In de jaren tachtig van de zeventiende eeuw ging in Parijs een hardnekkig gerucht rond. Een onbekende man zat opgesloten op bevel van koning Lodewijk XIV, ook wel bekend als de Zonnekoning. Het intrigerendste detail: de gevangene droeg altijd een masker, waardoor niemand zijn gezicht kon zien. Wie was deze geheimzinnige figuur die in stilte tientallen jaren gevangen zat, en waarom moest zijn identiteit koste wat kost verborgen blijven?

Een mysterieuze gevangene

In 1687 meldde een Frans nieuwsblad dat de gemaskerde gevangene werd overgebracht naar het fort op Île Sainte-Marguerite, vlak voor de kust van Cannes. Zijn bewaker was de oud-musketier Bénigne Dauvergne de Saint-Mars, die hem eerder al had bewaakt in de bergforten Pinerolo en Exilles.

Tien jaar later herhaalde de geschiedenis zich: toen Saint-Mars gouverneur werd van de Bastille in Parijs, nam hij de gemaskerde gevangene opnieuw mee. Een medewerker van de gevangenis beschreef later hoe hij verbaasd toekeek toen zijn nieuwe superieur arriveerde met een gevangene ‘die altijd een masker moet dragen en wiens naam niet wordt genoemd’.

In november 1703 stierf de mysterieuze gedetineerde. Hij werd begraven op de Saint-Paul-begraafplaats onder de naam Marchialy. Zijn bezittingen gingen in vlammen op, zijn cel werd schoongekrabd en opnieuw gewit – alsof men alle sporen wilde uitwissen.

Een koninklijk familielid?

Dat leidde tot veel geruchten. Was de gemaskerde man een lid van de koninklijke familie? Sommigen geloofden dat het ging om Lodewijk van Bourbon, de zoon van Lodewijk XIV en diens minnares Louise de la Vallière. De jongen was verbannen nadat hij was betrapt op homoseksualiteit. Volgens sommigen was zijn dood bij het beleg van Kortrijk in 1683 slechts in scène gezet.

Leestip: Hoe Lodewijk XIV betrokken raakte bij Frankrijks grootste gifschandaal

Anderen dachten aan Frans van Bourbon, de hertog van Beaufort en neef van de koning. Hij sneuvelde in 1669 op Kreta, maar omdat zijn lichaam nooit werd teruggevonden, ging het gerucht dat hij heimelijk gevangen was gezet.

Propaganda en politiek

Het verhaal werd gretig gebruikt door politieke tegenstanders van de Zonnekoning. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, verwikkeld in oorlog met Frankrijk, verspreidden pamfletschrijvers het gerucht dat de gevangene een minnaar van de koningin-moeder was – of zelfs de biologische vader van Lodewijk XIV.

Leestip: De luguberste bezienswaardigheid van Parijs: de catacomben

Ook in Frankrijk zelf doken nieuwe theorieën op. Zo zou de gevangene een bastaardbroer van de koning zijn, geboren uit een geheime verhouding van zijn moeder Anna van Oostenrijk. Anderen fantaseerden dat het masker een straf was voor minnaars van Lodewijks echtgenote Maria Theresia van Oostenrijk.

Voltaire en de Verlichting

In de achttiende eeuw werd de man met het ijzeren masker een symbool voor de tirannie van het absolutisme. Filosofen, schrijvers en revolutionairen grepen het verhaal aan om de macht van de monarchie te bekritiseren.

Voltaire, die zelf in de Bastille gevangen had gezeten, schreef in Le siècle de Louis XIV (1751) dat de gevangene altijd een masker droeg met ‘ijzeren scharnieren bij de kin, zodat hij kon eten’. Hij beschreef hem als een jongeman van voorname afkomst, verfijnd van manieren en zelfs muzikaal – hij speelde gitaar. Het beeld dat Voltaire schetste, maakte het mysterie groter dan ooit.

De legende volgens Dumas

Het was Alexandre Dumas die de legende een romantisch karakter gaf. In De burggraaf van Bragelonne (1848) beschreef hij de gevangene als de tweelingbroer van Lodewijk XIV. Dat idee – dat de koning zijn eigen broer liet opsluiten om zijn macht te beschermen – bleef hangen en groeide uit tot de populairste versie van het verhaal.

Leestip: Hoe twee Engelse prinsjes vermist raakten in de Tower of London

Andere schrijvers kwamen met nog wildere theorieën: van de samenzweerder Chevalier de Rohan tot de dwerg Nabo, een hofdienaar die de koningin zou hebben bezwangerd. Hoe ongeloofwaardiger, hoe beter het verhaal bleef leven.

Mythe of werkelijkheid?

Toch denken historici dat de waarheid minder spectaculair is. Een veelgenoemde kandidaat is Nicolas Fouquet, de voormalige minister van Financiën. Hij werd in 1661 veroordeeld voor corruptie en opgesloten in Pinerolo, dezelfde gevangenis waar de gemaskerde later zat. Officieel stierf Fouquet in 1680, maar volgens sommigen werd zijn dood geveinsd.

Leestip: Hoe kinderontvoeringen in 1750 voor een burgeropstand zorgden in Parijs

Een andere, waarschijnlijkere mogelijkheid is Eustache Dauger, een kamerdienaar die te veel wist van geheime onderhandelingen tussen Frankrijk en Engeland. Hij belandde in Pinerolo en werd daar bediende van Fouquet. Na diens dood werd Dauger nooit vrijgelaten, maar in het diepste geheim vastgehouden. Om zijn identiteit te beschermen, zou hij bij verplaatsingen een masker hebben gedragen – misschien van fluweel, misschien van ijzer.

Of de man met het masker werkelijk een koninklijk familielid, een verrader of slechts een bediende was, blijft onzeker. Vaststaat dat zijn bestaan eeuwenlang de verbeelding heeft gevoed. Waar de feiten schaarser zijn, vullen mythen het gat. En soms is de legende mooier – en hardnekkiger – dan de werkelijkheid.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!