Toen archeologen even ten noorden van Angkor Thom, in het beroemde Archeologische Park van Angkor in Cambodja, aan hun opgravingen begonnen, verwachtten ze kleine voorwerpen als potscherven te vinden.
Maar wat ze op de achthonderd jaar oude vindplaats ontdekten, was een eeuwenoud, perfect bewaard gebleven standbeeld met een hoogte van bijna twee meter en een gewicht van 200 kilo. Het beeld werd op 30 juli gevonden, op de tweede dag van de opgravingen, die twaalf dagen zouden duren. Het archeologische onderzoek richtte zich op een kanaal dat verbonden was met de ruïnes van een twaalfde-eeuws hospitaal.
In een interview met de krant The Cambodian Daily omschreven archeologen van de APSARA (Authority for the Protection of the Site and Management of the Region of Angkor), de overheidsdienst die het Angkor-park beheert, de vondst als “iets wat je alleen in een film ziet.”
In een persverklaring van de APSARA staat dat het beeld op slechts veertig centimeter diepte in de grond lag begraven. Veel van de decoraties en de weergave van de kledij uit de periode zijn nog goed te zien, hoewel delen van beide benen ontbreken.
Wachter
Het kunstwerk is een gebeeldhouwde wachter, en omdat het beeld vlakbij de ruïnes van het oude hospitaal werd gevonden, denken de onderzoekers dat het waarschijnlijk bij de noordelijke ingang van Angkor Thom op het terrein van het ziekenhuis stond.
Volgens de APSARA liet koning Jayavarman VII in de twaalfde eeuw zo’n twaalf hospitalen bouwen. De hospitaalcomplexen bestonden uit houten gebouwen (die allang zijn vergaan en verdwenen) en stenen kapellen. Vier hospitalen in het gebied die al eerder waren geïdentificeerd, zijn herkenbaar aan hun tempelpoorten aan de west- en oostkant.
Vicedirecteur-generaal Tan Boun Suy van de APSARA verklaarde tegenover The Cambodian Daily ook dat ‘de heerschappij van Jayavarman VII in de zin van sociale programma’s echt opmerkelijk was’.
In de buurt werden ook begraven fragmenten van dakpannen en keramiek gevonden, wat volgens de archeologen wijst op de aanwezigheid van houten ziekenhuisgebouwen.
De Cambodjaanse koning Jayavarman VII heerste van 1181 tot 1220 over het Rijk van de Khmer. Op het hoogtepunt van zijn macht besloeg het Khmer-rijk ook grote delen van het moderne Thailand, Laos en Vietnam. Angkor Wat – de ‘hoofdstadtempel’ – werd oorspronkelijk gebouwd voor de hindoegod Vishnu, maar later aangepast aan het boeddhisme.
Het rijk verviel in de vijftiende eeuw, toen ook de stad Angkor Wat werd verlaten. (Lees hier hoe Angkor Wat onderging door klimaatverandering)
Geplunderde stad
Archeologen hebben de ontdekking van het standbeeld verwelkomd als een van de belangrijkste vondsten in de regio van de afgelopen jaren.
Angkor Wat is een van de meest indrukwekkende archeologische vindplaatsen van Zuidoost-Azië en met ruim twee miljoen bezoekers per jaar ook een van de populairste toeristenattracties in de regio.
Maar ondanks de grote populariteit van het gebied liggen nog veel voorwerpen onder de grond en werd het complex pas beveiligd nadat het in 1992 door de UNESCO in de Werelderfgoedlijst was opgenomen.
Veel van de beeldhouwwerken op de vindplaats werden vernietigd door het nietsontziende Cambodjaanse regime van de Rode Khmer; en na de ondergang van dat regime volgden nog eens jaren van plundering.
Naast onderzoeksteams onder auspiciën van de APSARA nam ook het ISEAS-Yusof Ishak Institute in Singapore deel aan de opgravingen, met medewerking van studenten uit Aziatische landen, de VS en Australië.
Het standbeeld zal naar het Norodom Sihanouk Museum in het park worden overgebracht en daar worden schoongemaakt en tentoongesteld.