Het schoonheidsideaal van vrouwen is door de eeuwen heen ingrijpend veranderd. Wat vandaag de dag als aantrekkelijk wordt beschouwd, werd in andere tijdvakken vaak heel anders beoordeeld. Zo golden er in middeleeuws Europa (circa 500 tot 1500 n.C.) heel andere schoonheidsidealen dan nu – al waren ze voor vrouwen van toen even lastig te bereiken als nu. Welke waren dat in de Middeleeuwen?
Een andere kijk op schoonheid
In de Vroege Middeleeuwen werd uiterlijke schoonheid niet zo belangrijk geacht. Het geloof speelde een belangrijke rol en het leven op aarde werd gezien als vergankelijk. Er werd daarom over het algemeen minder waarde gehecht aan aardse zaken, zoals het uiterlijk.
Sterker nog, dit werd in sommige gevallen zelfs als zondig gezien. Men kleedde zich ingetogen om zich te richten op waar het leven werkelijk om draait: het belijden van het geloof. Dat gold zowel voor boeren als de elite.
Leestip: Hoe dieren in de Middeleeuwen werden berecht voor moord en misdaad
In de Late Middeleeuwen veranderde dat: de toenemende welvaart bracht nieuwe schoonheidsidealen met zich mee. Een peervormig figuur met hoge, kleine borsten, brede heupen, een groot achterwerk, afhangende schouders en een bolle buik (alsof de vrouw zwanger was) werd als mooi beschouwd.
Daarnaast gaf men de voorkeur aan een zeer witte huid en blond haar. De wenkbrauwen en de natuurlijke haarlijn werden ver naar achteren getrokken om een hoog voorhoofd te creëren. Make-up was absoluut uit den boze en werd voornamelijk gebruikt door toneelacteurs en sekswerkers. Vrouwen die make-up droegen, liepen het risico als heks te worden bestempeld.
Mode voor de elite
De elite kleedde zich naar dit schoonheidsideaal. Het bovenlichaam werd strak ingesnoerd, waardoor de borsten hoog op het lichaam werden gedrukt. Voor de rok gebruikte men veel stof, vaak licht gerimpeld, zodat het leek alsof er een bolle buik onder zat.
Die overvloed aan stoffen was geen willekeur. Kleding was een statussymbool. Hoe meer stof men gebruikte, hoe duidelijker zichtbaar werd dat iemand veel te besteden had en niet hoefde te werken op het land.
Leestip: Welke kleding droeg men in de Middeleeuwen? ‘Schoenen werden zo’n zes keer per jaar vervangen’
Voor de meeste mensen in de Middeleeuwen was modieuze kleding buiten bereik. Ze hadden geen tijd of financiële middelen en kozen juist voor praktische kledij om op het land fysieke arbeid te verrichten.
Zwaarlijvigheid
In de Middeleeuwen was zwaarlijvigheid een teken van succes. Het was een blijk van macht en veel koningen waren dan ook beroemd om hun enorme omvang, onder wie Willem de Veroveraar, Sancho I van León en Lodewijk VI ‘de Dikke’.
Ook bij vrouwen werd een voller uiterlijk gewaardeerd, vooral onder de adel. In het beroemde Franstalige liefdesgedicht Roman de la Rose uit de dertiende eeuw waren de mooie vrouwen degenen van grote omvang, terwijl slankheid in verband werd gebracht met hebzucht en verdriet: ‘Gruwelijke en ijzige vrouwen, vies en lelijk, zo afschuwwekkend dat het leek of ze doodgingen van de honger, alsof ze hadden geleefd op enkel nat brood.’
Leestip: Liefde en lust in de Middeleeuwen: zo ging het eraan toe tussen de lakens
Voor de meeste vrouwen in de Middeleeuwen was het nauwelijks haalbaar om aan dit schoonheidsideaal te voldoen. Met een sober dieet en dagen vol zware landarbeid was het voor hen vrijwel onmogelijk om aan te komen. Voor vrouwen van de elite was dit makkelijker. Hun leven speelde zich grotendeels zittend af en er was genoeg te eten. Voldoen aan het schoonheidsideaal was daarmee ook een teken van succes.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!