Volgens archeologen met wie National Geographic heeft gesproken, zijn aan de noordkust van Peru bewijzen gevonden voor het grootste kinderoffer in de Nieuwe Wereld waarvan ooit overblijfselen zijn ontdekt.
Ruim 140 kinderen en 200 kameelachtigen (soorten van de dierfamilie waartoe ook lama’s en alpaca’s behoren) lijken op rituele wijze te zijn gedood tijdens een ceremonie die zo’n 550 jaar geleden plaatsvond op een lage zandduin die uitkeek over de Stille Oceaan, in de buurt van de destijds uitgestrekte hoofdstad van het Chimú-rijk.
Het wetenschappelijk onderzoek door een internationaal en interdisciplinair team onder leiding van Gabriel Prieto van de Universidad Nacional de Trujillo en John Verano van de Tulane University is nog gaande. Het onderzoek wordt deels gefinancierd met beurzen van de National Geographic Society.
Menselijke offers onder de Azteken, Maya’s en Inca’s zijn opgenomen in het koloniale tijdperk van Spaanse kronieken en zijn gedocumenteerd in moderne wetenschappelijke opgravingen, maar deze ontdekking van een massagraf met kinderoffers is ongekend in Amerika - en zelfs in de hele wereld. Vooral omdat het de vrij onbekende precolumbiaanse Chimú betreft.
“Ik had nooit verwacht dit tegen te komen,” zegt Verano, een fysische antropoloog die al meer dan 30 jaar in die regio werkt. “En ik denk niet dat iemand anders dit wel zag aankomen.”
Gruwelijk einde
De plek waar de kinderoffers plaatsvonden, die formeel Huanchaquito-Las Llamas wordt genoemd, bevindt zich op een lage duin op zo’n driehonderd meter van de kust, in het midden van een bouwplaats waar betonnen woningen verrijzen. Achthonderd meter verder naar het zuiden bevindt zich het UNESCO-Werelderfgoed van Chan Chan, de oude hoofdstad van de Chimú-cultuur, en buiten de muren daarvan ligt de huidige provinciehoofdstad Trujillo.
Op zijn hoogtepunt bestond het Chimú rijk uit 950 kilometer langs de Pacifische kust en valleien van de moderne Peru-Ecuadorgrens tot aan Lima.
Alleen de Inca’s hebben over een groter rijk geheerst dan de Chimú. Een overmacht aan Inca-krijgers maakte in het jaar 1475 een einde aan de heerschappij van de Chimú en dwong de koning een vazal van de Inca’s te worden.
In 2011 haalde de vindplaats Huanchaquito-Las Llamas voor het eerst de krantenkoppen, toen de stoffelijke resten van 42 kinderen en 76 kameelachtigen werden ontdekt tijdens noodopgravingen onder leiding van een van de medeauteurs van de nieuwe studie, Gabriel Prieto. Prieto was iets verderop bezig met het blootleggen van een 3500 jaar oude tempel toen plaatselijke inwoners hem attent maakten op stoffelijke resten die door erosie uit de naburige zandduinen tevoorschijn kwamen.
Toen de opgravingen in Las Llamas in 2016 werden afgesloten, waren de stoffelijke resten van ruim 140 kinderen en 200 kameelachtigen blootgelegd. Stukken touw en stof die in de graven werden gevonden, konden met behulp van koolstofdatering tussen 1400 en 1450 na Chr. worden gedateerd.
De skeletresten van zowel de kinderen als de dieren vertoonden diepe insneden in de borst en verbogen en gebroken ribben, sporen die overeenkomen met de mogelijkheid dat de harten uit de slachtoffers en offerdieren zijn verwijderd.
De stoffelijke resten van drie volwassenen, een man en twee vrouwen, zijn gevonden vlakbij de kinderen en dieren. Door tekenen van verwondingen aan het hoofd en het gebrek aan giften aan het graf denken de onderzoekers dat ze een bepaalde rol bij de offers hebben gespeeld en kort erna afgemaakt werden.
