Vanaf halverwege van de achtste eeuw v.C. werd Athene geregeerd door een handvol clans van aristocratische families. Deze zogenoemde archonten waren landeigenaren en oefenden de uitvoerende macht uit. Ze hadden controle over de rechtbank en de militairen die de stad beschermden, en ze heersten over een volk van boeren, arbeiders en slaven.

Verzet tegen de aristocratie

In de zevende en zesde eeuw v.C. namen sociale spanningen toe. Een nieuwe klasse van handelaren en handwerkslui ging zich verzetten tegen de uitbuiting door de elite. Ze eisten dat magistratenposten, die tot dan uit­sluitend door aristocraten werden bezet, ook toegankelijk werden voor de rest van de bevolking.

Grote politieke hervormingen wer­den doorgevoerd door Solon, die rond 594 v.C. was verkozen tot ‘wetgever’ en mediator. Hij stelde onder meer een volksvergadering (ekklèsia) in voor de middenklasse, hoewel de aristocratische families hun privileges in de rechtbank behielden. De conflicten hielden aan.

Hulp van het orakel van Delphi

Een paar decennia later greep de Atheense aristocraat Peisistratos de macht als tiran. Op dat moment verschijnt ook een persoon op het toneel die beslissend zou zijn voor de triomf van de democratie in Athene: Cleisthenes.

Cleisthenes behoorde tot de adellijke familie van de Alcmaeoniden, een van de geslachten die van oudsher regeerden in de Atheense politiek. De Alcmaeoniden hadden Solon gesteund en verkondigden graag dat ze hadden gevochten voor de Atheense vrijheden, maar hun houding tegenover de tirannie was dubbelzinnig. Ze hadden goede relaties met tirannen van andere steden en gedurende de eerste regeringsjaren van Peisistratos probeerden ze de macht met hem te delen. Later kwa­men ze in opstand. Toen Peisistratos ze in het jaar 546 v.C. versloeg, werden de Alcmaeoniden, inclusief de jonge Cleisthenes, verbannen.

Ruim dertig jaar later voerde Hippias, de zoon van Peisistratos, de onderdrukking van de bevolking op. Cleisthe­nes en zijn familie kozen volle­dig voor de oppositie tegen de tiran. Na een mislukte veldtocht, besloten ze de hulp in te schakelen van het orakel in Delphi. Herodotus schrijft: ‘De Atheners hadden haar omgekocht met geld, zodat ze telkens wanneer de Spartanen kwamen om het orakel te raadplegen, zou zeggen dat het de wil van de goden was om Athene te bevrijden.’ De Spartanen gehoorzaamden en wierpen de tirannie van Athene omver. Hippias vertrok naar de regio van Troje, waar hij zou rege­ren als vazal van de Perzen.

Democratie versus oligarchie

Na de verdrijving van de tiran waren er volgens Herodotus twee partijen in Athene: ‘Cleisthenes, van de familie van Alcmaeoniden (...) en Isago­ras, zoon van Tisandros, van een illustere afkomst (...). Beiden waren de leiders van de twee facties in de stad.’

Zij verte­genwoordigden twee tegenstrijdige politieke ideologieën: Cleisthenes stelde een reeks demo­cratische hervormingen voor. Isagoras verzette zich hiertegen en riep de tussenkomst van Sparta in. De Spartanen verdreven de partij van Cleisthenes en probeerden een oligarchie te vestigen in Athene. Ze schaften de ekklèsia af en gaven de volledige macht aan een raad van driehonderd aanhangers van Isagoras.

Maar ze hadden het prodemocratische sentiment in Athene onderschat. De bevolking kwam in opstand en eisten dat de Spartanen de stad zouden verlaten.

De hervormingen van Cleisthenes

Zo zwichtte de oligarchie. Het volk koos voor Cleisthenes, die tussen de jaren 507 en 501 v.C. de Atheense staat hervormde. Om sociale conflicten te verminderen en de macht van de aristocratie in te perken, voerde hij radicale hervorming door.

Zo introduceerde Cleisthenes een nieuwe verdeling van het volk in tien stammen (phylai). Hij verhoogde het aantal leden van de boulè, de raad die was gecreëerd door Solon, tot vijfhonderd: vijftig voor elke stam. Hij kende de ekklèsia een gro­tere macht toe en verdeelde de posities van de magistraten door verkiezingen. Het belangrijk­ste idee van de hervormingen van Cleisthenes was de isonomia, de gelijkheid van burgers, een term die in de toekomst zou worden gezien als de basis van de Atheense democratie.