In de Tweede Wereldoorlog stalen de Duitsers duizenden kunstvoorwerpen uit heel Europa. Sommige geroofde stukken werden decennia later pas teruggevonden, zoals het olieverfschilderij Damesportret dat eind augustus werd ontdekt in Argentinië. Maar ook tijdens de oorlog zetten geallieerde kunstdetectives al alles op alles om belangrijke kunstschatten uit handen van de nazi’s te houden. Die inzet leverde ze de bijzondere bijnaam ‘Monuments Men’ op. Hoe gingen zij te werk?
De Monuments Men
In 1943 richtte de Amerikaanse president Roosevelt de Monuments, Fine Arts and Archives Section (MFAA) op. Deze eenheid bestond uit een kleurrijk gezelschap van ongeveer vierhonderd kunstminnende militairen, kunsthistorici, professoren en museumcuratoren.
Hun missie omvatte het opsporen en vinden van (vermiste) kunstwerken, het repareren van beschadigde monumenten en het retourneren van gestolen kunstvoorwerpen aan hun oorspronkelijke eigenaar. Een uitdagende taak, omdat in de chaos van de Tweede Wereldoorlog vrijwel niemand precies wist welke werken er ontvreemd waren én aan wie deze toebehoorden.
Aan de frontlinie
De Monuments Men werden actief bij militaire operaties betrokken. Zo hoorden ze vaak tot de eerste troepen die een veroverde stad binnentrokken. Eenmaal aangekomen snelden ze naar bekende kunstwerken toe, om ze veilig te stellen of geïmproviseerd te repareren.
Vervolgens werden aan kerken en monumenten posters opgehangen om troepen te waarschuwen deze plekken te ontzien. Het werk in de frontlinie was niet zonder gevaar, en zeker twee Monuments Men sneuvelden tijdens hun werkzaamheden.
Leestip: Wojtek, de beer die meevocht in het Poolse leger
Op de achtergrond zetten de Monuments Men zich in om hun militaire collega’s van advies en kennis te voorzien, met als doel om schade aan kunst en cultuur te beperken. Zo werden er luchtfoto’s gemaakt, waarop werd aangegeven waar monumenten en plaatsen van culturele waarde zich bevonden. Luchtmacht en artillerie probeerden deze plaatsen zo veel mogelijk te ontzien. Daarnaast werd er een handboek over de omgang met kunstvoorwerpen en monumenten gemaakt, dat aan de troepen uitgedeeld werd.
Internationaal protest
Cultureel erfgoed werd dus zo veel mogelijk gespaard, maar dat lukte in de praktijk niet altijd. Zo werd in 1944 de eeuwenoude abdij van Monte Cassino in Italië door de geallieerden verwoest. Ze waren er na drie maanden twijfelen van overtuigd geraakt dat de Duitsers de abdij als uitkijkpost gebruikten – dit bleek niet zo te zijn. Het vernietigen van de abdij leidde tot grote internationale protesten.
Vermeer, Breughel en Rembrandt
Tussen 1943 en 1946 slaagden de Monuments Men erin om tienduizenden kunstvoorwerpen te vinden, te repareren en te retourneren. Sommige kunstvoorwerpen werden in SS-kantoren en depots gevonden, maar het leeuwendeel van de geroofde kunst werd door de nazi’s diep in Duitsland verborgen.
Zo werden in april 1945 in Slot Neuschwanstein duizenden schilderijen en juwelen gevonden. Ook in Berchtesgaden, het buitenverblijf van Hitler en Göring, vonden de geallieerden geroofde tapijten, juwelen, beelden en schilderijen.
Leestip: Hoe crystal meth de Duitse oorlogsmachine in de Tweede Wereldoorlog op volle toeren bracht
In diezelfde maand ontdekten de Monuments Men dat er in de mijnen van Altaussee (Oostenrijk) en Merkers (Duitsland) en duizenden schilderijen, staven goud, beelden en andere voorwerpen verborgen waren. Zo lagen er onder meer het Gentse altaarstuk van de gebroeders Van Eyck, Michelangelo’s Madonna met kind en werken van Breughel, Vermeer en Rembrandt opgeslagen.
De meeste werken verkeerden door de donkere, koele en droge omstandigheden in de mijnen in goede staat. De nazi’s gaven opdracht om de kunst in de mijn van Altaussee op te blazen, maar de mijndirecteur blies slechts de ingang op, waardoor de kunstvoorwerpen veilig lagen opgeborgen tot de komst van de geallieerden.
Nog niet alles is teruggevonden
Tegenwoordig zet de stichting The Monuments Men Foundation for the Preservation of Art het werk van en de herinnering aan de Monuments Men voort. Er wordt nog steeds gezocht naar gestolen kunst om deze aan de rechthebbenden terug te kunnen geven.
Leestip: Zeldzame archieffoto's uit de Tweede Wereldoorlog
Ondanks de inzet van de stichting zijn er nog steeds enkele meesterwerken spoorloos, waaronder Portret van een jonge man van Rafael en Schilder op de weg naar Tarascon van Vincent van Gogh. Deze kunstwerken staan tegenwoordig nog altijd op de lijst van verdwenen en gezochte kunstwerken.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!