LUXOR, EGYPTE
Het Egyptische ministerie van Oudheden kondigde vorige week aan dat in de graftombe van farao Toetanchamon is begonnen aan een derde ronde van radarmetingen met behulp van GPR-technologie (ground-penetrating radar). De hoop is dat de scans antwoord zullen geven op een vraag die onderzoekers al een tijdlang bezighoudt: liggen er achter de wanden van de wereldberoemde tombe verborgen vertrekken – mogelijk zelfs nóg een grafkamer, die ruim 3300 jaar lang onopgemerkt is gebleven?
Sinds archeoloog Howard Carter de graftombe en zijn fabelachtige schat aan kostbaarheden in 1922 in de Vallei der Koningen bij Luxor ontdekte, hebben experts de grafruimte altijd merkwaardig klein voor een farao gevonden. In de loop der jaren zijn verschillende theorieën over de tombe opgeworpen, maar in 2015 opperde egyptoloog Nicholas Reeves een wel heel opmerkelijke mogelijkheid: dat achter de noord- en westwand van het graf een mummie en ongekende schatten verborgen lagen, en wel van de stiefmoeder van Toetanchamon, de legendarisch mooie koningin Nefertiti.
Bij twee eerdere metingen van de grafkamer, in 2015 en 2016, waren de resultaten niet eensluidend en was men niet tot een duidelijke conclusie gekomen. Op advies van experts die in 2016 bijeen waren gekomen om de resultaten van de eerdere scans te bestuderen, gaf de Egyptische minister van Oudheden Khaled El Enany toestemming voor een derde, niet-invasieve GPR-scan. Met deze nieuwste metingen, onder auspiciën van de Polytechnische Hogeschool van Turijn, willen de onderzoekers erachter komen of achter de wanden inderdaad verborgen ruimten liggen.
Fascinerende aanwijzingen
Het idee van Reeves was gebaseerd op een uiterst gedetailleerde 3D-scan van de graftombe die in 2009 door de firma Factum Arte werd uitgevoerd. Aan de hand van die scan kon een exacte replica van de tombe worden gebouwd, die door toeristen bezocht zou kunnen worden. Toen Reeves de scans van de noord- en westmuur bestudeerde, meende hij naden te kunnen zien die wezen op openingen die naderhand waren dichtgemetseld en overgepleisterd. En die naden zouden ook twee andere, raadselachtige kenmerken kunnen verklaren.
In 1984 publiceerde egyptoloog Gay Robins een artikel over de verhoudingen van de figuren die op de wanden van de grafkamer waren geschilderd. Op de noordmuur waren ze afgebeeld in een raster van twintig vierkanten, terwijl ze op de andere drie wanden een raster van achttien vierkanten volgden. Robbins meende dat dit het gevolg was van de overhaaste inrichting van het graf, waarbij meerdere teams van muurschilders in twee verschillende tradities hadden gewerkt. Maar hadden de wanden ook op twee verschillende tijdstippen beschilderd kunnen worden – de eerste keer nadat het eerste graf was afgesloten en de tweede keer enkele jaren later, toen er een nieuw graf werd toegevoegd?
In 2012 merkten experts van het Getty Conservation Institute nog iets opvallends. De ondergrond van de noordwand was oorspronkelijk wit geschilderd maar later met gele verf overgeschilderd om overeen te komen met de andere drie wanden. Dateerde de witte ondergrond misschien uit de tijd van de eerste begrafenis en de overschildering uit de tijd van Toetanchamon?
Toen Reeves zijn hypothese naar voren bracht, onderzocht de toenmalige minister van Oudheden, Mamdouh El Damaty, de noordwand nog eens goed en zag een andere onregelmatigheid: een duidelijk verschil in de behandeling van een gedeelte van de wand. In de bovenste helft van dat gedeelte was de verf direct op de stenen rots geschilderd, terwijl de onderste helft op een ondergrond van pleisterwerk was aangebracht.
Al deze aanwijzingen waren voor El Damaty genoeg om begin november 2015 toestemming te geven voor een infraroodthermografie van een deel van de noordwand. Met deze beeldtechniek kunnen variaties in oppervlaktetemperaturen zichtbaar gemaakt worden, temperaturen die duidelijk verschillen tussen een solide wand van kalksteen en een tussenmuur met daarachter een lege ruimte. De beelden toonden fascinerende temperatuurverschillen tussen delen van de noordwand.
Later die maand gebruikte de Japanse radarexpert Hirokatsu Watanabe GPR-technologie om door de wanden van de grafkamer heen te kijken. De resultaten waren sensationeel en haalden wereldwijd de kranten. Watanabe meende dat hij achter de noord- en westwand lege ruimten kon zien liggen, en ook voorwerpen van metaal en organisch materiaal.
Maar veel egyptologen en GPR-experts hadden ernstige twijfels over de bevindingen van dat onderzoek, dus werd er in maart 2016 een tweede GPR-meting verricht. Ditmaal werd het werk gedaan door technici van National Geographic.
De verwachtingen waren hoog gespannen, maar de resultaten riepen ditmaal meer vragen dan antwoorden op. Met de scans werd gezocht naar wanden van dezelfde dikte als die Watanabe had gezien, maar niets in de beelden wees daarop – op of enig spoor van lege ruimten achter de noord- of westwand van Toetanchamons graftombe.
Met de resultaten van die metingen was het onderzoek in een impasse terechtgekomen. Het project had een nieuwe doorbraak nodig.
Ja of nee?
Bij de nieuwe, derde GPR-meting zal in meerdere sessies van elk vier uur alles op het gebied van radartechnologie uit de kast worden gehaald. De resultaten van deze scans moeten eindelijk antwoord geven op de vraag of er sprake is van verborgen ruimten of niet. Maar de wetenschappers manen tot voorzichtigheid, want GPR-scans registreren alleen ‘afwijkingen’ in de stenen wanden en er zal nog meer onderzoek nodig zijn om te kunnen zeggen of die afwijkingen daadwerkelijk op verborgen vertrekken wijzen.
Het huidige project is een wetenschappelijke samenwerking tussen Egypte en Italië en wordt gecoördineerd door de Italiaanse natuurkundige Francesco Porcelli van de Polytechnische Hogeschool van Turijn. Ook de Universiteit van Turijn en drie privébedrijven, Geostudi Astier, 3DGeoimaging en Terravision werken aan het project mee.
“Het is een voorrecht om deze gelegenheid geboden te worden en het is een voorrecht om zo’n bijzonder team te mogen coördineren,” zei Porcelli vorige week tijdens een pauze tussen de scans door tegen National Geographic.
Het GPR-team werkt ’s nachts, in de uren nadat de Vallei der Koningen en het graf van Toetanchamon voor het publiek zijn gesloten. In de krappe ruimten van de graftombe moeten de onderzoekers onder toeziend oog van Egyptische functionarissen zeer voorzichtig manoeuvreren met hun geavanceerde apparatuur; de wetenschappers willen hun metingen met de radarantennes zo dicht mogelijk op het muuroppervlak uitvoeren, zonder dat ze de schilderingen van de 3300 jaar oude tombe beschadigen.
Nadat de GPR-scans zijn uitgevoerd, zal het zeker enkele weken duren voordat ze zijn verwerkt en geanalyseerd. Als de resultaten het bestaan van lege ruimten achter de wanden bevestigen, zal dat het startsignaal zijn voor een nog spannender wetenschappelijk onderzoek om te bepalen wat (of wie) er achter de grafkamer van Toetanchamon verborgen ligt.