Afgelopen weekend was het drie jaar geleden dat ik op de eerste rij zat bij een van ’s werelds oudste en meest fantastische en ontzagwekkende ceremonies die ik ooit in een gebedshuis heb bijgewoond: de ceremonie van het Heilig Vuur.
Volgens de traditie van de Oosters-Orthodoxe kerk verschijnt het vuur elk jaar op wonderbaarlijke wijze in het graf van Jezus Christus, in de Heilig Grafkerk te Jeruzalem, en wel op de dag vóór het orthodoxe Paasfeest (dat dit jaar op 18 april viel). De vlam wordt in ontvangst genomen door de Grieks-Orthodoxe patriarch van de stad, die met een handvol niet-aangestoken kaarsen als eerste de tombe betreedt en er even later met brandende exemplaren weer uitkomt. De ruim duizend pelgrims die zich reikhalzend rond het graf verdringen, barsten in triomfantelijk gejuich los terwijl de kerkklokken luidden en het Heilig Vuur haastig van kaars op kaars wordt overgedragen.
Binnen enkele seconden lijkt het duistere, spelonkachtige interieur van de oude kerk te stralen van licht, terwijl de vreugdekreten en het gezang een hoogtepunt bereiken. Met hun aangestoken kaarsen dringen de gelovigen door de reusachtige houten deuren naar buiten en verspreiden zich over de keienstraatjes van de Oude Stad van Jeruzalem, terwijl anderen nog wachten om de heilige vlam over te nemen. Voor honderden miljoenen Oosters-Orthodoxe gelovigen symboliseert het Heilig Vuur de wederopstanding van Christus en is het jaarlijkse opflakkeren van deze vlam een wonder dat plechtig wordt gevierd.
De jaarlijkse ceremonie van het Heilig Vuur wordt al meer dan duizend jaar op Heilige Zaterdag in de Heilig Grafkerk gevierd. Maar in tijden van corona is ook Jeruzalem in ‘lockdown’ en bevinden de inwoners van de stad zich in strikte quarantaine. Zelfs de Heilig Grafkerk is gesloten voor publiek, en dat is voor het eerst sinds 1349, toen een uitbraak van de pest, de Zwarte Dood, deze heiligste plek van het christendom dwong om zijn enorme deuren te sluiten. Maar de Heilig Vuur-ceremonie werd afgelopen zaterdag toch in Jeruzalem gevierd, zij het dat er maatregelen waren genomen met het oog op een pandemie die grote invloed heeft op het alledaagse leven en de geloofsbelevenis van mensen in de hele wereld.
Slechts een twaalftal geestelijken, van de zes verschillende christelijke gemeenschappen die aanspraak maken op de Heilig Grafkerk, konden dit jaar bij de viering aanwezig zijn, naast enkele agenten van de politie van Jeruzalem en een handvol journalisten. Net als in voorgaande jaren werd de plechtigheid live uitgezonden, maar ditmaal waren gelovigen van Nicosia tot Moskou op hun tv-scherm of smartphone getuige van een ceremonie zonder pelgrims en zonder dat adembenemende moment waarop de kerk in een feest van vuur en vreugdekreten verandert. De in prachtige gewaden gehulde deelnemers, sommige met lange baarden en nadrukkelijk zonder mondkapje, oogden somber, maar her en der werd geglimlacht (en iemand deelde een onreglementair klopje op de schouder uit) toen patriarch Theofilus III met het Heilig Vuur uit de tombe opdook.
Net als in de vele eeuwen ervóór is het Heilig Vuur vervolgens naar alle windstreken van de Oosters-Orthodoxe wereld uitgezonden. Lantaarns met de vlam werden in auto’s naar Gaza, Ramalla, Bethlehem en grensovergangen met Egypte en Jordanië gereden. Vanuit Jordanië zal de vlam die in Jeruzalem is ontstoken waarschijnlijk naar kleine christelijke gemeenschappen in het hart van het oorlogsgebied in Syrië en Irak reizen.
Het Heilig Vuur reist ook door de lucht naar andere landen, in speciale containers waarin het open vuur veilig brandende wordt gehouden. Doorgaans worden vlammen vanuit Jeruzalem door vips en hoogwaardigheidsbekleders meegenomen en met vreugdevol ceremonieel op de plaatsen van bestemming ontvangen. Maar dit jaar coördineerde het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken tien vluchten naar tien landen met een grote Oosters-Orthodoxe gemeenschap: Griekenland, Rusland, Oekraïne, Georgië, Kazachstan, Cyprus, Roemenië, Moldavië, Wit-Rusland en Polen. De tien vliegtuigen stonden klaar op de startbaan van de luchthaven Ben-Goerion – een opmerkelijk gezicht in tijden dat er in het land nog maar twee vliegtuigen per dag landen – in afwachting van de aankomst van een konvooi auto’s dat de korte afstand tussen Jeruzalem en Tel Aviv over een lege snelweg had afgelegd. Na een zorgvuldig georganiseerde overdracht van de vlammen, waarbij gepaste afstand werd gehouden tot de passagiers van elk van de vliegtuigen, stegen de jets een voor een op en brachten het Heilig Vuur naar niet minder ingetogen en bezorgde ontvangers op de plaatsen van bestemming.
Voordat ik in 2017 de Heilig Vuur-ceremonie bijwoonde, had ik niet echt een idee van de enorme betekenis en geschiedenis van deze plechtigheid.Het is een van de grootste en oudste vieringen van de christelijke kalender – een jaarlijks terugkerend ‘wonder’ dat in het jaar 876 voor het eerst werd opgetekend door een Franse monnik. Maar de aard van dit wonder maakte het ook eeuwenlang tot doelwit van kritiek en aanvallen.
De Heilig Grafkerk werd in 1009 verwoest, naar verluidt toen de islamitische heerser over Jeruzalem ontstemd raakte over de ‘oplichterij’ van dit jaarlijks terugkerende vuur. (Het graf van Jezus waarin het elk jaar zou verschijnen, overleefde de verwoesting en de herbouw van de kerk). Twee eeuwen na de eerste optekening in 876 verbood paus Gregorius VII gelovigen om deel te nemen aan de ceremonie, die hij eveneens als oplichterij bestempelde. Het daarop volgende Grote Schisma van 1054, waarbij het christendom in een oostelijke en westelijke kerk werd gesplitst, zorgde ervoor dat de Heilig Vuur-ceremonie bewaard bleef, maar dan alleen voor Oosters-Orthodoxe gelovigen.
Ik behoor zelf niet tot de 260 miljoen mensen die het Oosters-Orthodoxe geloof aanhangen, maar ik moet vaak terugdenken aan die Heilige Zaterdag in april 2017 en aan de ontremde verrukking en het ontzag waarmee duizenden mensen om mij heen reageerden toen de eerste flakkerende kaarsen uit de tombe tevoorschijn kwamen. Die plotselinge uitbarsting van emotie, warmte, licht en vreugde benam me de adem.
Daar moest ik ook op deze Heilige Zaterdag aan denken, toen ik in quarantaine achter mijn computer zat en een belachelijk klein groepje gelovigen een ritueel zag opvoeren dat de verwoestingen en schisma’s van ruim duizend jaar heeft overleefd en zelfs in deze onzekere tijd van pandemie wordt gevierd.
Dit artikel kwam mede tot stand met steun van de National Geographic Society. Het artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com