De 140 kinderen varieerden in leeftijd van 5 tot ongeveer 14 jaar en de meerderheid van de kinderen was tussen de 8 en 12 jaar; de meeste waren met het hoofd naar het westen, richting de oceaan, begraven. De kameelachtigen, waarschijnlijk lama’s, waren minder dan anderhalf jaar oud en grotendeels met de kop naar het oosten begraven, richting de hoge bergen van de Andes.
Verspreide voetafdrukken
De onderzoekers denken dat alle menselijke en dierlijke slachtoffers tijdens één enkele ceremonie werden geofferd. Ze wijzen daarbij op de opgedroogde laag modder die is aangetroffen in het oostelijke en minst verstoorde gedeelte van de vindplaats met een oppervlakte van zevenhonderd vierkante meter. De laag modder moet ooit de gehele zandduin hebben bedekt waarop het offerritueel plaatsvond, waarna hij werd omgewoeld bij het graven van de grafkuilen en de daaropvolgende offers.
Archeologen ontdekten voetsporen van volwassenen op sandalen en kinderen op blote voeten die bewaard zijn gebleven, en ook pootafdrukken van jonge kameelachtigen en honden. Daarbij zijn ook diepe slipsporen aangetroffen, wat erop wijst dat de jonge dieren al tegenspartelend naar de offerplaats werden gesleept.
De analyse van de voetsporen stelt de archeologen ook in staat om de offerprocessie te reconstrueren: het lijkt erop dat kinderen en dieren vanaf de noordelijke en zuidelijke rand van de zandduin naar de offerplek werden gevoerd en in het centrum van de vindplaats werden geofferd en begraven. De lichamen van enkele kinderen en dieren werden gewoon in de natte modder achtergelaten.
Ongekend ritueel?
Als de bevindingen van de archeologen juist zijn, is Huanchaquito-Las Llamas het wetenschappelijke bewijs voor het grootste kinderoffer in de Nieuwe Wereld en mogelijk zelfs in de hele wereld.
Tot nu toe was het grootste kinderoffer waarvan fysieke resten zijn ontdekt, de rituele moord en begrafenis van 42 kinderen in de Templo Mayor van de Azteekse hoofdstad Tenochtitlán (nu Mexico-City).
In de afgelopen tientallen jaren hebben onderzoekers meer bewijzen van mensenoffers in de precolumbiaanse Andes gevonden, van afzonderlijke kinderoffers tijdens rituelen op de top van een berg bij de Inca’s tot ceremoniën waarbij tientallen of zelfs honderden kinderen en volwassenen gezamenlijk werden geofferd.
Verano benadrukt dat zulk sterk bewijs voor opzettelijke, massa-offers zoals het bewijs bij Las Llamas extreem zeldzaam is in archeologische context.
Analyse van de resten van Las Llamas tonen dat zowel kinderen als lama’s gedood zijn door consistente en efficiënte snedes in het borstbeen. Gebrek aan aarzeling indiceert dat ze door getrainde handen zijn gepleegd.
“Het is rituele moord en het gebeurde heel systematisch,” zegt Verano.
Mensenoffers hebben in culturen overal ter wereld plaatsgevonden en wetenschappers denken dat dit gebruik een belangrijke rol in de ontwikkeling van complexe samenlevingen kan hebben gespeeld, waarbij elites door middel van sociale stratificatie controle over de bevolking konden uitoefenen.
Maar in de meeste samenlevingsvormen waarin sprak is van mensenoffers, ging het om de rituele doding van volwassenen, zegt Joseph Watts, postdoctoraal onderzoeker aan de University of Oxford en het Max-Planck-Institut für Menschheitsgeschichte in het Duitse Jena.
“Ik denk dat het zeker veel lastiger is om kinderoffers te verklaren,” zegt hij. “Vooral vanuit een persoonlijk standpunt.”
Onderhandelen met hogere machten
Maar het op grote schaal offeren van uitsluitend kinderen en jonge kameelachtigen, zoals dat in Las Llamas plaatsvond, lijkt een fenomeen te zijn waarvan nog niet eerder archeologisch bewijs is gevonden. Dat roept meteen de vraag op: wat moet de Chimú tot deze wandaad hebben gebracht?
