldampen bleekte de kleren, waardoor deze weer vlekkeloos wit werden.

Hoewel het werk essentieel was, stond het beroep laag in aanzien vanwege de vieze werkomstandigheden. Toch konden de Romeinen niet zonder de fullones: omdat de meeste mensen geen eigen badkamer of stromend water hadden, was een bezoek aan de fullonica voor velen onvermijdelijk.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!