Menselijke beenderen liggen verspreid over de oever van het Roopkundmeer in de Himalaya

Het afgelegen Roopkund-meer in de Indiase Himalaya herbergt een van de griezeligste geheimen van de archeologie: de skeletten van zo’n achthonderd mensen. In een nieuwe studie die onlangs in het tijdschrift Nature Communications is gepubliceerd, proberen onderzoekers te achterhalen wat er bij het ‘Skelettenmeer’ is gebeurd – maar hun bevindingen roepen meer vragen op dan ze beantwoorden.

Een kleine twintig jaar geleden kwam uit voorlopig DNA-onderzoek naar voren dat de mensen die in het Roopkund-meer zijn omgekomen, van Zuid-Aziatische oorsprong waren en dat de koolstofdateringen van de skeletten allemaal rond het jaar 800 vallen, een teken dat de slachtoffers bij één enkele gebeurtenis zijn omgekomen.

Maar die hypothese wordt nu op z’n kop gezet door de volledige analyse van DNA uit de resten van 38 skeletten. Uit de resultaten blijkt dat het Roopkund-meer de skeletten van 23 mensen uit Zuid-Azië bevat, maar dat zij bij één of meerdere gebeurtenissen tussen de zevende en tiende eeuw zijn omgekomen. Bovendien bevat het meer een andere groep van veertien slachtoffers die daar duizend jaar later omkwamen, waarschijnlijk bij één enkele gebeurtenis.

In tegenstelling tot de Zuid-Aziatische skeletten kan de latere groep in het Roopkund-meer in verband worden gebracht met een Mediterrane herkomst – waarschijnlijk uit Griekenland en Kreta. (Een ander individu dat in dezelfde tijd als de Mediterrane groep omkwam, had Oost-Aziatische roots.) Geen van de onderzochte personen waren onderling verwant, en isotopenanalyse bevestigt dat de Zuid-Aziatische en Mediterrane groepen er verschillende diëten op nahielden.

Maar wat deed een Mediterrane groep mensen bij het Roopkund-meer en hoe kwamen ze aan hun einde? De onderzoekers weten het niet en kunnen hooguit met hypotheses komen.

“We hebben alle mogelijke genetische herkomsten voor de skeletten uit het Roopkund-meer proberen te vinden, maar we kunnen geen antwoord vinden op de vraag waarom mensen uit het Middellandse-Zeegebied naar dit meer kwamen en wat ze daar deden,” schrijft Niraj Rai, archeogeneticus aan het Birbal Sahni Institute of Palaeosciences in Lucknow, India, en een van de auteurs van het nieuwe onderzoek, in een e-mail.

Afschuwelijk tafereel

Het mysterie van het Roopkund-meer grijpt zelfs de professionals naar de keel. In de jaren vijftig omschreef een onderzoeker de plek op een Indiase radiozender als een “afschuwelijk tafereel dat ons allemaal naar adem deed snakken.” En sindsdien hebben talloze wetenschappers proberen uit te zoeken wie de mannen en vrouwen in het Roopkund-meer waren en waarom ze stierven.

De doodsoorzaak van de slachtoffers is nog altijd niet vastgesteld. Het is onwaarschijnlijk dat ze bij een veldslag zijn omgekomen, want de skeletten zijn zowel mannelijk als vrouwelijk en er werden geen wapens gevonden. De slachtoffers waren ook gezond toen ze stierven, wat de mogelijkheid van een epidemie of hongersnood uitsluit.

Maar er bestaat de kans dat de gebeurtenis waarbij deze slachtoffers zijn omgekomen, in een plaatselijk volksliedje wordt herdacht. In het lied wordt beschreven hoe een koninklijke processie tijdens de Raj Jat – een bedevaart die in dit deel van India elke twaalf jaar ter ere van de godin Nanda Devi wordt gehouden – over gewijde grond kwam en die door de aanwezigheid van dansende meisjes ontheiligde. Een in toorn ontstoken Nanda Devi trof de groep daarop met “ijzeren ballen” die ze vanuit de hemel op de processie wierp.

Een interessante hypothese is dat de slachtoffers in het Roopkund-meer in een zware hagelstorm tijdens een Raj Jat omkwamen. Tussen de resten zijn naar verluidt ook parasols gevonden van het type dat tijdens processies werd gebruikt, en sommige slachtoffers vertonen tekenen van niet-geheelde breuken, wat op de inwerking van grote hagelstenen (de dodelijke ‘ijzeren ballen’ uit het lied) zou kunnen duiden.

Om dat en andere mogelijke scenario’s te testen voerde een internationaal team van onderzoekers DNA-analyses op de resten in het Roopkund-meer uit. Het team had geen vooropgezette verwachtingen over de herkomst van de slachtoffers in het Roopkund-meer, maar de onderzoekers waren niettemin verrast dat ze in de Indiase Himalaya sporen van een Mediterrane afkomst aantroffen.

“Toen we de resultaten binnenkregen, was het superduidelijk dat dit geen mensen met de gebruikelijke Zuid-Aziatische afkomst waren,” zegt Éadaoin Harney, onderzoeker van de vakgroep voor organisme- en evolutiebiologie aan de Harvard University en medeauteur van het nieuwe onderzoek. “Iets wat we totaal niet hadden verwacht.”

Nam de Mediterrane groep deel aan de Raj Jat-bedevaart en bleven deze mensen lang genoeg om op die plek aan hun einde te komen? Volgens William Sax, hoofd van de afdeling antropologie van de Ruprecht-Karls-Universität Heidelberg en auteur van een boek over deze bedevaart, zou zo’n scenario “nergens op slaan.”

Sax heeft het meer driemaal bezocht – de laatste keer in 2004 om er een documentaire voor National Geographic Channel te maken – en zegt dat moderne pelgrims weinig aandacht besteden aan het Roopkund-meer.

“Wanneer pelgrims het Roopkund-meer bezoeken, doen ze dat om zich te verzamelen voor een veel verdere reis, dus houden ze hier korte tijd halt om zogezegd een beetje eer te betuigen aan de plek, maar dit meer heeft nooit een belangrijke rol in de eigenlijke bedevaart gespeeld en zal dat ook nooit doen,” zegt hij. “Het is het soort duistere en smoezelige plek waar je even je hoofd buigt en dan snel weer verdergaat.”

De onderzoekers zijn van plan om het mysterie van het Roopkund-meer verder te ontrafelen: volgens Rai zal volgend jaar opnieuw een expeditie naar het onherbergzame gebied vertrekken om onderzoek te doen naar voorwerpen die in samenhang met de skeletten zijn gevonden.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com.