Prieto geeft toe dat dit vaak de eerste vraag is die hij krijgt te horen wanneer hij zijn onderzoek bij Las Llamas met wetenschappelijke collega’s en in de lokale community deelt.
“Wanneer mensen horen wat er is gebeurd en op welke schaal dit is, is het eerste wat ze vragen waarom.”
De modderlaag die bij de opgravingen werd ontdekt, kan volgens de onderzoekers zelf ook een aanwijzing zijn. Ze denken dat de modder het gevolg was van zware regenval en overstromingen in dit normaliter droge kustgebied. Waarschijnlijk werden zulke omstandigheden veroorzaakt door een El Niño-achtig weersfenomeen.
De hogere zeetemperaturen die kenmerkend zijn voor een El Niño-episode moeten de visserij langs de kust hebben verstoord, terwijl de wijdvertakte infrastructuur van irrigatiekanalen die de Chimú hadden aangelegd, door overstromingen kan zijn weggevaagd.
Enkele tientallen jaren na de offers van Las Llamas werd het Chimú-rijk door de Inca’s veroverd.
Haagen Klaus, professor in de antropologie aan de George Mason University, heeft in de Lambayeque-vallei in Peru enkele van de vroegste bewijzen voor kinderoffers in de regio blootgelegd, op de vindplaats van Cerro Cerillos, die tussen de tiende en twaalfde eeuw kan worden gedateerd. De bio-archeolooog, die niet was betrokken bij het Las Llamas-project, denkt dat samenlevingen langs de noordkust van Peru hun toevlucht tot kinderoffers moeten zijn gaan nemen toen het offeren van volwassenen niet voldoende bleek om de steeds terugkerende verwoestingen als gevolg van El Niño-episoden af te wenden.
“Mensen offeren dat wat voor hen het meest waardevol is,” legt hij uit.
“Het kan zijn dat ze merkten dat volwassen mensenoffers geen effect hadden. Toen het weer begon te regenen, zagen ze wellicht de noodzaak voor een nieuwe vorm van offergave.”
“Zonder een tijdmachine is het onmogelijk om het zeker te weten,” zegt Klaus, die de ontdekking in Las Llamas van groot belang noemt omdat ze ons meer inzicht biedt in het geritualiseerde geweld van mensenoffers bij de Andes-culturen en in de gevarieerdheid ervan.
“Het idee bestaat dat een ritueel offer een soort contract is om iets van bovennatuurlijke machten gedaan te krijgen. Maar in werkelijkheid is het een veel complexere poging om met hogere machten in onderhandeling te treden en om die machten met levende mensen te manipuleren.”
Hoeveel slachtoffers worden nog gevonden in de toekomst?
Het wetenschappelijk team dat onderzoek doet naar de mensenoffers van Las Llamas, is nu bezig het levensverhaal van de slachtoffers zo nauwgezet mogelijk te reconstrueren: wie waren zij en waar kwamen ze vandaan?
Hoewel het lastig is om bij zulke jonge slachtoffers op basis van skeletresten de sekse vast te stellen, wijst voorlopig DNA-onderzoek erop dat zowel jongens als meisjes werden geofferd. En uit isotopenanalyses blijkt dat ze niet allemaal uit de plaatselijke bevolking afkomstig waren, maar waarschijnlijk uit alle uithoeken van het Chimú-rijk kwamen.
Het idee dat de kinderen uit afgelegen gebieden binnen de invloedssfeer van de Chimú naar deze kuststreek werden gebracht, blijkt ook uit aanwijzingen voor opzettelijke schedelvervorming, een gebruik dat in deze periode in bepaalde hooggelegen gebieden voorkwam.
Sinds de ontdekking bij Las Llamas heeft het researchteam archeologisch bewijsmateriaal ontdekt rond Huanchaco dat wijst op soortgelijke plekken waar massa-offers van kinderen en lama’s hebben plaatsgevonden. Deze locaties krijgen support van National Geographic Society voor verder onderzoek.
“Las Llamas is nu al een unieke site in de wereld en het doet je afvragen hoeveel meer van dit soort locaties er in de buurt zijn voor toekomstig onderzoek,” zegt Prieto.
“Dit is misschien wel het topje van de ijsberg.”